Inhoud
[Datum - weekdag - pagina - Titel / In
roze de signatuur - Ongesigneerde
stukken zijn redactionele bijdragen]
30 05 24 za 2 Grootsche plannen
30 05 26 ma 2 Grootsche plannen 1
30 05 28 wo 10 1
Grootsche plannen 2
30 05 28 wo 10 2
Ingez. St. - Grootsche plannen en het verkeer in de Zomerstraat P.V.
30 05 31 za 10 Rondom het Paleis-Stadhuis-vraagstuk
31 03 20 vr 2 Stadhuisplannen
31 04 18 za 8 De verplaatsing van de kiosk van den Heuvel
31 08 17 ma 5 Het Koninklijk Paleis als representatief
Gemeentehuis +
Tabel 1 PR
31 08 20 do 9 Ingez. St. - Rondom Raadhuisplannen
Tilburger
31 08 22 za 9 Verslag raadsvergadering van 21 augustus
31 12 07 ma 7 Gemeentebegrooting Tilburg 1932 - Verbouwing
Paleis-Musea
32 09 12 ma 5 Oproep tot bijwoning van de raadsvergadering
van 16 september
32 09 17 za 9 Verslag raadsvergadering van 16 september
32 10 01 za 2 De bouw der nieuwe H.B.S.
Bond van Bouwpatroons
32 10 15 za 3 1
Advertentie aanbesteding
32 10 15 za 9 2
Verslag raadsvergadering van 14 oktober
32 10 31 ma 2 Aanbesteding der nieuwe Rijks H.B.S.
+
Tabel 2 PR
33 01 09 ma 7 Gunning bouw Rijks H.B.S.
34 10 27 za 2 Geboetseerd model van het nieuwe
Paleis-Raadhuis
34 10 29 ma 8 Oproep tot bijwoning van de raadsvergadering
van 2 november
34 10 31 wo 6 Ingez. St. - 't Wordt schoon in Tilburg
Een opmerker
34 11 02 vr 9 Ingez. St. - Over het voorstel
beschikbaarstelling crediet X.
34 11 03 za 9 1
Verslag raadsvergadering van 2 november
34 11 03 za 11 2
Ingez. St. - Restauratie "Paleis" - Raadhuisstr. 1 - Raadhuisstr.
2 N.N.
34 11 06 di 8 Bezichtiging maquettes en tekeningen
B. en W.
34 11 12 ma 2 Expositie Stadhuisplannen
35 01 12 za 4 Aanbesteding
Oscar Leeuw
35 01 22 di 2 Werk aan den winkel!
35 01 24 do 3 Inschrijvingen aanbesteding
+
Tabel 3 PR
35 02 07 do 3 Gunning van het nieuwe Stadhuis
35 02 18 ma 2 Ons oud gemeentearchief komt terug
35 02 25 ma 3 Ongeval op het Paleis-Raadhuis
35 03 28 do 2 Waar is de eerste steen van het Kon.
Paleis? G. v. L.
35 04 20 za 10 Stucadoorwerk opgedragen
35 06 22 za 15 Ingez. St. - De droom van een werkloos
bouwvakarbeider M. v. C.
35 07 15 ma 11 Gunning electriciteit
35 10 16 wo 11 De "eerste steen" van het Kon. Paleis
onvindbaar
35 12 09 ma 3 Tilburg Vooruit neemt belangrijk besluit
35 12 16 ma 2 Een mooi geschenk voor het museum
Nieuwe Tilburgsche Courant - zaterdag 24 mei 1930
Grootsche plannen
Alvorens de openbare vergadering van den gemeenteraad gisterenavond
een aanvang nam, bleef dit College ruim 2 uren met gesloten deuren
bijeen. Ons komt ter ore, dat het gesprokene in hoofdzaak niet
"geheim" behoeft te blijven en daarom zullen wij aan onze lezers
mededeelen wat van deze vergadering tot ons is gekomen. Dit
concentreert zich om de volgende belangrijke zaken.
"De Verkeersregeling"
Zooals men in de verslagen van den gemeenteraad heeft kunnen lezen,
worden de panden, die de gemeente bij publieke veiling van de
erfgenamen de Beer aan de Zomerstraat heeft verhuurd, slechts op
korten termijn verhuurd. Het plan is nu om een verkeersweg aan te
leggen van uit de Zomerstraat over de terreinen "de Beer" uitkomende
bij het Gemeentehuis achter de Arbeidsbeurs heen. Het verkeer,
komende van de Bredascheweg, moet dan volgens het eenrichtingverkeer
de nieuwe verkeersweg over de panden "de Beer" nemen en tusschen
Gemeentehuis en Heikesche kerk afvloeien langs Paleisstraat,
Emmastraat, Piusplein naar Bosscheweg. Hierdoor wordt de enge weg
Zomerstraat - Heuvelstraat ontlast, en kan het eenrichtingverkeer
verder worden doorgevoerd.
