Het Zwarte Licht
Bij het overlijden van Theo van Doorn
door Ed Schilders
De wildste verhalen deden de ronde, en Theo heeft daar later hartelijk
om kunnen lachen. Als leerlingen van de vierde klas van het Sint
Odulphuslyceum in Tilburg dachten wij daar in 1967 echter anders over.
De vraag die ons bezighield was: waarom was onze leraar Nederlands, Theo
van Doorn, al zo lang ‘afwezig’, zo lang dat hij ‘vervangen’ werd. Twee
speculatieve antwoorden herinner ik me. Het eerste was prozaïsch: Theo
was overspannen geraakt doordat hij Het Zwarte Licht van Harry
Mulisch gelezen had. Dat sprak ons zeer aan. Dat gingen we ook lezen.
Het tweede was raadselachtiger: op zekere morgen was Theo in zijn auto
wakker geworden, ergens aan de oever van de Maas, en hij wist niet hoe
hij daar gekomen was.
Wat er werkelijk gebeurd is, heeft Theo me veel later verteld, maar ik
zal het hier niet herhalen. De fluisteringen op het schoolplein van
Odulphus wil ik niet bederven met nuchtere feiten. Maar die auto op de
Maasoever, daar schuilt een kern van waarheid in. Ik kwam daar pas
achter toen ik in Tilburg in 1972 op de lerarenopleiding Nederlands ging
leren en mocht vaststellen dat Theo van die afdeling hoofddocent was
geworden. De weinige colleges die hij daar gaf (vooral over poëzie)
waren een verademing maar het zouden niet zijn gelukkigste jaren in het
onderwijs worden. Toen ik na het tweede studiejaar ging trouwen,
verscheen Theo op de receptie, en hij was een van de weinigen die geen
paars pindastel meebracht. We kregen zijn proefschrift cadeau:
Terminologie van de riviervissers in Nederland (1971). Ik las het,
bewonderde het, en vergat het, totdat ik veel later opnieuw door vaktaal
en volkstaal geboeid raakte.
Ruim twintig jaar later kruisten onze wegen elkaar ten derden male. Ik
had met enige geestverwanten de website CuBra opgericht en door een
toeval werd Theo een van de eerste medewerkers. Onder het pseudoniem
Doruske begon hij op CuBra zijn memoires te publiceren, en gaandeweg
leerde ik hem in geschrifte beter kennen dan ooit tevoren in levenden
lijve. Vooral zijn herinneringen aan zijn jeugd in Lith (aan de Maas)
zijn zeer lezenswaardig.
Toen ik half september 2014 in het Brabants Dagblad de
overlijdensadvertentie las, was Theo al in besloten kring begraven. Op 9
september ging hij op weg naar het zwarte licht. Hij is 85 jaar
geworden.
In de advertentie stond een gedicht van Frederik van Eeden: ‘De
waterlelie’. |