01-02-2020
Uitspraken en dooddoeners van Frans Hessels
(1931-2006)
Opgevangen en opgetekend door zijn zoon Hans
Hessels (1957)
Inleiding
Mijn vader was een man die veel in uitspraken, dooddoeners en
oneliners communiceerde. Soms plat en racistisch, maar bovenal vaak
humoristisch en altijd Tilburgs. Hij gebruikte ze vooral om een
gesprek niet te laten voortduren als hij geen zin of tijd had. De
laatste jaren heb ik deze uitspraken verzameld. Of hij ze zelf
verzon of ergens oppikte, weet ik niet. Waarschijnlijk een
combinatie. Hoe dan ook, de meeste van deze oneliners ken ik alleen
van hem en sommige daarvan hoorde ik tot vervelens toe.
Hans Hessels
Communicatie
- Iemand zegt wat hij gaat doen maar het interesseert je niet
bijster: - ge ziet mar èn aanders kèkte mar!
- Tegen iemand die hem of haar hard uitlacht in gezelschap: - der
laagt niemand as gij!
- Als je duidelijk probeert te maken waarom iets niet gelukt is: -
den dôod heej aaltij enen orzaok!
- Als moeder weer eens niet zo spraakzaam is: - ons Keej, dòr is
Willem de Zwèèger en ouwoer bij!
- Bij een onsamenhangend en van de hak op de tak springend verhaal:
- èn toen ging ze wir bij Mieke van Riel nòr binne!
- Als je iedereen vraagt even stil te zijn: - der zeej niemand iets
as gij!
- Wanneer je hem of haar voor iets uitscheldt: - wilde gij et zèèn?
- Als je iemand vraagt iets tegen hem te mogen zeggen: - gij ènt zòt
Jooke meugen alles teege mèn zègge!
Dieren
- Biologieles: - en vlôoj is en zèùver bisje…et heej gin lèùs!
- Als je terugschrikt voor een hond: - die doe niks, dies ommers
blij dèttie et lèèven heej!
Eten en drinken
- Bij het zien van een bord met papperig, brokkelig eten: - dès al
ene keer gegeete!
- Als je niet veel honger hebt: - ge moet goed eete, dòr gòn oew
kaoke van ötstaon!
- Als je bij het eten een kruimel laat vallen: - der valt en stukske
öt oew neus!
- Als iemand gezegd wordt dat hij geen peestamp lust: - dè lussek
wèl, mar vur mèn hoeve die peeje der nie in!
- Als je etensresten rond de mond hebt: - lustet nie omdègget ammel
òn oewe mond smèèrt?
- Iemand die zijn borreltjes graag lust: - die spierst er nie in!
- Als je bij het eten nogal royaal bent met sausjes en kruiden: -
zôo kunde ene stront nòg wèl lèkker maoke!
Feest
- Als je op een feestje noodgedwongen op een harde keukenstoel moet
gaan zitten: - dan duurt den aovend lèkker lang!
- Als je je tussen het vele publiek bij een evenement een goeie
plaats wilt veroveren: - irste rang, zèlf douwe!
- Als het erg druk is op een feest of bijeenkomst: - hier moete in
de lèngte laage!
- Op een moment dat je met z’n allen ergens van zit te genieten: -
slèècht laand wòr et niemand goed heej!
- Op een feestje bij mensen die niet zo royaal zijn met de drank: -
daor zulde gin zatsel haole!
Ouder en kind
- Tegen een ouder van een kind dat flink verwend wordt: - ge moet er
ammel gin aajkes onder lègge!
- Als je de kamer binnenkomt en beweert dat het daar stinkt: -
dôrnèt nòg nie! of: - doet oewe mond es dicht èn ruukt nòg es!
- Als je tegen een ouder iemand “opkijkt”: - die heej zen gat ok mar
in tweeje!
- Het is uit met een vriendinnetje: - gin haandevol mar laandevol!
- Als je vraagt een glas met drank door te geven: - kunde van
hierèùt drinke?(...als ik het gooi...) of: - waor wildet hèbbe? (…
als ik het gooi…)
- Als je bij hem zit en nogal druk bezig bent en veel plaats nodig
hebt: - kank hier blèève zitte?
- Als je je verveelt; ”kweenie wèk moet doeoehoeoen!!!”: - zaand òn
elkaar knêûpe! of: - den aop vlôoje! of: - leege zakke rèèchtzètte!
- Doe je iets verkeerd: - ge zèèt nòg nie zonne klèène lul! of: -
lul meej vingers!
