Waartoe zijn wij op aarde? Zo luidde de eerste vraag
van de Catechismus waarmee de rooms-katholieke jeugd van na de oorlog vier jaar
lang, namelijk van de derde tot en met de zesde klas van de lagere school, geplaagd werd.
Het antwoord luidt: Wij zijn op aarde om God te dienen en daardoor hier en hiernamaals
gelukkig te worden. Katholieken die ter lagere school gingen vóór de oorlog kunnen daar
nog steeds een beetje ontstemd over raken. Zij immers moesten nog leren dat zij op aarde
waren om God te dienen en daardoor "in het hiernamaals" gelukkig te worden, en
niet "hier".
Getraumatiseerd. Het klinkt overdreven, maar
zo is het: de catechismus was een wekelijks terugkerende ritueel dat door vrijwel ieder
kind verafschuwd werd. Je moest de antwoorden uit het hoofd kennen, en een laag
rapportcijfer voor catechismus stond vrijwel gelijk aan ongelukkig worden, hier en
hiernamaals. Dom zijn was ook in katholieke kringen niet verboden, en je mocht alles
slecht uit je hoofd kunnen leren, behalve de catechismus. Die vormde een geheiligde
uitzondering, die behoorde je te kennen. De bisschop zei het zelf in het voorwoord:
"Met grote nauwkeurigheid dient er voor gezorgd te worden dat de tekst van de
Catechismus in het geheugen der kinderen wordt vastgelegd." Dat was, schreef hij, de
taak van "ouders, priesters, en onderwijzers", maar je merkte al vanaf de eerste
les dat dat in de praktijk nogal vrij geïnterpreteerd werd. De onderwijzer of de kapelaan
beperkte zich tot overhoren, en je ouders staken geen vinger uit; die waren al lang blij
dat ze er zelf van verlost waren.
Je stond er helemaal alleen voor: 548
antwoorden in vier jaar, zo'n 130 pagina's, en voor een groot deel cumulatief - elk nieuw
schooljaar begon met diezelfde vraag: Waartoe zijn wij op aarde? Voor het geval je het
vergeten was, tijdens de vacantie.
Die beruchte catechismus (eerste druk in 1948)
is niet alleen het meest uit het hoofd geleerde boek van Nederland, hij is ook het meest
mishandelde boek. Daarin lag immers de enig mogelijke genoegdoening: lijdzaam verzet. In
mijn herinnering werd het boekje, hoewel op het formaat van een zakboek gedrukt, door
iedereen bewaard en meegedragen in opgerolde vorm. Krom, uit de band getrokken, en
ongelooflijk beduimeld of erger. Karel, bij ons in de klas, nam er zelfs happen uit, maar
Karel verorberde ook potloden en gummen, dus het zal in dezen eerder aan Karels vraatzucht
dan aan zijn wraakzucht gelegen hebben. Maar toch, wij wensten dat wij zijn eetlust
hadden. Wel betwijfel ik dat er in twintig jaar ook maar één katholiek kind is geweest
dat zijn catechismus niet op de dag van de allerlaatste schoolbel heeft toevertrouwd aan
het oud papier; een goed doel overigens, want de opbrengst van dat oud papier ging altijd
naar de missie. Met gebogen hoofd. Het was volbracht.
Toch blijkt die catechismus een van de meest
gezochte tweedehands boeken van katholiek Nederland te zijn geworden. Dat merkten ze bij
antiquariaat Nillco. Klanten bleken bereid tientjes te betalen voor zelfs de meest
mishandelde exemplaren. Ze besloten het boekje te herdrukken en hebben er in enige jaren
tienduizend van verkocht. Voor vijftien gulden krijgt de lezer nu de perfecte
masochistische leeservaring.
Katholieken hebben altijd geleerd het lijden
te koesteren. Kijk maar naar Pasen, luister maar naar de Matthaeus-Passion. En dus
"Setzen wir uns mit Tränen nieder" om de catechismus nog eens door te bladeren.
En pas vanaf 1948 mocht je ook in dit tranendal gelukkig zijn.
Maar stiekem is er natuurlijk ook een beetje
trots die niets met godsdienst en alles met lezen te maken heeft. Het is het enige boek
dat je ooit uit het hoofd hebt gekend.
|