INHOUD DE PAAP VAN GRAMSCHAP
HOME CUBRA

Jankert, De

Janse, Frans

Janssen, cafe-restaurant
Janson, Karel
Janssen, Rolf

Janssens, mgr. F.

Janssens, Ini
Jong, p. Domien de

Jongenelen
Jongensweeshuis, Drukkerij R.K / Uitgeverij Zwijsen

Jonkergouw, Willem
Journalistiek, Academie voor de


© Ronald Peeters 1992-2015 & Ed Schilders 2015 & Stichting Cultureel Brabant 2015


 

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K
L
M
N

O

P
R
S
T

U

V

W

 

Ronald Peeters & Ed Schilders

De Jankert - Academie voor de Journalistiek


Jankert, De (7 december 2015)

 

Ronald Peeters

 

De studentenvereniging St. Leonardus van de R.K. Leergangen, door de studenten ook wel Leendert genoemd, werd op 26 januari 1918 in 's-Hertogenbosch opgericht. Op 28 september 1918 werd dit instituut, en dus ook St. Leonardus, naar Tilburg overgeplaatst. In de lustrumjaarboeken, die vanaf 1922 verschenen, komen we vele literaire bijdragen tegen, onder meer van Anton van Duinkerken, Frans Siemer en Lambert Tegenbosch. Leonardianen gaven ook het eigen literaire tijdschrift De Kangoeroe uit, waarvan Siemer de drijvende kracht was.
Een heel bijzondere uitgave is de kolderieke ‘eendagsvlieg’ De Jankert. Het omslag van dit gestencilde tijdschriftje is verlucht  met een handingekleurde linosnede. In een ‘boekbespreking’ van de censuurdienst O.D.O.L. (een verbastering van I.D.I.L.) wordt het gefingeerde boek van uitgever ‘De Gekuysten Ajuin’ getiteld De Razende Mier aan de Ketting gekwalificeerd met IX (‘uitsluitend voor de meer gevormde rijpere kinderen’). Het ongedateerde tijdschriftje is uit ca. 1948.

 

Janse, Frans (6 oktober 2015)

Ronald Peeters

 

Franciscus (Frans) Pierre Maria Janse werd geboren te Tilburg op 30 december 1928. Hij was tot zijn pensionering in 1984 kapitein (Regiment Stoottroepen en het Regiment Huzaren van Boreel) bij de Militaire Inlichtingen Dienst van het Geallieerde Hoofdkwartier voor Centraal-Europa. Samen met zijn neef Ronald Peeters publiceerde hij in 1984, veertig jaar na de bevrijding van Tilburg, het succesvolle boek Tilburg 1940-1945. Jaren van verduistering (Boekhandel Gianotten). In Tilburg, tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur schreef hij over de bevrijding van Tilburg (1983, nr. 1) en over de Tilburgse verzetsstrijdster Coba Pulskens (2004 nr. 2). Frans Janse overleed te Roermond op 12 augustus 2015.

 

Ronald Peeters

 

Janson, Karel

 

Bron: Lectuur Repertorium

 

Karel Joseph Antonius Janson werd op 17 april 1905 geboren te Goirle. Op 8 januari 1925 kwam hij in Tilburg wonen, studeerde tot 1924 aan het Sint Odulphuslyceum, vertrok op 3 september 1925 naar Maastricht en verbleef van 1928-1934 in Antwerpen.
Daarna woonde hij weer in Tilburg aan de Oisterwijksebaan 80.
Zijn vader Hendrik Willebrordus Janson was in 1953 auteur van het boek 'Bijdragen tot de geschiedenis van Goirle'.
Karel Janson werd in de gedenkboeken van het Sint Odulphuslyceum van 1939 omschreven als romanschrijver te Tilburg en in 1959 als literator-illustrator te Wassenaar. Hij was onder andere vertaler van de boeken Scheepvaart in de oudheid van Lionel Casson (Utrecht, Het Spectrum, 1964) en Zijne vrouw zet bloedzuigers van Charles De Coster (Amsterdam, Wereldbibliotheek, 1964).

5 januari 2015

Ed Schilders

 

Karel Janson is een zeer productieve auteur geweest die zeer uiteenlopende genres beoefende en, zo laat het zich aanzien, voor elk genre een of meerdere pseudoniemen koos.

Onder de schuilnaam Hans de Rovere publiceerde Janson een aantal meisjesboeken in de reeks Geïllustreerde Meisjesbibliotheek van uitgeverij H. Nelissen in Bilthoven: Op zoek naar een oom (1939), Bep als journaliste. Een interessant verhaal voor meisjes (1939), S.O.S. 8 meisjes vermist! Een leuk en spannend verhaal (1939). Als Hans Terwynne schreef hij voor dezelfde ‘kwartjesreeks’: Overschotje: een leuk en spannend verhaal voor meisjes (1939), Het geheim van de zes pakhuizen: een spannend detective verhaal (1936, zijn enige titel in de jongensreeks), en  Het spookhuis: ’n verhaal vol spanning en avontuur voor meisjes (1938). Eveneens als Hans Terwynne: De drie misdienaars (1937, Haarlem, Spaarnestad). Een derde pseudoniem was Tonny Frank: Puck en Riek als Circus-Artisten (1939, met een omslagtekening van Kees Mandos), De kladschilders. Een vrolijk verhaal voor meisjes (1940).

 

Bron: internet 2015

 

Vanaf 1939 schrijft Janson romans voor volwassenen onder de naam Hans van Uden. Zijn debuut was een detectiveroman: 9:34 n.m. (1939 [1940?], Amsterdam, Salm & Co) die zich in Brabant afspeelt. Het katholieke recensietijdschrift Boekenschouw (1940) vond de toedracht onwaarschijnlijk: ‘Het is onaannemelijk dat iemand, die een doodelijken steek in den rug heeft ontvangen, nog eenige meters loopt, een deur opent en een serie stooten op een billard maakt…’ Daar zit wel wat in, ook al liet Janson zijn tekst vergezeld gaan van een voetnoot uit een krant die moest bewijzen dat een en ander waargebeurd was.