- Als je een beetje in de weg loopt in een kleine ruimte: - gao tòch
es wèg van dieje vierkaante meeter! of: - gao tòch es onder et
voetegetrap èùt!
- Als je steeds aan het zeuren en mouwen bent: - ast mouwerke dôod
is, meugde gij et mouwerke wòrre!
- Plagen van een kind: - ik kèn jullieje paa wèl, die heej òn êene
kaant mar êen oor! of: - slòpt jullieje paa nòg nèffe jullie moeder?
- Je afvragend waar pa en ma die dag of avond naar toe moeten: - nòr
et ötgepakt kèèke! of: -nòr husse meej oew neus er tusse! of: -nòr
hòdde, kierze plukke!
- Als je ergens aanzit: - blèft er es venaaf meej oew sausdèùme!
(of…klontjesvingers)
- Bij het gaan vrijen buiten de regio: - ge rijdt er veul schôon
vurbij!
- Ouders en kind of kinderen wonen (te) dicht bij elkaar: - ge meugt
de schorstêen nie zien rôoke!
- Als je eens een moeilijk woord gebruikt: - kundet schrèèven ok?
- Als je onhandig met een mes bezig bent: - snijt nie in oewe rug!
- Als je je niet laat besodemieteren door een ander: - wèl van
èèrem, mar nie van lomp vòlk!
Poep en pies
- Wanneer iemand flink uit zijn mond stinkt: - hèdde gij gin kont
omdègge zo öt oew bakkes stinkt?
- Wanneer je je handen wast na toiletbezoek: - hèdde durt pepierke
gevat?
- Als je luidruchtig in de wc plast: - et lèkt wèl et pèrd van ven
Gènd èn Lôos!
- Als je weggaat: - nie in de stront trappe!
- Als je in je broek hebt gekakt: - dè blèft nie lang wèèrm!
Ras
- Er loopt een neger voorbij: - die hèbbe ze meej en spiegeltje öt
den bôom gelòkt!
- Tegen een ander: - die ziede nie veul mir!… Ander: wie?.....die
neegers meej die witte konte!
- In het verkeer voor een plotseling overstekende neger: - ötkèèke,
die betòlde vur ene goeje!
- Bij een negerin met slappe, hangende, lege borsten: - kèkt die
meej der vètlèère medòllies!
Seks
- Bij het zien van een lelijke vrouw: - dèsser êen om et af te
leere!
- Over een erg klein maar goed gevormd en voorzien meisje: - mar ze
heej wèl alles!
- Bij een vrouw met een strak zittende broek: - dòr kan nòg gin
haand tusse!
- Bij het zien van een erg lange vrouw: - dès nen hôoge; dòr moete
inklimme!
- Bij het opmerken van een vader met kroostrijk gezin: - èn ieder
schòt is nòg ginnen indvoogel! of: - die heetem ok nie meej pisse
versleete!
- Als een vrouw wijdbeens op een stoel zit: - kèkt die meej der waaj
kôoj!
- Iemand die vrijt met een ander wiens taal hij niet spreekt: - dan
moetet ammòl ònwèèze!
- Achter een vooroverbukkende vrouw: - die lòt flink in dere sènt
loere!
- Moeder tegen de middag nog steeds in peignoir: - doe tòch es en
broek òn oe snijbôon!
- Van een vrouw die een beetje ongemakkelijk en wat wijdbeens loopt:
- die heeter nòg en stuksken inzitte!
- Bij een plat pubermeisje, zonder borstjes: - die heej al plòts vur
tietjes!
- Bij een gebeurtenis voordat je geboren was: - toen zaate gij nòg
in de vèrrekèèker!
- Bij het zien van een vrouw in een strakke, in de schaamstreek
aftekenende broek (kamelenteen): - kèkt die meej der vurprèùm!
- Bij het zien van een koppel met vrouw in verwachting: - die heej
zen waopes te hôog gedraoge!
- Bij het opmerken van een man met een forse, dikke vrouw: - die
spult gèèren in en grôote zaol! of: - die heej gèère veul! of: - die
zok saoves wèl es ötgepakt wille zien!
Uiterlijk
- Bij iemand met erg grote voeten: - dès en bruur van Sanders!
- Het zien lopen van een juffrouw met magere beentjes in een kort
jurkje: - gin dikke èèreme, mar wèl dunne bêene! of: - die lopt op
der haande!
- Wanneer je een opmerking over iemand’s rare gelaatsuitdrukking
maakt: - die heej zon gezicht!
- Bij vuile, vettige brillenglazen: - ge moet goej ôoge hèbbe om dur
diejen bril te kunne kèèke!