Tevens ligt in het plan de bedoeling om voor de Heikesche kerk een
groot plein aan te leggen waardoor het reliëf van de Heikesche toren
beter tot zijn recht zal komen. Tevens zal de Vrijdagsche markt als
marktplaats een beter en gerieflijker aanzien krijgen. Het oude
aspect van de Vrijdagsche markt zal blijven bestaan, omdat de hoek
Zomerstraat, tot aan de Arbeidsbeurs, bewaard blijft. Hoe fraaier de
huizen aldaar zullen worden gemaakt, hoe schooner dit aspect.
Een groot plein
Het ligt tevens in de bedoeling van het gemeentebestuur om op de
gemeentegronden aan de Piushaven een groot vierkant terrein daar te
stellen. Dit plein zou kunnen dienen tot een paar maal per jaar
huisvesting te geven aan cursisten en wat dies meer zij, alsook zou
kunnen worden overwogen om daar de jaarlijksche kermis te
concentreeren.
Het Kon. Paleis wordt Stadhuis-Museum*
Zooals bekend is indertijd het Kon. Paleis aan de gemeente afgestaan
op die conditie dat er in zou worden gehuisvest eene Rijks Hoogere
Burgerschool. Zou het gebouw aan deze bestemming worden onttrokken,
dan zou het gebouw weder als eigendom aan de erfgenamen terugvallen.
Het gemeentebestuur nu wil het Kon. Paleis als historisch gebouw
behouden en heeft het plan opgevat om dit in te richten als openbaar
gebouw, d.w.z. het oude stadhuis blijft als stadhuis in gebruik,
doch het Kon. Paleis zou worden ingericht voor feestelijke
gelegenheden, zooals daar zijn: de vergaderingen van de Raad, het
sluiten van burgerlijke huwelijken, ontvangst van officieele
personen en vereenigingen welke in Tilburg hun congres houden, enz.
Alsook zou een gedeelte voor Museum kunnen worden ingericht.
Van H.M. de Koningin is reeds bericht ontvangen, dat zij, wat haar
deel aangaat, gaarne mede wil werken en het op hoogen prijs stelt,
dat de gemeente door deze daad de herinnering aan haar
hooggewaardeerden grootvader, aan wie onze stad zooveel te danken
heeft, wil bewaren. Echter, er zijn nog meerdere erfgenamen nl. de
kinderen van Prinses Sophia, in Duitschland vertegenwoordigd door de
Vorstenhuizen Saksen-Weimar en Coburg-Gotha. Met deze vorstelijke
personen zijn de onderhandelingen nog gaande en verwacht wordt, dat
deze, zij het met getroosten van eene afkoopsom, tot een goed einde
zullen worden gebracht. Wanneer deze plannen slagen, dan zal de
gemeente moeten zorgen voor den bouw van eene nieuwe Rijks H.B.S.
Wanneer verder deze idee tot verwezenlijking zal worden gebracht,
dan zal de tuin van het paleis als park worden opengesteld. Daar de
voorzijde van het paleis is gelegen aan het Willemsplein, zal bij
eventueele ontvangst van officieele personen en congressen ook vanaf
dit bordes worden gesproken en eventueele optochten kunnen worden
aanschouwd. Misschien worden de gebouwen aan de zijden van het
Willemsplein, zooals conciërgewoning, teekenschool en laboratorium,
afgebroken. Het Willemsplein zal dus, bij effectueering van deze
plannen, in aanzien vooruitgaan. Ook zal aan de oorspronkelijke
opzet gevolg worden gegeven, want het Willemsplein was
oorspronkelijk geheel als paleisplein bedoeld. Daarom was ook
bepaald, dat de huizen aan het Willemsplein met verdieping moesten
worden opgetrokken. Zie hier het oorspronkelijke plan, welk plan na
80 jaren eindelijk, zij het dan met andere bediening, zal worden
voltooid.
Het komt ons voor, dat de gemeenteraad met het nemen van dergelijke
besluiten een schoon werk zal verrichten. De verkeersregeling zal
nader tot oplossing worden gebracht en door het in bezit krijgen van
het Kon. Paleis en paleistuin zal een schoon stukje natuurschoon
midden in de stad worden bewaard tot sieraad van onze stad en tot
genoegen van het publiek. Tevens wordt ook eene schoone bestemming
gegeven aan het Kon. Paleis en kan dit medewerken om de
nagedachtenis aan Neerland's grooten Koning, de held van Waterloo en
Tilburg's weldoener, op piëteitvolle wijze worden bewaard.