 

 

De doorbraak kwam een jaar later met Ivoren Parade (1940) dat in katholieke kring niet in goede aarde viel. Het werd in jaargang 1940 van Boekenschouw spottend getypeerd als ‘Een merkwaardig boek, dat in romanvorm reclame maakt voor mondverzorging.’ En dat klopt, want de hoofdpersoon is een tandarts van boven de rivieren die in Brabant een praktijk heeft opgezet, en Van Uden heeft zijn overduidelijk aanwezige research naar de verfijndheden van de toenmalige mondhygiëne bepaald meer klinisch dan dramatisch verwerkt. Maar er was meer. De recensent van Boekenschouw noteert: ‘Het speelt in een stad van Noord-Brabant (…) De schrijver is, ondanks een loftuiting hier en daar, weinig vriendelijk voor Brabant en zijn bevolking en laat  de inferioriteit van deze doorloopend voelen. Eveneens schrijft hij weinig vleiend over het  Katholicisme in Brabant en geeft een nogal ergerlijke beschrijving van een Zondagsche Mis in de Brabantsche provinciestad. Het is alles nogal hatelijk, kleinzielig en oppervlakkig.’

Een en ander zou allang vergeten zijn, ware het niet dat de populaire Tilburgse volksdichter Piet Heerkens zijn banvloek had uitgesproken over Ivoren Parade. Het gedicht dat hij schreef om Ivoren Parade in zijn hoogstpersoonlijke ban te doen, werd pas opgenomen in zijn postume bundel De knaorrie (1949) maar Heerkens publiceerde het gedicht oorspronkelijk als ingezonden brief in de Nieuwe Tilburgsche Courant van 17 februari 1941, en wel onder de schuilnaam ‘Hans van Vechel’. Heerkens had in Ivoren Parade en Hans van Uden een navolging en navolger ontdekt van de in die tijd door de katholieke literatuurkritiek verguisde Anton Roothaert en diens roman(cyclus) Dokter Vlimmen. Heerkens dichtte:

“Dokter Vlimmen” ha’ groot succes!

Ieder jaor ’nen druk of zes!

Waorom? - Anti-clerikaol!

En pikant: ’n trouwschandaol!

 

Hans van Uden, jao, ge bent

Naomaok Vlimmen, kleine vent,

Mar oe boek is saai en flauw,

Slap van taol en zwak van bouw!

‘Zeker krijgde ’n druk of zes!’ schreef Piet Heerkens in de laatste regel van zijn gedicht aan zijn gewraakte auteur, en hij zat er niet ver naast. Het werden er zeven, de laatste in 1947. De vermelding van de oplagecijfers in de derde druk van de roman doet vermoeden dat in totaal zo’n 15.000 exemplaren van Ivoren Parade verkocht zijn.

 

 

Bij dezelfde uitgever (ook de uitgever van Roothaert) publiceerde Van Uden Aesculaap op zee (1942), Blaast de ketels af (1946) en Kruis of munt? - een Brabantse roman (1949). Beide laatsgenoemde romans zijn gesitueerd in het Brabant van Jansons jeugd, grofweg tussen 1900 en 1925. Zoals altijd documenteert hij zich ook voor deze romans uitgebreid, en met name uit Blaast de ketels af blijkt sterk dat Janson als auteur bij Anton Roothaert in de leer is geweest. Kruis of munt? behelst de eerste eenentwintig levensjaren van Martje Peters, zoon van een bankier in een niet al te grote stad. Dat die stad op Tilburg gebaseerd is, mag blijken uit het gebruikte dialect, uit de anekdotes die Van Uden heeft verwerkt, en uit het conflict dat de roman draagt. De moeder van Martje heeft haar enig kind voorbestemd om priester te worden; een modern ingestelde tante, Gonda genaamd, maakt zich sterk dat te verhinderen. Uiteindelijk kiest Martje niet voor het kruis maar voor de munt: het bankierschap, als opvolger van zijn vader.

 

Collectie: Norbert de Vries

 

 

Blaast de ketels af is Jansons meest ambitieuze roman. Hij creëerde daarvoor het fictieve dorp Belchum, voegde de plattegrond daarvan aan het boek toe, en bevolkte het met meer dan honderd personages. Het verhaal speelt zich af in het tijdsbestek van één week, en daarin wordt een arbeidsconflict behandeld dat sterk doet denken aan de textielperikelen in het Goirle van begin twintigste eeuw.

 

Grotere weergave

 

Na Kruis of munt?  stopt Van Udens romanproductie abrupt. Van het letterkundig toneel verdwijnt hij echter niet. In 1950 duikt hij zowel in de databank van Picarta als de bibliografie van Lectuur-Repertorium plotseling op onder eigen naam als de auteur van twee delen Eenvoudig kerklatijn.

In de jaren ’30 is Janson ook actief geweest als vertaler, zowel onder eigen naam als onder pseudoniem Hans Terwynne, en geheel in de lijn met de ontspanningslectuur die hij in die tijd schreef: De man uit Tibet; naar het Amerikaansch van Clyde B. Clason; vert. door H. Terwynne; geïll. door C. Boost (1935), Leonidas en de moordenaar: een geestige detective-roman; Alice Tilton; uit het Amerikaansch vertaald door Hans Terwynne; geïll. door L. de Swart (1935), Onder de Japanse maan: een spannend verhaal voor jonge meisjes - naar het Amerikaans van Phyllis Ayer Sowers; vertaald door H. Terwynne; tekeningen van K. Janson (1938).

