Nieuwe norm
Graaien is de norm
en niemand heeft nog de pest
aan lange vingers.
Winters koud
Handen voor de mond.
Adem uit warme longen.
Twee seconden troost.
Kroegpraat
-Die eurocrisis
komt me langzaam de strot uit.
-Doe nog maar eens vol.
Stank
Als geld zou stinken,
dan was het hele bankwezen
een open riool.
Betweters
Die alles weten,
kennen vaak het antwoord niet
op levensvragen.
Kramsvogels
Rustend op de trek,
snoepend van jeneverbes.
Zat is er niet een.
Postbode
Komt juist de hoek om.
Een fietstas vol beloften
Geen boodschap aan mij.
Sprookje (1)
Zandpad door het bos.
Geen benul waar het heen voert.
Vader houthakker.
Sprookje (2)
Door het grote bos
op weg naar haar grootmoeder.
Als lopend buffet.
Sprookje (3)
In een oud kasteel
slaapt ze een eeuw uit en weet
van de prins geen kwaad.
Sprookje
De zeven dwergen
loeren begerig naar haar:
wie mag als eerste?
Sprookje (5)
Hij erft de molen,
hij erft de ezel en jij
'kat in 't bakkie'.
Sprookje (6)
Hij is nou vet zat,
krijst de hongerige heks.
Kookt het water al?
Absoluut gehoor
Waakzaam op de hei,
een vliegden die stemmen hoort:
kreet uit het heelal.
Voorlopig
Wie in God gelooft,
hoeft nergens voor te vrezen.
Voorlopig toch niet.
Vinkenslag
Ze slaat met haar slag
telkens een gat in de dag.
Om af te vinken.
Madelief
Maaier iets te hoog.
Ternauwernood ontkomen,
dat dappere ding.
Koekoek
Vanuit de esdoorn
herhaalt hij alsmaar zijn naam.
Domme eigendunk.
Verjaardag
Alweer een jaar om.
Waarom zou ik dat vieren?
Vieren doodt de tijd.
Brem
Een helgele vlam
tussen gortdroge heide.
Als dat maar goed gaat.
Land art
Na gesnoeid te zijn
gaat deze buxus verder
als verknipte kip.
Leugen
Liegen om bestwil
wil wel eens uitkomst bieden
als de waarheid kwetst.
Muzikant
Ik maak nog muziek,
zei de oude trompettist
en hij liet een wind.
Manager
Een vák is het niet.
Eerder een hebbelijkheid:
zot op winstbejag.
Mooi trio
In de akkerrand:
margriet klaproos korenbloem.
Aardser geen genot.
Distels
Stekelig gewas,
een schande op de akker,
pluizig uitvergroot.
Nieuwe aardappels
Geen weeïge stank,
geen slap en pappig vertoon,
maar feest in de pan.
Bosmierenhoop
Pal aan de zuidrand
van het zinderende bos:
geleide chaos.
Kermis in 1950
Geur van pieterman,
friet, oliebol, suikerspin...
kwartje was al op.
Perzik
Zachtaardig het vlees.
Weldadig het rijke sap.
Hardvochtig de pit.
Fietstocht
Samen op de fiets.
Een dag om in te lijsten.
O, zomers profijt.
Geen kunst aan
Dit zangeresje
dankt haar succes uitsluitend
aan haar hoerig lijf.
Hinde
Ze huist in het bos,
onttrekt zich aan oog en oor:
schim noch geritsel.
Buizerd
Door kraaien gepest,
kiest hij de juiste thermiek
en kijkt op hen neer.
Roekenkolonie
Geharnast bestaan.
Geharrewar en gekras.
Gepantserd volkje.
Verkiezingen
Die politicus
kletst uitsluitend uit zijn nek
en nekt zo zichzelf.
Smaakvol
Een slimme stadskraai,
met een taartje in de bek.
Een bietser met smaak.
Beemdbeek
Het slangachtig wier,
rekt zich uit in de stroming,
het wil mee naar de zee.
De Dommel
Al veertig eeuwen
rolt ze haast tijdloos verder,
dankzij haar wielen.
Mussen
Ruzie in de heg.
Hels schetterend gekwetter.
Herrie lost niks op.
Hongerig
Waakzaam in haar web
hoopt de spin op signalen.
Geen hond die aanbelt.
Tortelduifje
Ergerlijk gekoer,
oprispend ochtendhumeur:
rot toch op tortel.
Allerzielen
Er viel een dor blad
dwarrelend naar beneden
in een nog leeg graf.
Hamsteren
Garende gaaien,
kijken, keuren, opkroppen:
per eikel geijkt.
Vraag
Veel vogels zijn weg
naar het zonnige zuiden.
Wat doen wij hier nog?
Onverwacht
Een mooie herfstdag.
Een donderslag, een windstoot.
Dat doet de deur dicht.
Roos
Vol van eigen roem
pronkt ze in een ijle vaas.
Ze stinkt nochtans niet.
Transformatie
Een zomertaling
op een dichtgevroren ven.
Een wintertaling.
Vos
Nu hij haast crepeert,
de geur van boeren kippen.
Honger stilt de angst.
Tegenstrijdig
Kind in voederbak.
Tafels rijkelijk gedekt.
Armoe baart rijkdom.
Nieuwjaar
Wat een mens ook wenst
in het fonkelnieuwe jaar,
perfect wordt het nooit.