Nader vernemen wij ook, dat wordt omgezien naar een nieuw gebouw
voor publieke werken en ook de zoozeer verlengde doorbraak Willem
II-straat - Willemsplein in het naaste verschiet ligt.
* Dit plan werd voor twee jaar bij de
behandeling der gemeentebegrooting reeds door den heer A. Donders
naar voren gebracht. (Red. N.T.C.)
Nieuwe Tilburgsche Courant - maandag 26 mei 1930
Grootsche plannen 1
Men schrijft ons nader:
Wanneer ooit een plan van ons gemeentebestuur met enthousiasme door
het publiek ontvangen is geworden, dan is het wel het door ons
Zaterdag gepubliceerde plan om het Kon. Paleis van Koning Willem II
te bestemmen tot Stadhuis-Museum. Het Paleis zou dan na restauratie
worden ingericht voor representatieve doeleinden (het oude stadhuis
zou dan meer het administratieve gebouw worden) terwijl tevens in
eenige zalen het gemeentelijk museum kon worden ondergebracht. Het
moet tevens voor het raadslid de Wijs, die zich op bizondere wijze
voor het museum interesseert, eene aangename gewaarwording zijn
geweest te vernemen, dat men daardoor weder een stap nader tot het
doel is gekomen; bovendien kan het voor hen, die voor het museum
iets te missen hebben, eene aansporing zijn om voorwerpen af te
staan.
Ook de verkeersregeling vond ieders aandacht, belangstelling en
goedkeuring. Reeds bij den koop der gronden van de familie de Beer
was de publieke opinie voor dezen koop en is deze goedkeuring voor
het nieuwe verkeersplan nog gestegen. Omtrent het Kon. Paleis willen
wij onze lezers iets mededeelen, omdat men zich dienomtrent
meermalen eene verkeerde voorstelling van zaken maakt. Op den
voorgrond willen wij stellen, dat de "Koningswaai" er sterk mede
vooruit zal gaan en wanneer ook de groote verbindingsweg met de
Heuvelstraat zal zijn geëffectueerd, in eenige jaren van aanzien zal
zijn veranderd.
Koning Willem II bewoonde, wanneer hij te Tilburg vertoefde, een
groot heerenhuis, ter plaatse waar nu de gedenkzuil staat, doch dit
kwam op den duur niet met zijne waardigheid overeen en hij wenschte
een nieuw gebouw. Met het stichten van het nieuwe Kon. Paleis had de
Koning een drieledig doel. Ten eerste wenschte hij een hem meer
passend gebouw; ten tweede moest dit gebouw ook van dien aard zijn,
dat hij ook de Koningin naar hier kon geleiden, wanneer hij in onze
stad vertoefde en ten derde voldeed het aan zijn zucht tot het
scheppen van werkgelegenheid en dus mede te werken aan den welstand
der arbeiders. Wij weten dat het God niet behaagd heeft het nieuwe
Paleis te bewonen en dat het enkel nog gediend heeft om het
stoffelijk omhulsel van den Koning eenige dagen binnen zijn muren te
herbergen.
Erfgenamen, die aanspraak op het Kon. Paleis konden doen gelden,
waren Z.M. Koning Willem III, H.H. K.K. H.H. Willem Frederik Hendrik
en Wilhelmina Maria Sophia Louisa. Deze schonken bij akte van 15
September 1864 het gebouw aan de stad Tilburg. Namens de gemeente
werd het gebouw in erkentelijken dank aanvaard door den heer J.H.A.
Diepen, wethouder van Tilburg. Het Paleis heeft dus van 1849 tot
1864 zonder doel en onbewoond gestaan. Bij de acte van overdracht
werden echter eenige bepalingen gemaakt. Deze bepalingen komen in 't
algemeen hierop neer: "Het Paleis met aangelegen lusttuin en
gronden, groot één bunder 65 roeden en 50 ellen, worden aan de
gemeente Tilburg geschonken en dienvolgend om niet en onherroepelijk
afgestaan en in eigendom overgedragen onder voorwaarde dat hetzelve
zal moeten worden ingericht tot eene Rijks Hoogere Burgerschool met
vijfjarigen cursus en zal de school de naam van Koning Willem II
moeten blijven dragen. Aan het Paleis zal nimmer eenige andere
bestemming mogen worden gegeven, terwijl bij veranderen van de
bestemming of opheffing der school het geschonkene onmiddellijk aan
de schenkers of hunne rechtverkrijgenden zal terugkeeren."