In 1945 houdt hij zich voor het eerst als vertaler bezig met serieuzere literatuur als hij Het testament van François Villon bezorgt: Het testament van Villon; vertaald uit het Frans en van verklarende noten in beeld voorzien door K.J.A. Janson (1945).

 

Collectie: Monique Bullinga

 

Jansons interesse in de Franstalige literatuur mag ook blijken uit de publicatie van een reisverslag van Charles de Coster: Zijne vrouw zet bloedzuigers: de zeer persoonlijke indrukken van een reis, in 1877 ondernomen naar Amsterdam, Zaandam, Broek in Waterland, Monnikendam, Volendam, Hoorn, Scheveningen, Marken en Urk; Charles De Coster; uit het Frans en bewerkt door K.J.A. Janson (1964).

Verreweg de meeste vertalingen van zijn hand dateren echter uit de jaren ’60. Ze geven een Janson te zien die een voorkeur had voor, en misschien ook gespecialiseerd is geweest in de klassieke oudheid: De Aegeïsche wereld volgens het oudste Griekse schrift, Leonard R. Palmer, vert. uit het Engels (1963); Passie en politiek in het romeinse keizerrijk, Jérôme Carcopino, vert. uit het Frans (1962); Scheepvaart in de oudheid, Lionel Casson, (1964); Culturen van Polynesië, Robert C. Suggs, vert. uit het Engels (1967).

 

Een voorbeeld van de beeldtaal Picto; bron: Matthijs van Boxsel, Morosofie -- Dwaze wijzen en wijze dwazen in Nederland en Vlaanderen (2001).

 

De meest verrassende Janson moet echter nog komen. In de jaren ’50 publiceert hij vrijwel niets, maar in 1956 duikt hij plotseling op in de pers als de bedenker van een universele beeldtaal, Picto. Zelfs het Amerikaanse weekblad Time besteedt er aandacht aan. Picto vervangt alle talen, bespaart ruimte, en is, althans volgens de auteur, die zich nu Charles J.A. Janson noemt, eenvoudig te leren. De auteur gaf de opzet van zijn systeem gestencild uit in eigen beheer. Time bericht dat Janson het idee voor zijn universele taal al had in 1938, en dat het ‘een hit’ was op de ‘uitvindersbeurs in Amsterdam’. Het eerste woordenboek Nederlands-Picto zou weldra van de persen rollen. Een voorbeeld dat de effectiviteit van Picto moet onderstrepen gaat als volgt: ‘i~12 null 12"—o’ wat in vertaling zoveel betekent als: ‘Geachte heer, wij danken u voor uw brief van 2 j.l. en wij zullen u met genoegen monsters van onze voorraad toesturen. Wij sturen die per expresse. Hoogachtend, Joe Smith.’

Ook met Picto heeft Karel Janson Nederland niet veroverd. Het heeft hem niettemin een sympathieke plaats opgeleverd in Matthijs van Boxsels boek Morosofie -- Dwaze wijzen en wijze dwazen in Nederland en Vlaanderen (2001).

[Met dank aan Ben van de Pol, die de krantenpublicatie van Piet Heerkens’ spotvers op Ivoren Parade opspoorde alsmede de reactie daarop van Van Udens uitgever, en Heerkens’ weerwoord.]

 

Klik hier voor een weergave van deze  documenten op CuBra

  Hans van Uden, Blaast de ketels af!

  GAT, Bevolkingsregister 1921/1939, gezinskaarten 69/883 en 66/837;

Gedenkboeken Sint-Odulphuslyceum 1939 p. 113, 1949 p.141 en 1959 p.122.De vele gedaanten van Karel Janson;

Ed Schilders, ‘De vele gedaanten van Karel Janson’, in: Tilburg, tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, Jrg. 20, nr. 1, maart 2010;

Ed Schilders, ‘Een vergeten Brabantse romanschrijver: Hans van Uden’, in: Brabants, kwartaaluitgave over Brabantse taal, literatuur, muziek, dialect- en naamkunde, nr. 27, maart 2010.

Ed Schilders

Twee vorige illustraties: Kees Mandos.

 

 

 

Janssen, café-restaurant A.


Regionaal Archief Tilburg


Op de hoek Spoorlaan-Stationsstraat, waar thans café-restaurant Central is gevestigd, stond vroeger café-restaurant Albert Janssen. Het was in dit café dat de dichters van De Stijl, de in Tilburg gemobiliseerde Theo van Doesburg en de in Rotterdam geboren maar in Tilburg wonende Antony Kok samen met hun vriend de zanger Maurits Manheim, op 29 april en 12 mei 1915 hun soirée intime hielden. Kok speelde op de piano muziek van Wagner, Beethoven en Schumann, terwijl Manheim liederen zong van Méhul, Schubert en Mendelssohn. Het literaire gedeelte werd verzorgd door Van Doesburg. Hij las voor uit het werk van Nietzsche, Oscar Wilde en Lodewijk van Deyssel en hij droeg poëzie voor van Agnita Feis en hemzelf. Agnita (Henrica) Feis (1881-1944) was de eerste echtgenote van Van Doesburg. Zij publiceerde de experimentele gedichtenbundel Oorlog: verzen in staccato (1915). 
Soortgelijke soirees zouden Van Doesburg en Kok tot eind 1917 ook nog elders in het land verzorgen, onder andere in Eindhoven, Utrecht en Arnhem.

Jef van Kempen, 'Ik kom en breng een hemel hier op aarde. Over Theo van Doesburg', in: Tilburg. Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg. 7, 1989, nr. 3, p. 68-80; Will Tromp en J.A. Dautzenberg, Kok van De Stijl. Spoorwegbeambte te Tilburg, Oosterbeek, Bosbespers, 1989, p. 20 en 91.


