We
hebben het al wat keren meegemaakt, dat niet-Tilburgers, door
Pierre van Beek als niet-autochtonen, buitenstaanders,
niet-inboorlingen of vreemdelingen in Jeruzalem betiteld, zich
tegenover ons beklaagden over het feit, dat sommige dialectische
uitdrukkingen voor hen volkomen onverstaanbaar waren. Daar was
natuurlijk niets tegenin te brengen. Pierre van Beek besteedde aan
dit gegeven natuurlijk ook aandacht in zijn Tilburgse
Taalplastiek. Meestal deed hij dat aan het eind van een
aflevering. Wel probeerde hij de pijn wat te verzachten door er
nog op te wijzen dat het ABN in dezen ook niet geheel vrijuit
ging.
Dialect
Soms
leidt ons dialect wel eens tot totale onverstaanbaarheid voor de
buitenstaander. Een klassiek voorbeeld is daarvan de uitroep van
de Willem II-supporter op de voetbaltribune vlak vóór de
wedstrijd: "'k Wossebegosse", waarop zijn makker
antwoordde: "Asse mar kosse!" en een derde toeschouwer
voegde daar nog aan toe: "Summedene". Vertaald betekent
dat alles bij elkaar: "Ik wou dat ze begonnen. Als ze maar
konden. Zo meteen".
Tot
slot nog een dialectaardigheidje. "Toetheetoehojbem!"
Natuurlijk 'n beetje "gemeen", dat we de woorden aan
elkaar schrijven! Het zijn geen ontcijferde hiëroglyfen uit het
graf van de Egyptische pharao Toet-Anch-Amon. Kijk maar: toe thee
toe hoj bem. En dat betekent: tot thee toe had hij bij hem. Bv.:
alles had hij bij zich, zelfs tot thee toe. Zo zeggen we dat in
Tilburg!
Tot
slot voor de aardigheid nog een fikse Tilburgse alliteratie:
"Zôj zo zuut zat zèn zi-j." ("Zou hij zo zoet
genoeg zijn, zei hij" - de thee bijvoorbeeld!)"
Tot
slot een dialectaardigheidje, dat men ons reeds enige malen
toegezonden heeft en dat wel tot het klassieke Tilburgs gerekend
mag worden. Jammer genoeg kunnen we de uitspraak niet precies
aanduiden, maar dat is voor Tilburgers geen beletsel. Hier gaat ie
dan: "Ulliede gullie den ulliën ook?" (Oliën jullie
die van jullie ook? bv. de koffiemolen!) De uitdrukking is
verbazend aardig vanwege het ritme, de klanknabootsing en de
opeenvolging van nagenoeg dezelfde klanken. Het is werkelijk alsof
men aan de zwengel van een koffiemolen zit te draaien... Dus toch
iets méér dan zo maar een aardigheidje! Ja, we beschikken in
Tilburg over onbekende taalvirtuozen!
Tot
slot nog het volgende aardigheidje: Twee meisjes liepen door de
Heuvelstraat. De een zei tot de ander toen ze een aardige jongen
gepasseerd waren: "Kekt 's of ie kekt en as-ie kekt nie kèke!"
(Kijk eens of hij kijkt en als hij kijkt niet kijken...)
Tenslotte
nog een gewestelijk taalaardigheidje! Een vader zei tot zijn zoon:
"Is dè praot, die gij prot; prot praot net as ik praot, dan
protte pas praot!"
Tot
slot nog een Tilburgs dialectaardigheidje: "Zit nie aon oe
bölleke te pölleke(n)". Een lekker zinnetje! Vanwege zijn
ritme, herhaling van lettergrepen en klank. Bovendien is het
verschil in beide woorden eigenlijk slechts één letter. Dus veel
fraais in kort bestek. Voor de niet-autochtonen, die met de
vertaling niet klaar mochten komen, hier staat: "Zit niet aan
je bolletje (hoofdje) te pulken". Maar nu is alle moois
ineens geëlimineerd. Waaruit men weer eens ziet hoe vertalers
verraders kunnen zijn...
Tot
slot een echt dialectzinnetje: "Hij zaat op z'n hukkus vur de
knorriekooi". Die man zit op zijn hurken voor de kanariekooi.
Dit voor de niet-inboorlingen!
Tenslotte
nog een aardig dialectpuzzeltje, dat voor de
"inboorlingen" weinig moeilijkheden oplevert, hoe vreemd
het er ook uit mag zien: Vraokoewiets? Dat is: Vraag ik je iets?
Tenslotte
nog een aardigheidje, dat een bejaarde inzender vanaf zijn
twaalfde jaar als herinnering meedraagt. In 1899 was op de
Koestraat 95 de kruidenierswinkel gevestigd van C. van
Spaendonk-Donkers. Hier kwamen de boeren van de Heikant en uit den
Udenhout winkelen. Ze brachten dan een wegge (ovaalvormige kluit)
boter en eieren mee in plaats van geld en ontvingen daarvoor
kruidenierswaren. Bij een vrouwelijke klant ontwikkelde zich
steevast het volgende gesprek: Wè zal 't zèn Mie? - Tej! -
Weffre tej? - Tej lek me gat hej! En dat betekende dan: Wat zal
het zijn Mie? - Thee! - Welke thee? - Thee zoals we gehad hebben!
Het is het mooiste als men het hardop leest.
ABN
Dat
echter zelfs Algemeen Beschaafd Nederlands totaal onverstaanbaar
klinkt, komt niet zo vaak voor. Zegt u echter eens een beetje vlug
en zonder accentueren onverwacht tot iemand: "Maaien abten
hooi?" Dat verstaat geen mens. Neergeschreven is er de
aardigheid af, het gaat enkel om het gehoor. De twee eerste
woorden vloeien voor het gehoor - dank zij de door een
"a" gevolgde "n" samen tot het zonderlinge
"maaienabten" en de "h" van "hooi"
valt bij het vlugge spreken gedeeltelijk verloren. Neemt u voor de
aardigheid maar eens de proef. Verstaat iemand het zinnetje
desondanks, dan komt dat omdat de betrokkene dit artikeltje
gelezen heeft.
Spreek
eens vlug achter elkaar de volgende onzin: "Aala taal, papa
thaarman, tlama thooi, endes ikat mee." Hier staat: "Aal
(vrouwennaam) at aal (paling), pap at haar man, 't lam (jong
schaap) at hooi, en de sik (geit) at mee."