De gemeente nu, zooals men heeft kunnen lezen, is van plan de
bestemming van het gebouw te veranderen. Bij volvoering van dit plan
zou dus het Paleis terug moeten keeren in het bezit van de
erfgenamen van Koning Willem II en dat zijn H.M. Koningin Wilhelmina
en de nog levende nakomelingen van Prinses Wilhelmina Maria Sophia
Louisa, die in Duitschland vertoeven. H.M. de Koningin is voor het
plan van de gemeente Tilburg zeer gunstig gestemd, terwijl de
onderhandelingen met de andere erfgenamen nog loopende zijn en de
verwachting gegrond is, dat deze tot een goed einde zullen worden
gebracht.
(Wordt vervolgd)
Nieuwe Tilburgsche Courant - woensdag 28 mei 1930
Grootsche plannen 2
Algemeen wordt gedacht, dat de voorzijde van het Paleis gelegen is
aan de kerkzijde, dit is echter geheel onjuist. Wij kunnen best
begrijpen, dat men dit zoo heeft opgevat, want bijna alle, ja we
kunnen gerust zeggen alle foto's en prentbriefkaarten geven het
paleis aan de kerkzijde te zien. De voorzijde van het Paleis is
echter gelegen aan het Willemsplein, doch velen hebben de voorzijde
van het Paleis niet kunnen zien, omdat reeds meer dan 40 jaar de
omgeving van het Paleis ontsierd wordt door het laboratorium en de
teekenschool, die het Paleis aan het gezicht onttrekken. Het zal
daarom voor de Tilburgers eene verrassing zijn, wanneer zij, na
wegruiming van de 3 gebouwen, vrij hun blik op de voorzijde van het
Paleis kunnen slaan. Vanzelfsprekend zal het Willemsplein dan van
aanzien veranderen en pas komen in de 80 jaar oude gedachte. Dan zal
eindelijk het Willemsplein het voorname plein worden zooals dit door
den grooten Koning is gedacht.
Met het Kon. Paleis komen onze gedachten op de zooeven genoemde
"Koningswaai", zooals de volksmond de oostelijke omgeving noemt. De
aanleg der straten wijst er op, dat de Koning zich een plein heeft
gedacht, met 'n uitloopende straat als een straal naar 't Noorden,
Oosten en Zuiden. Voor de straten uitkomende op 't Piusplein is dit
ongeveer zoo volvoerd, echter niet voor de Prins Frederik- en Prins
Hendrikstraat, die zich tot in de Heuvelstraat hadden moeten
uitwerken. De dood van den Koning heeft echter de plannen doen
stopzetten.
Ook de Koningswaai was het eigendom van Koning Willem II. Deze
gronden werden op 8 Juni 1866 verkocht, ten overstaan van Notaris
Daamen en wel onder de volgende voorwaarden:
1. Het Willemsplein moest als plein gehandhaafd blijven, alsook de
geprojecteerde straten. Deze stukken moesten binnen 10 jaren worden
aangelegd en niet van richting veranderd.
2. Op 't gekochte terrein zal nimmer mogen worden gesticht
kloosters, hofjes, liefdesgestichten, gestichten van weldadigheid,
noch religieuze gestichten. Hieronder waren echter niet gerekend
kerkgebouwen met deszelver pastorieën.
3. De open te stellen straten zullen niet minder dan 10
Nederlandsche ellen tusschen de huizen mogen zijn.
4. De huizen front makende aan de zijde van het Willemsplein zullen
niet minder dan met eene beneden- en bovenverdieping gebouwd mogen
worden, en geene daar op te richten gebouwen zullen mogen worden
bestemd voor fabrieken of trafieken door stoom gedreven, noch voor
pakhuizen, berg- of stapelplaatsen, welke niet in overeenstemming
zijn met den uiterlijken vorm der aldaar te stichten gebouwen, alles
ter beoordeeling van eene commissie.
Wanneer de plannen van het gemeentebestuur slagen, dan zal Tilburg
beslist een schoon wijkdeel rijker worden. Het Paleis zal dan tevens
in zijn oorspronkelijken toestand, dus ook met de kapiteelen, worden
teruggebracht.
Nieuwe Tilburgsche Courant - woensdag 28 mei 1930
Ingezonden Stukken
Grootsche plannen en het verkeer in de
Zomerstraat
Wanneer men zulks leest, dan zou men denken: het komt voor mekaar.
Doch bij aandachtige beschouwing dan lijkt het of het bericht aan de
pers verstrekt zou zijn om ingeval men Grootsche Kapitalen moet
aanvragen de gemeenschap 'n rad voor de oogen te draaien. Dat 'n
oplossing voor het verkeer in de Zomerstraat gevonden dient te
worden is zeker. Maar volgens de plannen lost men slechts de
situatie welke heerscht van de Markt tot Muijsenberg op.