Janssen, Rolf


 

Bron: detail uit foto achterzijde We hebben gezongen en niks gehad.


Rolf Janssen werd op 29 juni 1954 in Oss geboren. Hij studeerde aan de Akademie voor Beeldende Vorming te Tilburg en is actief als beeldend kunstenaar. Van 1975-1982 speelde hij in de volksmuziekgroep Fluitekruid, die in 1979 een live-LP in Tilburg uitbracht. Hij werkte mee aan de LP Witte dè nog ?, met typisch Tilburgse volksliedjes, die door Het Nieuwsblad van het Zuiden werd uitgebracht ter gelegenheid van het zilveren jubileum van het Kinder Vakantie Werk Tilburg in 1979. Rolf Janssen publiceerde tussen 1978 en 1982 een dertiental artikelen onder de titel Tilburgse liedjes in het tijdschrift Actum Tilliburgis. Samen met Jef van Kempen schreef hij in Actum Tilliburgis (1982) een artikel over de Tilburgse dichter van De Stijl Antony Kok. Over Kok maakten zij in 1985 in de Tilburgse Stadsschouwburg een tentoonstelling. In het tijdschrift Tilburg (1984) publiceerde hij over De Stijl en over feest- en gelegenheidsliederen. In eigen beheer en in kleine oplage gaf hij het boekje 85 hinkelpotten. Een verzameling hinkelpotten, hinkelperken en hinkels uit Tilburg (Tilburg, Het Teken, 1983) uit. In 1982 ging hij in de groep Doedelier spelen.Deze groep is in 1983 ondergebracht in een stichting die zich bezighoudt met veldwerk en verspreiding van het opgetekende liedmateriaal door middel van optredens. 

De omvangrijkste publikatie van Rolf Janssen is zijn boek We hebben gezongen en niks gehad. Muzikanten en liederen uit Midden-Brabant (Tilburg, Boekhandel Gianotten, 1984), waarin onder andere zo'n vijftig teksten van de broers Leo en Piet Heerkens zijn opgenomen. Sinds enige jaren woont Rolf Janssen in het Duitse Dusslingen.

 

  Ronald Peeters



Tilburg Vrij Uit van 28-2-1979; DTK van 22-2-1979 en 5-4-1984; NvhZ van 25-7-1979, 21-8-1980, 23-7-1983 en 25-2-1984; Stadsnieuws van 19-2-1981, 11-2-1982 en 9-6-1983; Jef van Kempen en Rolf Janssen, 'Anthony Kok, Tilburgs dichter en denker (1882-1969)', in: Actum Tilliburgis, jrg. 13, 1982, nr. 4, p. 98-131 (ook als overdruk uitgegeven door hun eigen uitgeverijtje 'Het Teken'); Rolf Janssen en Jef van Kempen, 'Een verwijzing naar "De Stijl" op het centraal-station van Tilburg', in: Tilburg. Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg. 2, 1984, nr. 2, p. 8-10; Anthony Kok, 'dichter' bij De Stijl, tentoonstellings-catalogus Stadsschouwburg/Kultureel Sentrum Tilburg, 1985; Biogr. gegevens in We hebben gezongen en niks gehad.

4 november 2015

Rolf Janssen is ook een zeer verdienstelijk illustrator. Voor Ben Hartmans rubriek over dierenliedjes op CuBra maakte hij onder andere de onderstaande linosneden.

Bron: www.cubra

- Rolf Janssen over het Gervasiuslied van Leonardus (Tilburg Tijdschrift)

- Janssen, Rolf - hoofdstuk uit We hebben gezongen en niks gehad over Mie de Fiedel

- Janssen, Rolf - hoofdstuk uit We hebben gezongen en niks gehad over Jan de Kater

- Janssen, Rolf - hoofdstuk uit We hebben gezongen en niks gehad over Jan Viool

 

Janssens, Franciscus (27 augustus 2015)

 

Stadsmuseum Tilburg. Foto: Jan van Oevelen.

 

Franciscus Janssens werd in 1843 in Tilburg geboren. Hij ging school bij de fraters van Tilburg en op de seminaries van Beekvliet en Haaren. In 1867 werd hij tot priester gewijd aan het Amerikaans College in Leuven dat nauwe banden met de Verenigde Staten onderhield waar een groot priestertekort was, en ook Janssens vertrok naar Amerika. Aanvankelijk was hij daar geestelijk leidsman van een klooster in Richmond, maar ai in 1881 werd hij benoemd tot bisschop van Natchez (Mississippi) en zeven jaar later tot aartsbisschop van New Orleans. Naast de zielzorg heeft hij zich ook beziggehouden met missiewerk. De bekering van de Choctaw-Indianen wordt voor een belangrijk deel aan hem toegeschreven. Vooral heeft hij veel betekend voor de pas vrijgelaten maar nog allerminst door hun vroegere meesters als gelijken geaccepteerde negerslaven, voor wie hij in zijn aartsbisdom eigen parochies stichtte. Het ambt van aartsbisschop heeft hij tot 1897 uitgeoefend, het jaar waarin hij, ondanks een zwakke gezondheid, voor een vakantie naar Tilburg wilde terugkeren. Op het schip de 'Creole' overleed hij echter, en hij zou een zeemansgraf gekregen hebben als een passerend schip, de 'Hudson', zijn lichaam niet overgenomen en teruggevoerd had naar Amerika. Janssens werd in New Orleans begraven, en in de kerk van de Heuvel, de parochiekerk van zijn familie waar hij in 1882 een mis had opgedragen tijdens zijn laatste verblijf in zijn geboortestad, herinnert een marmeren gedenkplaat aan zijn nagedachtenis.

