|
|
Toen er in 1738 in Oost-Europa een pestepidemie
was uitgebroken haastte de Staten-Generaal zich
om, ter voorkoming van verspreiding in de
Republiek der Verenigde Nederlanden, een
placaat uit te vaardigen [1]. In dit
plakkaat werd een aantal maatregelen afgekondigd
om deze swaare pestilentiaale besmettelijke
siekte tegen te gaan. |
|
|
|
De maatregelen waren met name gericht tegen
bedelaars, landlopers en pakdragende
Jodenmannen en –vrouwen, die zich bezighielden
met het kopen van oude kleding en vodden. Omdat
zij met die goederen langs de huizen gingen, was
het gevaar groot dat daardoor de ziekte onder de
bevolking werd verspreid. |
|
De Staten-Generaal bepaalden, dat er gedurende
één jaar geen bedelaars, landlopers en
rondlopende Jodenmannen en –vrouwen de Republiek
mochten binnenkomen. Werden zij desondanks toch
aangetroffen, dan moesten zij worden aangehouden
en over de dichtstbijzijnde grens worden gezet.
De goederen welke zij bij zich hadden moesten
onmiddellijk worden verbrand. Werden zij daarna
nogmaals binnen de Republiek aangetroffen, dan
werd hen geseling, brandmerking en levenslange
verbanning in het vooruitzicht gesteld. |
|
Fragment
uit het placcaat van 31-12-1738. |
|
Daarnaast werden er regels opgesteld, waaraan
veermannen en herbergiers zich dienden te
houden. Hielden zij zich daar niet aan, dan
konden zij twee weken op water en brood in de
gevangenis worden gezet. Bovendien zouden zij
hun beroep niet meer mogen uitoefenen. |
|
De officieren [drossaards] kregen de opdracht om
naam en toenaam te noteren van de bedelaars,
landlopers en Jodenmannen- en vrouwen die zij in
hun jurisdictie hadden aangehouden. Daarbij
moesten zij een omstandige beschrijvinge
noteren van postuur of gestalte en kennelijke
teekenen. |
|
Verder moesten de officieren het plakkaat op de
gebruikelijke plaatsen verkondigen en
publiceren. Tegen degenen die zich niet aan dit
plakkaat wensten te houden diende sonder
eenige gratie of oogluijkinge een proces te
worden aangespannen. |
|
Het ziet er naar uit, dat de maatregelen succes
hebben gehad, want een pestepidemie heeft zich
hier te lande niet voorgedaan. |
|
Nieuwegein, 10 november 2015
John van Erve |
|
[1] (RAT)
Tilburg en Goirle Varia 61A (Placaat
Staten-Generaal d.d. 31-12-1738). |