Wil men het verkeer in de Zomerstraat (en het gevaarlijke stuk daar
vanaf Hoendervangers tot de Protestantsche Kerk) in betere banen
leiden, dan dient ofwel de Zomerstraat daar verbreed te worden ofwel
eene nieuwe straat getrokken vanaf het punt bij Hombergen-Diels naar
de Markt. Een van beide is uiterst noodig. Om het eenrichtingverkeer
ook daar mogelijk te maken is het laatste een eisch des tijds.
Wanneer dus aan het verkeer en het stadsaanzien Kapitalen worden
geofferd, kan men het 't best ineens goed in orde brengen. Onze
Markt met hare omgeving en passage is in vergelijking met Den Bosch
en Breda echt dorps.
Ingeval men het voormalige Paleis aan zijn bestemming onttrekt, zal
het hek er omheen wel verdwijnen, doch daarmede ook 'n heel stuk van
den tuin, omdat men om de Heuvelstraat te ontlasten een betere
verkeersgelegenheid dient te scheppen vanaf de Markt naar de
Koningstraat, Prinses Sophiastraat en Anna Paulownastraat, ook dat
is hoog noodig. Bij zulke dient men het publiek of de gemeenschap
die daarvoor de noodige offers moeten brengen toch goed in te
lichten.
Hopende hiermede deze questie voor de gemeenschap iets te
verduidelijken en tot 'n beter inzicht in deze netelige en kostbare
questie bij te dragen, dank ik u geachte Redactie voor de verleende
plaatsruimte.
P.V.
Nieuwe Tilburgsche Courant - zaterdag 31 mei 1930
Rondom het Paleis-Stadhuis-vraagstuk
Naar wij verder vernemen is de idee om het Kon. Paleis tot openbaar
gebouw te maken niet zeer nieuw. Reeds vóór 20 jaren werden aan den
toenmaals fungeerenden directeur van de Rijks H.B.S. voorstellen
gedaan om het Kon. Paleis te verlaten en zou eene nieuwe Hoogere
Burgerschool gebouwd worden op de toen nog aan de Gemeente
behoorende terreinen aan den Heuvel, waar nu Hotel Riche staat. Deze
pogingen stuitten echter af op het niet willende medewerken van den
heer Dr. Dijksterhuis. Later werd nogmaals eene poging gedaan onder
het bestuur van burgemeester Vonk de Both, en werd eene nieuwe
school aangeboden in de nieuwe wijk aan de Prof. Dondersstraat. Doch
ook toen kon de Gemeente niet slagen, wegens het niet medewerken van
den directeur der Rijks H.B.S. De tegenwoordige directeur, de heer
de Boer, beziet de zaak blijkbaar anders en is tot volle medewerking
bereid.
Wel verluidt het, dat voor een jaar of drie de Gemeente eene nieuwe
poging wagende, zich achter den directeur om - Dr. Dijksterhuis was
inmiddels overleden en door den heer de Boer opgevolgd - tot de
hooge erfgenamen heeft gewend, ten einde eene derde weigering tot
medewerking te ontloopen. In hoeverre hier van passeeren sprake is,
laten wij aan het Gemeentebestuur ter beantwoording over, alleen is
het heden van belang, dat de tegenwoordige directeur tot medewerking
bereid is.
Verscheidene geruchten gaan er, en deze duren al eenige jaren, dat
het Paleis als school zou zijn afgekeurd. Dit is geenszins het
geval. De geruchten vonden haar oorsprong in het feit, dat het al
vier jaren lang in 't verschiet lag, dat het gebouw aan zijn
tegenwoordige bestemming zou worden onttrokken en dus vernieuwingen
als opverven van een en ander van de begrooting werden geschrapt.
Men hoorde luiden, doch wist de klepel niet hangen. Ons waren deze
plannen reeds lang bekend, doch wij gaven er, om wille van de
onderhandelingen, geen publiciteit aan.
Men ziet het, wanneer het Kon. Paleis Stadhuis-Museum zal zijn
geworden, heeft 't een lange voorgeschiedenis.
Nieuwe Tilburgsche Courant - vrijdag 20 maart 1931
Stadhuisplannen
Het voormalige paleis van Koning
Willem II
Naar de Maasbode uit goede bron verneemt, hebben de erfgenamen van
wijlen Z.M. Koning Willem II, onder wie enkele leden van Duitsche
Vorstenhuizen, aan het gemeentebestuur van Tilburg de vrije
beschikking en het bezit overgedragen van het door genoemden vorst
te Tilburg gebouwde Koninklijk paleis. In dit paleis is destijds
volgens beschikking der erfgenamen de Rijks H.B.S. gehuisvest en
zonder hunne toestemming kon aan dit gebouw geen andere bestemming
worden gegeven. Volgens de plannen van het gemeentebestuur van
Tilburg zal thans het voormalig Koninklijk paleis worden
gerestaureerd als representatief gebouw voor de stad met raadszaal,
receptiezalen en kamers voor B. en W.