De bibliografie van Francis Janssens bestaat hoofdzakelijk uit herderlijke brieven (die in zijn naam werden voorgelezen vanaf de kansels). Hij schreef in het Engels, Frans (New Orleans) en Latijn.

Een tweetal titels wekt meer dan gemiddelde belangstelling: Instruction on mixed marriages (1884) en Are the Knights of Pythias a forbidden society for Catholics? (1890).

Annemarie Kasteel, Francis Janssens 1843-1897. A Dutch-American Prelate, Louisiana, The Center for Louisiana Studies University of Southwestern Louisiana Lafayette, 1992, 403 blz., geïll.

Ach Lieve tijd, De boeiende geschiedenis van de Tilburgsers en hun geloof (dl. 3 van deze reeks), Ed Schilders, Waanders, Zwolle1993.

Regionaal Archief Tilburg

Geboortehuis van Janssens aan de Heuvel. Foto: 1892

 

 

Boekomslag en gekalligrafeerde titelpagina van het gedenkboek bij Janssens zilveren priesterfeest (1892), aangeboden 'door katholieke Tilburgers'.

 

Ronald Peeters

Annemarie Kasteel, Francis Janssens 1843-1897. A Dutch-American Prelate, Louisiana, The Center for Louisiana Studies University of Southwestern Louisiana Lafayette, 1992, 403 blz., geïll.

 

Regionaal Archief Tilburg

 

Gedenksteen in de Heuvelse kerk.

 

Familie Janssens

Parafernalia behorend tot Janssens bisschoppelijke waardigheid.

 

Janssens, F. (1881). Pastoral of the Right Rev. Bishop of Natchez, May 22nd, 1881. Natchez? Miss.: publisher not identified.

Janssens, F. (1884). Instruction on mixed marriages. Natchez? Miss.: publisher not identified.

Janssens, F. (1886). Pastoral letter of the Right Reverend Bishop of Natchez, 1886. Place of publication not identified: publisher not identified.

Janssens, F. (1886). Synodus Diæcesana Natchetensis quinta habita, diebus 16a, 17a, mensis Septembris, A.D. 1886, a Revmo Francisco Janssens, Episcopo Natchetensi in civitate Natchez, Mississippi. Place of publication not identified: publisher not identified.

Janssens, F. (1889). Pastoral letter of the Most Reverend Archbishop of New Orleans on the occasion of the promulgation of the decrees of the 5th Synod and his departure for Europe. New Orleans?: publisher not identified.

Janssens, F. (1889). Pastoral letter of the Most Reverend Archbishop of New Orleans, Lent of 1889. New Orleans?: publisher not identified.

Janssens, F. (1890). Are the Knights of Pythias a forbidden society for Catholics?. United States: s.n.

Janssens, F. (1891). Lettre pastorale de Monseigneur l'Archevêgue de la Nouvelle- Orleans: Carême de 1891. Nouvelle-Orléans: F.C. Philippe, imprimeur, 66, rue de Chartres.

Janssens, F. (1891). Pastoral letter of the Most Reverend Archbishop of New Orleans, Lent of 1891. New Orleans?: publisher not identified.

Janssens, F. (1892). Pastoral letter of His Grace the Archbishop of New Orleans, for the Lent of 1892. New Orleans: F.C. Philippe, printer, 66 Chartres Street.

Janssens, F. (1892). Pastoral letter of the Most Reverend Archbishop of New Orleans for the Lent of 1892. New Orleans?: publisher not identified.

Janssens, F. (1894). Pastoral letter of the Most Reverend Archbishop of New Orleans: Lent 1895. New Orleans: Philippe's Printery, 616-616 St. Louis Street.

Janssens, F. (1894). Lettre pastorale de Monseigneur l'Archevêgue de la Nouvelle- Orleans: Carême de 1895. Nouvelle-Orléans: Imprimerie Philippe, 616-616, rue St- Louis.

Janssens, F. (1896). Lettre pastorale de Monseigneur l'archevêque de la Nouvelle-Orléans: Carême de 1896. Nouvelle-Orléans: Imprimerie Philippe.

Janssens, F. (1897). Pastoral letter of the Most Reverend Archbishop of New Orleans: Lent of 1897. New Orleans: Philippe's Printery, 616-616, St. Louis Street.

Janssens, F. (1897). Lettre pastorale de Monseigneur l'Archevêgue de la Nouvelle- Orleans: Carême de 1897. Nouvelle-Orléans: Imprimerie Philippe, 616-616, rue St. Louis.

 

Janssens, Ini (27 mei 2015)

 

Ronald Peeters - foto: 1977

 

Virginie (Ini) Emilia Henriëtte Maria Janssens werd op 9 april 1921 geboren in de Zomerstraat in Tilburg als oudste kind van Alphonsus Janssens en Justina Sträter. Janssens was van beroep pottenbakster maar schreef ook drie geïllustreerde biografieën in de op de jongere lezer gerichte 'Kanariereeks':

Janssens, I., & Swildens, P. (1950). Het leven van Willem de Zwijger. Den Haag: Maandblad Succes.
- Janssens, I., & Swildens, P. (1950). Het leven van Michiel de Ruyter. Den Haag: Maandblad Succes.
- Janssens, I., & Swildens, P. (1953). Paul Kruger: Strijd om een nieuw vaderland. Den Haag [etc.: Maandblad Succes.

Ini Janssen overleed op 31 januari 1980 in Tilburg.