- Tegen iemand met een hoog opgetrokken broek: - knèlt oew broek nie
onder oew èèreme?
- Iemand met veel overschot achter in zijn broek: - en pond broek èn
en ons kont!
- Tegen iemand met een brede mond: - der zit een vlieg op oew lip,
dòr bij oew oor!
- Iemand met een brede uitbundige lach: - assie laagt leej hil zen
gezicht ooverhôop!
- Tegen iemand die er slecht uitziet: - gij wòrt nie zo oud as
dègger ötziet!
- Iemand met glimmende wangen: - die heej zen gezicht meej snòt
gewaase!
- Je merkt op dat iemand korte benen heeft: - tòch tòt òn de grond
toe!
- Als iemand intensief met een vertrokken gezicht aan het TV kijken
is: - hij kèkt meej hil zen verstaand!
- Teleurgesteld gezicht bv. na verlies: - snoetje int vierkaant!
- Bij het zien van iemand met een kaal hoofd: - die moet veul
gezicht waase!
- Als je bepaalde uiterlijke kenmerken bij iemand opmerkt: - zukke
zèn ammòl zôo!
Van alles wat
- Als het een tijdje duurt eer je na omzwervingen op de plaats van
bestemming raakt: -et stikt zen gat wèèd aachterèùt!
- Mensen met erg weinig meubilair en inrichting in huis: - en blènd
pèèrd lopt er niks kepòt!
- Over een armoedzaaier: - die heejet nie brêed!
- Als je iemand ‘de waarheid’ hebt gezegd en deze zich daarna
‘nederig’ bij je gedraagt: - hij kwaam öt men haand eete!
- Als het de andere dag veel kouder is dan de vorige dag: - dè
schilt ene jas meej giestere!
- Als je ergens veel van hebt: - dès beeter as zo hil veul!
- Over een losbol: - dies zo zòt as en kèrrad!
- Als zich een vervelende gebeurtenis zal voordoen in de verre
toekomst: - dan doe mene kòp gin zeer mir!
- Er komt voor jou een zware tijd aan: - dè zal oew kuntje vaore!
- Als je het geleende niet teruggeeft: - zèède gij er êene van
Linhouwers?
- Bij ontevreden zijn: - et kan gin stèùte lije!
- Ergens netjes parkerend: - hier stòn we ginnen boer in zen
vènster!
- Wanneer je ergens teleurgesteld afdruipt: - kòp int zak!
Werk
- Als je vraagt wat een bepaald iemand doet (voor de kost...): -
niks, èn dan hil lang aachter mekaar!
- Gezegd van iemand die weinig uitvoert: - die zal zen blaos nie
scheure!
- Als iemand ergens mee stopt maar de rotzooi laat liggen: - die
schaajt er meej èùt as enen boer van zene stront!
- Iemand hebben ze flink te pakken genomen: - die hèbbe ze goed òn
zene feeter gehad!
- Je hebt iets (eens) goed gedaan: - zôo kènnekoe wir!
- Iemand met wie je niks kunt beginnen: - daor kunde gin blènde kiep
meej vange!
- Laat je niet overbluffen!: - lòt oewèège nie ondersneuwe!
- Als je een ander wilt opjagen in zijn werk: - ik stao nie Int
òngenoome!
- Als moeder de hele dag met de stofdoek rondloopt: - ons Keej die
stòft et stòf dè de vòlgende week gao valle!
- Als iemand pocht dat hij iets specifieks veel beter kan dan jij: -
as dè alles is wègge kunt!
- Als je je superieur voelt t.o.v. een ander: - ik kan em zakken èn
verkôope!
Ziekte en dood
- Als iemand er erg ziekelijk uitziet: - dies dôod mar hij wittet
zèlf nòg nie!
- Bij het zien van een ernstige zieke: - hij ziet er èùt as den dôod
van Ieper!
- Bij hoestbuien of een etterende wond: - alle köjeghèd komt er èùt!
- Wanneer een baby of kindje er erg slecht uitziet: - die heej veul
geleeje meet koome!
- Wanneer er gesproken wordt over een vervelend kwaaltje: - dè ha
onze paa op zen lèst ôok!
- Het kind ziet er nu veel beter uit dan kort na de geboorte: - dies
nòg goed òpgedrêûgd!
- Je ziet er bleek en witjes uit: -wè ziede tòch wit, moete poepe?
- Als een flauwerik weer eens ziek is: - der zit zeeker wir en
scheet verkeerd!
- Op ziekenbezoek geweest en het gaat nog niet zo best met de
patiënt: - hij kos nòg gin vèèr van zen lippe blaoze!
|