De onderhandelingen met het Rijk voor de stichting van een nieuw
gebouw voor de Rijks H.B.S. zijn reeds begonnen en B. en W. wenschen
daarbij zooveel spoed te betrachten, dat op 1 September 1931 het
nieuwe H.B.S.-gebouw zal geopend kunnen worden.
Door den architect Oscar Leeuw uit Nijmegen is met de autoriteiten
reeds opneming gedaan van het restauratiewerk aan het vroegere
paleis om het met behoud van zijn deftig, sober karakter geschikt te
maken voor de nieuwe bestemming, die men er aan wenscht te geven.
Naar aanleiding van bovenstaande hebben wij te bevoegder plaatse
geïnformeerd, waar ons werd medegedeeld, dat de quintessens van het
bericht, nl. dat de gemeente reeds de vrije beschikking en het bezit
over het paleis zou hebben verkregen, onjuist is. Hieruit volgt, dat
- al hebben B. en W. dan ook inderdaad al eens geconfereerd met
architect de Leeuw uit Nijmegen - de plannen waarover in het bericht
sprake is en waarvan wij reeds geruimen tijd geleden in ons blad
melding maakten, voorlopig nog iederen vasten basis missen.
Nieuwe Tilburgsche Courant - zaterdag 18 april 1931
De verplaatsing van de kiosk van den
Heuvel
Naar wij vernemen zal de verplaatsing van de kiosk van den Heuvel
naar het Piusplein slechts voor een jaar gelden. Wanneer de questie
Paleis-Raadhuis geheel zal zijn opgelost, zal de kiosk naar den tuin
van het Raadhuis verhuizen. Op den Heuvel komt dus de kiosk in geen
geval terug. Door de verplaatsing naar den Raadhuistuin meent men
een rustige sfeer te hebben gevonden; men heeft nog overwogen
plaatsing op het Willemsplein, doch dit is geheel verworpen.
Nieuwe Tilburgsche Courant - maandag 17 augustus 1931
Het Koninklijk Paleis als
representatief Gemeentehuis
Het voormalig Koninklijk Paleis is bij akte van 15 September 1864
door de Commissie van beheer der nalatenschap van Zijne Majesteit
Koning Willem II der Nederlanden, daartoe benoemd en aangesteld door
Zijne eenige erfgenamen, te weten: 1. Koning Willem III der
Nederlanden, 2. Willem Frederik Hendrik, Prins der Nederlanden, en
3. Wilhelmina Maria Sophia Louisa, Prinses der Nederlanden,
gemalinne van Carel Alexander August Jan, Groot-Hertog van
Saksen-Weimar, aan de gemeente Tilburg geschonken en dientengevolge
om niet en onherroepelijk aan haar afgestaan en in eigendom
overgedragen, onder voorwaarde, dat het voormelde perceel zal moeten
worden ingerigt voor een Rijks Hoogere Burgerschool met vijfjarige
cursus, welke school den naam van "Koning Willem II" zal moeten
blijven dragen en dat aan het perceel nimmer eene andere bestemming
zal mogen gegeven worden, dan de hierboven gemelde, terwijl bij het
veranderen dier bestemming of de opheffing der inrigting 't
geschonkene onmiddellijk aan de schenkers of hunne erfgenamen of
regtverkrijgenden zal terugkeeren. Bij akte van 21 November 1874 is
aan het geschonkene toegevoegd een perceel grond, thans deel
uitmakende van den tuin, welke grond moet blijven behooren bij het
geschonken gebouw met tuin en moest worden gevoegd en dienstbaar
gemaakt aan de gemelde Rijks Hoogere Burgerschool.
De aangehaalde voorwaarde sluit in zich de mogelijkheid, dat in de
toekomst het voormalig Koninklijk Paleis met wat daartoe behoort in
andere handen zou overgaan, wanneer nl. te eeniger tijd het Rijk het
gebouw niet meer als Hoogere Burgerschool zou wenschen te gebruiken.