 

 

Bon: internet (2015)

 

Jong, p. Domien de

 


Regionaal Archief Tilburg. Tekening: Frans van Iersel


Josephus Wilhelmus Gerardus de Jong werd op 2 januari 1912 te Tilburg geboren. Van 1922-1924 zat hij op een pensionaat te Reusel, en in 1928 vertrok hij vanuit Tilburg naar het College van het H. Kruis te Uden. Hij trad als pater Dominicus in de orde van de trappisten van de Abdij De Achelse Kluis. Hij werd archivaris van De Achelse Kluis en publiceerde vele met name kerkhistorische artikelen en boeken, zoals Het kerkdorp Borkel en Schaft (Achelse Kluis, 1951), Kronijk van Heeze (Achelse Kluis, 1953), Onze Lieve Vrouw van Ommel en het klooster Mariaschoot (Achelse Kluis, 1960), het voor de geschiedenis van Tilburg belangrijke boek Grenskapellen voor de katholieke inwoners der Generaliteitslanden (Tilburg, Henri Bergmans, 1963) en Momenten uit drie eeuwen Kluishistorie (Achelse Kluis, 1973). 
Domien de Jong overleed in 1990 en liet een enorme collectie van 700.000 bidprentjes en 50.000 rouwbrieven na.
GAT, Bevolkingsregister 1921/1939, gezinskaart 25/21; Encycl. Noord-Brabant, 2, 1985, p. 278.
Ronald Peeters

 

Omslagillustratie: Cees Robben.

Illustraties van Cees Robben uit Grenskapellen.

 

Regionaal Archief Tilburg.

Domien de Jong, getekend door Frans van Iersel en tekst door Domien de Jong.

Bibliografie WorldCat

Jong, Domien de. 1951. Het kerkdorp Borkel en Schaft. [S.l.]: Achelse Kluis.

Jong, Domien de. 1951. De oorspronkelijke eremietenregel van de Achelse Kluis. Brussel: Koninklijke Belgische Academie.

Moorsel, H.G van, and P. Dom de Jong. 1953. Kronijk (i.e. kronyk): aantekening der merkwaardigen voorvallen binnen de gemeente Heeze en enige omliggende dorpen en enkele welken algemene belangstelling verdienen. Borkel en Schaft [etc.]: Van Moorsel.

Jong, Dom. de. 1956. Historische aantekeningen n.a.v. de opgravingen van het "Weerderhuys". Maaseik: Van der Donck.

Jong, Dom. de. 1957. Over onze oude Kempische kloosters. [S.l.]: [s.n.].

Jong, Dominicus de. 1960. Onze Lieve Vrouw van Ommel en het klooster Mariaschoot: bronnenpublicatie. [Achel]: Achelse Kluis.

Jong, Dom. de. 1960. Pastoorsbenoemingen voor Achel in de XVIIe en in de XVIIIe eeuw. [S.l.]: [s.n.].

Jong, Dom de. 1961. Vijf bidprentjes van vier Dekens van Hamont. [S.l.]: [s.n.].

Jong, Dominicus de. 1963. Kerken en kapellen van Heeze. [S.l.]: [s.n.].

Jong, Dominicus de. 1963. De lagere geestelijkheid van Achel tijdens het Ancien Regime. Hasselt: Limburgse drukkerijen.

Jong, Dominicus de. 1963. Grenskapellen voor de katholieke inwoners der Generaliteitslanden. Tilburg: Bergmans.

Jong, Dominicus de. 1973. Momenten uit drie eeuwen kluishistorie. Achel: Achelse Kluis.

Jong, Dominicus de. 1974. Eremietenregels Achelse Kluis: de oorspronkelijke tekst van 1689 en de versie van 1731/32. Achel: Achelse Kluis.

Jong, Domien de. 1974. Eremietenregels Achelse Kluis.

Achelse Kluis, and Domien de Jong. 1974. Eremietenregels Achelse Kluis: de oorspronkelijke tekst van 1689 en de versie van 1731/32. Achel: Achelse Kluis.

Jong, Domien de. 1978. Twee priesters in vriendschap verbonden: Trappistenprior Josephus-Maria van Moock te Achel (1811-1868) en Pastoor Wilhelmus Spierings te Sint-Huibrechts-Lille (1791-1875). Sint-Huibrechts-Lille: V.Z.W. Heemkundige Kring.

Jong, Domien de. 1986. Ik sta er van te kijken ...: Hoe Peter van Eijnatten de Kluis van Achel stichtte.

Jong, Dominicus de. 1986. Ik sta er van te kijken ... hoe Peter van Eijnatten in 1686 de Kluis van Achel stichtte: tekst en documenten 1686-24 januari-1986. [Achel]: Achelse Kluis.

Het bidprentjesarchief, aangelegd door Dom. de Jong, in de Achelse Kluis. Bron: website hamontachel (2015); fotograaf niet vermeld.


Naar het begin van de pagina

Inhoud De paap van gramschap

CuBra Home


Jongenelen, Bas (28 maart 2017)

 

Bas Jongenelen, foto S.H. Keukenmeester.

 

