Het
traktement van schoolmeester Hagens |
|
De succesvolle handelspositie van
de Republiek der Verenigde Nederlanden was een
doorn in het oog van enkele andere landen. Dat
leidde in 1672 tot de Hollandse oorlog, waarbij
de Republiek werd aangevallen door Engeland en
Frankrijk. Bij deze beide legers sloten zich ook
de legers van de bisschoppen van Münster en
Keulen aan. Niet voor niets werd dit jaar in
onze geschiedenis met “rampjaar” aangeduid. |
|
Ook voor Tilburg had deze oorlog
grote gevolgen. Er moesten flinke gedragen
betaald worden wegens onder meer de
inkwartiering van soldaten bij de inwoners van
Tilburg. Maar ook werden er flinke kosten
gemaakt voor de betaling van sauvegardes en voor
de levering van goederen door de foeriers van de
Koning van Frankrijk [1]. |
|
In die periode voerden
vertegenwoordigers van de bevolking controle uit
op het beheer van de dorpskas. Een groep van
tweeëntwintig mannen (twee uit elke herdgang)
controleerden het sluiten van leningen en het
doen van betalingen door drossaard en schepenen.
Hoogst-waarschijnlijk waren deze afgevaardigden
allen rooms-katholiek. |
|
Op 10 maart 1659 deed Cornelis
Hagens [Haghens] belijdenis voor de
Nederduits-Gereformeerde kerk in Tilburg en werd
hij op de lidmatenlijst bijgeschreven [2]. Op 26
september 1659 ontving de kerkenraad van Tilburg
een attestatie van de kerkenraad van Strijen,
dat Cornelis Hagens daar in ondertrouw was
gegaan met Jobje Cornelis Acxkeren. Zij was de
weduwe van Albert Lucas Kivit. De kerkenraad van
Tilburg verleende hen op 14 oktober 1659 een
attestatie, zodat zij in Strijen in het huwelijk
konden treden [3]. Jobje Acxkeren werd op 12
december 1659 met een attestatie uit Strijen in
het Lidmatenregister van Tilburg ingeschreven
[2]. |
|
Door het overlijden van David van
Ham [van der Hamme] kwam de post van
schoolmeester en voorlezer in de herdgang
Heikant in Tilburg vacant. Op 22 juli 1660 werd
aan de Raad van State voorgesteld in deze
functie Cornelis Hagens te benoemen. De Raad
ging met deze benoeming akkoord [4]. Hem werd
een traktement van 100 Karolusgulden per jaar in
het vooruitzicht gesteld. |
|
Toen in het rampjaar 1672 de
oorlog uitbrak ontvluchtten drossaard Henricus
Verschueren en de Nederduits-gereformeerde
schepenen Jacobus van der Burcht, Richard
Versteegh en Paulus Scholt Tilburg. Op die
manier wilden zij aan arrestatie ontkomen. De
rooms-katholieke schepenen mr.Charles de Roij en
Anthonij Mutsaers bleven in Tilburg. |
|
Door het vertrek van de drossaard
en de drie schepenen, werd het dorp Tilburg nu
bestuurd door het college van de tweeëntwintig
mannen, met aan het hoofd de schepenen De Roij
en Mutsaers. Dat viel nog lang niet mee, want
door de oorlog rezen de kosten voor het dorp de
pan uit. Op allerlei manieren probeerde men de
kosten te drukken en aan geld te komen. |
|
Eén van de maatregelen welke het
“gelegenheids-dorpsbestuur” nam was het
intrekken van het traktement van schoolmeester
Cornelis Hagens. Een pittige maatregel, welke
het gezin van de schoolmeester pijnlijk trof.
Hij was op dat moment namelijk vader van vijf
kinderen en van het traktement moest hij zijn
gezin onderhouden. |
|
Nadat hij ruim een jaar lang
zonder traktement toch zijn functie als
schoolmeester is blijven vervullen, richtte
Hagens zich op 5 april 1674 tot de (weer
teruggekeerde) drossaard en schepenen. In een
verzoekschrift beklaagde hij zich over de
genomen maatregel jegens hem. Het kon volgens
hem niet anders, dan dat die maatregel een
gevolg was van de haat van de twee schepenen en
de tweeëntwintig mannen tegen de gereformeerde
religie. Door van hem zijn traktement in te
houden probeerde men hem machteloos te maken en
een rooms-katholieke school te willen stichten,
vond hij. Maar omdat zijn aanstelling wettig was
en hij het niet met de maatregel eens was, was
hij als schoolmeester aangebleven. Om die
redenen verzocht hij drossaard en schepenen om
zijn aanstelling voort te zetten en hem het
achterstallige honorarium uit te keren. |
|
Drossaard en schepenen besloten
dat het verzoekschrift van Hagens werd
doorgegeven aan de toenmalige schepenen De Roij
en Mutsaers én aan de tweeëntwintig mannen. Van
hen verwachtten de schepenen binnen zes dagen
een antwoord op het verzoek van Hagens. |
|
Omdat er al enkele weken waren
verstreken en er geen voortuitgang in de zaak
zat, richtte Hagens zich op 22 april 1674 met
het zelfde verzoek nogmaals tot de drossaard en
de schepenen. Diezelfde dag nog werd het verzoek
door vorster Anthonij van Opstal in handen
gesteld van mr.Charles de Roij en Anthonij
Mutsaers. Op dít document werd geen “marginale
appostille” van de schepenbank aangetroffen. De
beide voormalige schepenen namen het verzoek uit
handen van de vorster aan. De Roij verklaarde
het document mede namens de tweeëntwintig mannen
in ontvangst te nemen. [5] |
|
Schoolmeester Hagens zal naar
alle waarschijnlijkheid zijn achterstallig
honorarium hebben ontvangen. Gedurende vijftig
jaar is hij schoolmeester op de Heikant geweest.
Een behoorlijke staat van dienst ! De waardering
voor zijn inzet werd bij zijn overlijden
getoond. Op 23 november 1710 is men al begonnen
met het luiden van de klokken, terwijl hij op 26
november 1710 te Tilburg werd begraven. |
|
|
Kinderen uit dit huwelijk: |
|
Haghen
Hagens
~
21-11-1660 te Tilburg
[]
28-8-1688 te Tilburg |
|
Cornelis Hagens
~
25-2-1663 te Tilburg |
|
Jan
Hagens
~
25-2-1666 te Loon op Zand
[]
17-3-1719 te Tilburg |
|
Dingena Hagens
~
24-6-1668 te Tilburg |
|
Michiel Hagens
~
28-6-1671 te Tilburg |
|
Leendert Hagens
~
26-9-1674 te Tilburg |
|
|
Nieuwegein, 12 augustus 2015
John van Erve |
|
|
[1]
http://www.tijdmachinetilburg.nl
[2] (RAT)
Tilburg Lidmatenlijst 1648-1734, f.3
[3] (RAT)
Tilburg Lidmatenlijst 1648-1734, f.99v
[4]
(BHIC) Raad van State, toegangsnr.178,
inventarisnr.234, f.708
[5] (RAT)
Tilburg en Goirle Toegangsnummer 14, Varia 53B |