Alleen dan wanneer de gezamenlijke erfgenamen of rechtverkrijgenden
afstand zouden doen van hunne rechten bij verandering van de
bestemming van het gebouw, zou de eigendom van het voormalig
Koninklijk Paleis voor de gemeente verzekerd blijven. Daarmede zou
dan tevens de instandhouding van een voor Tilburg belangrijk
historisch monument gewaarborgd zijn. De sterkste herinnering toch
aan wijlen Koning Willem II, wiens verblijf te Tilburg voor onze
stad en hare inwoners zulke zegenrijke gevolgen heeft gehad en van
zoo grooten invloed is geweest op de gehechtheid van de Tilburgsche
bevolking aan het Koninklijk Huis, wordt bewaard door het Paleis,
dat de Koning hier heeft doen bouwen, doch helaas door zijn
vroegtijdigen dood niet meer in gebruik heeft kunnen nemen. Het is
dan ook op de eerste plaats om de historie van Tilburg te dienen en
de herinnering aan den hier overleden Koning levendig te houden, dat
het gewenscht is de algeheele zeggingschap te verkrijgen over het
voormalig Koninklijk Paleis.
Op het oogenblik, waarop de erfgenamen van wijlen Willem II afstand
zullen hebben gedaan van hunne rechten ten behoeve der gemeente,
ontstaat voor de gemeente de mogelijkheid het paleis de plaats te
doen innemen die het bezien zoowel van uit stedebouwkundig als
historisch oogpunt toekomt. Met name zullen de gebouwen, welke in de
onmiddellijke nabijheid van het paleis in zeer eenvoudigen, van den
bouwtrant van het paleis sterk afwijkenden stijl zijn opgetrokken en
de omgeving ontsieren, kunnen worden afgebroken, waardoor het paleis
weer geheel tot zijn recht zal komen. Bovendien wordt het dan
mogelijk het gebouw eene in verband met zijne geschiedenis waardige
bestemming te geven.
Dit zou niet beter kunnen geschieden dan door het gebouw in te
richten en te bestemmen tot huis der gemeente. Als vanzelf is dus de
vraag gerezen of niet in deze richting de oplossing kan worden
gevonden van het zg. stadhuisvraagstuk. Inderdaad opent zich hier de
mogelijkheid voor deze reeds lang gezochte oplossing. Indien nl. het
voormalig paleis wordt ingericht als representatief gemeentehuis,
d.w.z. voor het houden van vergaderingen van den Raad en van B. en
W., voor de trouwplechtigheden, de ontvangst van vereenigingen,
kortom voor alle bestemmingen van officieelen aard, komen de thans
in het stadhuis daarvoor gebruikte lokalen vrij en kunnen deze
worden benut als kantoorruimte, in de behoefte waaraan dan voor een
lange reeks van jaren zal kunnen worden voorzien.
Omtrent de vraag of het voormalige paleis voldoende solide is om de
inwendige verbouwingen en veranderingen te ondergaan, die voor zijne
nieuwe bestemming noodig zijn, is tegelijk met de meening van den
directeur van P.W. het advies gevraagd van den onder goedkeuring van
den Raad daarvoor aangewezen architect Oscar Leeuw te Nijmegen.
Beiden zijn tot de conclusie gekomen, dat het gebouw in goeden
toestand verkeert en behoudens eenige versterking van de
kapconstructie en van de balklagen zonder bezwaar verbouwd kan
worden.
Het is duidelijk, dat de uitvoering van boven omschreven plan niet
onaanzienlijke uitgaven ten laste der gemeente zal brengen. Bij de
op zichzelf reeds betrekkelijk hooge kosten van verbouwing en
meubileering van het paleis moeten worden gevoegd de vanzelfsprekend
voor rekening der gemeente komende kosten van de beschikbaarstelling
van een nieuw gebouw als huisvesting voor de Rijks Hoogere
Burgerschool. Toch ligt het voor de hand, dat de kosten van de
uitvoering van dit plan voor de gemeente aanmerkelijk lager zijn dan
die, verbonden aan den bouw van een geheel nieuw stadhuis. Wanneer
toch een stad als Tilburg zou moeten overgaan tot den bouw van een
nieuw gemeentehuis, zou zij niet kunnen ontkomen aan de
noodzakelijkheid een gebouw van zoodanigen omvang op te richten, dat
dit toereikend zou zijn tot in een ver verwijderde toekomst. Het is
dan ook de laatste jaren herhaaldelijk gebleken, dat steden, zelfs
van beduidend kleinere beteekenis dan Tilburg, die gedwongen waren
een nieuw gemeentehuis te bouwen, zich daarvoor groote financieele
offers moesten getroosten. Voor Tilburg zou het cijfer van twee
millioen gulden, dat onzerzijds in een uwer besloten vergaderingen
is genoemd, de werkelijke kosten zeer dicht benaderen.