Bas Jongenelen is op 12 november 1968 geboren te Roosendaal en Nispen. In 1990 kwam hij in Tilburg studeren aan de Letterenfaculteit van de Katholieke Universiteit Brabant. Tijdens zijn studententijd richtte hij samen met Oscar van Asselt en Maurice Kummer het literaire tijdschrift Meelij & Afschuw op. Nadat hij in 1995 afgestudeerd was bij Jaap Goedegebuure op Werther Nieland (het boek van Gerard Reve) kwamen de eigen literaire bezigheden op een laag pitje te staan, vanwege de opleiding tot docent Nederlands aan de Hogeschool Katholieke Leergangen. Vanaf 1997 werkte Jongenelen als docent Nederlands, sinds 2005 als letterkundige en taalbeheerser aan de Fontys Lerarenopleiding. In die hoedanigheid werd hem in 2013 een NWO-promotiebeurs toegekend om onderzoek te doen naar humor in 1561. Al deze jaren werd er meer tijd gestoken om iets te doen over literatuur dan met literatuur, getuige diverse tijdschriftpublicaties (over o.a. rederijkersliteratuur) en het boek Comic Drama in the Low Countries (ca. 1450-1560) uit 2012. Ook in 2012 richtte hij met Martijn Neggers uitgeverij Geroosterde Hond op. Deze uitgeverij publiceerde bundels van Martijn Neggers, Robert Proost, Nathan de Groot, Andrew Cartwright, Twan van Bragt en Frank Fabian van Keeren. Door deze uitgeefactiviteiten begon blijkbaar het eigen schrijversbloed ook weer te borrelen, want in 2016 organiseerde en redigeerde hij (ook weer samen met Martijn Neggers) de eerste sonnettenkransenkrans ter wereld: Een kruisweg van alledaagse leed. Van de 211 sonnetten in deze bundel schreef Jongenelen er een stuk of vijftig zelf. Een jaar later kwamen Jongenelen & Neggers weer met iets nieuws: het Tilburgse sonnet. Het Tilburgse sonnet is een sonnet waarvan de veertiende regel is opgebouwd uit de laatste vier lettergrepen van de dertiende en de eerste zes lettergrepen van de eerste regel. Zo wordt het sonnet dus cyclisch. Uiteraard verschijnt er een bundel met Tilburgse sonnetten bij Geroosterde Hond: Een kruik vol oude pis. Dat het altijd nog gekker kan, bewijst Jongenelen met de sonnettenmatrix. Een sonnettenmatrix bestaat uit veertien sonnetten naast elkaar, en alle eerste regels vormen samen een nieuw sonnet, alle tweede regels ook, et cetera. Sterker nog, er is ook nog een diagonaal sonnet te lezen. De sonnettenmatrix kwam uit in het voorjaar van 2017 als een rol in een koker, onder de titel Frituur is voor tevredenen en legen. Deze titel is een verwijzing naar een gedicht van Gerben H. Zalms (te vinden in de dichtbundel Frikandel).

 

 

Schriftelijke mededelingen van de auteur.

 

Jongensweeshuis, Drukkerij R.K.
& Uitgeverij Zwijsen

 

 

Ed Schilders


Op 25 augustus 1844 werd door mgr. Joannes Zwijsen in Tilburg een broedercongregatie opgericht, en op 15 september 1845 werd het fraterhuis van deze Congregatie der Fraters van Onze Lieve Vrouw Moeder van Barmhartigheid aan de Gasthuisstraat betrokken. Op 6 november 1845 kwamen de eerste zeven weesjongens, die voordien bij de Zusters van Liefde aan de Oude Dijk waren ondergebracht, naar de fraters, waarmee het 'Roomsch Catholijk Jongensweeshuis' een feit werd. 

Een jaar later, op 18 oktober 1846, werd van de trappisten in Westmalle een drukpers met toebehoren en allerlei kleine apparatuur voor een binderij gekocht. De Drukkerij van het Roomsch-Katholiek Jongens-Weeshuis (RKJW) zag het levenslicht in het dagverblijf van de wezen. Om de benodigde vakkennis in huis te halen werd een broer van de drukker en uitgever J.F. van Dieren van de Graafse Courant uit Grave bereid gevonden de fraters te helpen. In de Tilburgse archieven vinden we een Mathijs Lodewijk van Dieren terug, boekdrukker uit Grave, die op 8 april 1837 als 26-jarige op het adres Kerk nr. 1338 ging wonen. Hij werd in augustus 1852 opgevolgd door Ferdinandus Alexander Favier (geboren 1824), een Tilburger die in Waalwijk een drukkerij begonnen was. Hij woonde op het adres Kerk nr. 2222. Het was de uit Enschede afkomstige J.B. Weerlink die de drukkerij tot grote bloei heeft gebracht. Hij trad in 1852 onder de naam fr. Hilarius in de congregatie. Voordien was hij redacteur van de Almelosche Courant geweest. De Drukkerij van het RKJW zou alleen drukwerk voor de Tilburgse zusters en fraters, drukwerk voor andere kloosters en met name schoolboeken gaan verzorgen. 

Fr. Hilarius, die vanaf 1869 nauwgezet een werkregister van alle uitgaven bijhield, bracht in 1879 de eerste catalogus van de drukkerij uit. De lijst vermeldt 51 werkjes. Op 12 juni 1879 is fr. Hilarius Weerlink plotseling gestorven. Een uitvoerige studie van de verschillende uitgaven en de geschiedenis van de Drukkerij van het RKJW werd omstreeks 1965 door fr. M. Gervasius Dominicus gepubliceerd.
We noemen hier slechts enkele werken. Het eerste omvangrijke werk dat gedrukt werd, was een boek Meditatiën en Conferentiën voor de jaarlijkse en maandelijkse Geestelijke Afzondering ten dienste van de Congregatie der Fraters van O.L.Vr. Moeder van Barmhartigheid in 1848. In 1850 verscheen het eerste schoolboekje: Leesboekje voor eerstbeginnende kinderen en het eerste tijdschrift: de Annalen van het Genootschap der H. Kindsheid een voorloper van het kindertijdschrift De Kleine Apostel (nu Klap). De eerste aardrijkskundige uitgaven zijn Atlas met Handboekje (1866) en Handboekje bij den Geographischen Atlas voor de lagere scholen (1866), en het eerste geschiedenisboekje is vermoedelijk Korte Geschiedenis des Vaderlands (4e druk in 1879. De eerste methode voor elementair lezen, het Leesboekje voor eerstbeginnende kinderen, werd in 1850 volgens de methode-Prinsen (1817) uitgebracht. 

Bekend zijn ook de tijdschriftuitgaven, zoals het jeugdblad De Engelbewaarder (1893-1958) en het pedagogisch tijdschrift Ons Eigen Blad (1913-1965; toen omgedoopt in het nog bestaande Jeugd in School en Wereld), en de Opvoedkundige Brochuren Reeks (in 1920 gestart door fr. Sigebertus Rombouts en in de jaren zestig als Onderwijskundige Brochurenreeks overgenomen door Uitgeverij Zwijsen), waarvan enkele honderden publikaties verschenen.

In 1849 verhuisde de drukkerij naar de nieuwbouw aan de noordzijde van het moederhuis en in 1889 volgde weer een verhuizing naar een aangrenzende nieuwbouw. Deze is in 1930 afgebrand, waarna in 1933 een nieuw bedrijfspand aan de Fraterstraat werd gebouwd, waar thans nog Uitgeverij Zwijsen is gevestigd. De eerste snelpers werd in 1870 geïnstalleerd, en in 1883 werd de drukkerij een 'stoomdrukkerij', gevolgd door een 'Electrische Drukkerij' in 1913. De sinds omstreeks 1910 bestaan hebbende katholieke zuil, ging na 1960 op de helling. Dit had ook zijn neerslag op het katholieke onderwijs en grote gevolgen voor de Drukkerij van het RKJW. In 1959 vond een naamsverandering plaats, en werd de Drukkerij van het RKJW voortaan Uitgeverij Zwijsen. De drukkerij werd een gewone handelsdrukkerij, waar bijvoorbeeld ook de Bescheurkalender van Van Kooten en De Bie is gedrukt. Befaamd is de uitgave van de sinds 1960 door met name fr. Caesarius Mommers ontwikkelde 'structuurmethode' Zo Leren Lezen, een synthese tussen de methode Ik Lees Al en de globaalmethode Echt Lezen. De daarna samengestelde 'neutrale' versie Veilig Leren Lezen, wordt op dit moment door ongever 80% van alle basisscholen in Nederland gebruikt. 
In 1982 werd het bedrijf in drie werkmaatschappijen, ressorterend onder één holding, opgesplitst: de Uitgeverij Zwijsen, de drukkerij PABO-Print en het distributiecentrum Collie Book.

Fr. M. Tharcisio Horsten, De Fraters van Tilburg van 1844-1944, Tilburg, 1946, deel 1, p. 75-84; fr. M. Gervasius Dominicus, Grepen uit de geschiedenis van de uitgeverij ener congregatie, Tilburg, z.j. (ca. 1965), onuitgegeven scriptie, aanwezig in het Gemeentearchief Tilburg, Bibliotheek, cat. nr. 5653; drs. Kees Kolen, Puk en Muk uit de Schaduw van Tilburg, Tilburg, De Schaduw, 1986, p. 7-19; Joos van Vugt, 'Roomsche kleur in 't werk. Een korte geschiedenis van de Drukkerij van het R.K. Jongensweeshuis (RKJW)', in: Kennis en Deugd, Nijmegen, 1991, p. 35-53; GAT, Ingekomen personen 1837 en 1852.
Aanvulling juli 2001: Bij het 150-jarig bestaan van Uitgeverij Zwijsen verscheen het  uitgebreid gedenkboek van Caesarius Mommers en Ger Janssen met medewerking van Willem Berents en Maria Lenders, Zwijsen een passie voor uitgeven. Geschiedenis van een educatieve uitgeverij (Tilburg, Uitgeverij Zwijsen B.V., 1996, 256 blz.). Zie ook de website van Uitgeverij Zwijsen.

Ronald Peeters

 

 

 

Stadsmuseum Tilburg - foto's Ronald Peeters

 

Negentiende-eeuwse drukpers en letterkast uit de drukkerij van het R.K. Jongensweeshuis.

 

Archief Fraters van Tilburg en Regionaal Archief Tilburg

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ronald Peeters & Ed Schilders

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PDF van Sint Nikolaas

 

 

 

 

 

 

 

 

Illustraties: B. Reith

 

 

 

 

 

 

 

 

Stadsmuseum Tilburg

 

 

Bron: internet 2015

 

Advertentie uit Boekenschouw 1921

 

Knipselmap
 

Jonkergouw, Willem (juli 2015)

 

Bron: CuBra

 

Tilburger Willem Jonkergouw is gepensioneerd hulpverlener. Zijn jeugdherinneringen publiceerde hij op website CuBra onder de titel Verhalen op zolder. Op die website ook Jonkergouws bijdragen over de oorlog, Van Gogh, en light verse van zijn hand.

http://www.cubra.nl/willemjonkergouw/welcome.htm

 

Journalistiek, Academie voor de


In Tilburg bestaat sinds 1980 aan de Groenstraat 139 de Academie voor de Journalistiek als onderdeel van de Hogeschool Midden-Brabant, Faculteit Bedrijf, Mens, Media.
juli 2001: Heet thans Fontys Hogeschool Journalistiek Tilburg, Prof. Gimbrèrelaan 16 Tilburg. Wekelijks wordt uitgegeven Argus en ArgusOnline. Dit zijn oefenproducten van tweedejaars studenten journalistiek van de Fontys Hogeschool Journalistiek Tilburg.


Begin pagina

Inhoud De Paap van gramschap

CuBra Home


Jankert, De

Janse, Frans

Janssen, cafe-restaurant
Janson, Karel
Janssen, Rolf
Janssens, mgr. F.

Janssens, Ini

Jong, p. Domien de

Jongenelen
Jongensweeshuis, Drukkerij R.K / Uitgeverij Zwijsen
Jonkergouw, Willem

Journalistiek, Academie voor de