De bouw nu van een geheel nieuw gemeentehuis kan, althans voor een
groot aantal jaren, alleen worden voorkomen door uitvoering van het
zg. paleisplan. Een derde oplossing toch is niet wel uitvoerbaar.
Verbouwing van het bestaande stadhuis, dat intusschen niet van
bijzondere sterke constructie is, en aanbouw daaraan van vleugels,
zou om practische en architectonische redenen een weinig
aanbevelenswaardige oplossing zijn, die bovendien ook zeer hooge
kosten met zich zou brengen.
Ter bespreking van het plan in onderdeelen meenen B. en W. goed te
doen achtereenvolgens te behandelen allereerst de wijze waarop en de
voorwaarden waaronder de onbezwaarde eigendom zal worden verkregen
van het voormalig paleis, daarna de restauratie en inrichting van
dit paleis tot representatief gebouw voor de gemeente en ten slotte
de oprichting van een nieuw gebouw als huisvesting der Rijks Hoogere
Burgerschool.
1. Het verkrijgen van de volledige
beschikking over het voormalig paleis.
Zooals reeds medegedeeld zou ingevolge de door de schenkers gestelde
bepalingen het geschonkene in geval van verandering van zijne
bestemming terugkeeren aan hen of hunne erfgenamen of
rechtverkrijgenden, tenzij deze ten behoeve der gemeente afstand
zouden doen van hunne rechten. Tot degenen, die rechten op het
gebouw kunnen doen gelden, behoort allereerst H.M. Koningin
Wilhelmina, die voor de helft deelgerechtigd is. H.M. de Koningin
heeft zich harerzijds aanstonds bereid verklaard toestemming te
verleenen tot wijziging van de bestemming van het voormalig
Koninklijk Paleis, een medewerking, die door den Raad zeer zeker ten
hoogste zal worden gewaardeerd. De overige rechthebbenden zijn die
erfgenamen van wijlen Koning Willem II, welke afstammen van wijlen
H.K.H. Prinses Wilhelmina Maria Sophia Louisa. Deze stam is verdeeld
in 3 takken, waarvan een behoort tot het vorstenhuis van
Sachsen-Weimar-Eisenach, een andere tot het vorstenhuis Reuss en de
derde tot het vorstenhuis Mecklenburg-Schwerin. Hieronder volgt een
opgave van de gezamenlijke rechthebbenden van dezen stam:
1. De erfgenamen van wijlen Z.K.H. Grossherzog Ernst von Sachsen, te
weten:
a. Sophie, Herzogin zu Sachsen;
b. Wilhelm Ernst Carel August, Erbgrossherzog von Sachsen;
c. Bernard Friedrich, Herzog zu Sachsen;
d. Georg, Herzog zu Sachsen.
2. De erfgenamen van Hare Hoogheid Marie Alexandrine, Prinses van
Sachsen-Weimar, zijnde:
a. Heinrich XXXII, Prinz Reuss;
b. Heinrich XXXIII, Prinz Reuss;
c. Sophie Renate, Prinzessin Reuss;
d. Heinrich XXXV, Prinz Reuss.
3. Zijne Koninklijke Hoogheid Friedrich Franz, Grossherzog von
Mecklenburg-Schwerin.
De onderhandelingen, welke met deze Duitsche vorstenhuizen zijn
gevoerd, hebben tot resultaat gehad, dat de gezamenlijke
rechtverkrijgenden bereid zijn van al hunne aanspraken op het
voormalig Koninklijk Paleis af te zien, indien de gemeente hen
daarvoor schadeloos stelt door betaling van een bedrag van f 45.000.
B. en W. hebben in een besloten vergadering de door deze
vorstenhuizen gevraagde vergoeding nader toegelicht en daarbij
tevens uiteengezet, dat aanvankelijk bij de berekening van het
bedrag dier vergoeding is uitgegaan van de gedachte, dat de rechten
dezer vorstenhuizen zijn te waardeeren op een vierde van de
geschatte waarde van het gebouw met bijbehoorenden grond.
Uit het bovenstaande blijkt, dat de gemeente voor een bedrag van f
45.000 in het volledig bezit komt van de betreffende onroerende
goederen. Zelfs afgezien van de plannen, die nopens de bestemming
van het voormalig paleis bestaan, kan deze transactie voor de
gemeente niet anders dan zeer voordeelig worden genoemd, waar het
hier geldt een waardevol en fraai bezit in het centrum der stad.
De boven gegeven opsomming van het thans reeds groote aantal
rechthebbenden op het voormalig paleis doet zien, dat het met de
jaren steeds moeilijker zal worden de nakomelingen van wijlen Koning
Willem II te bereiken en dat het voor de gemeente gewenscht is,
indien zij zich den eigendom van dat paleis wil verzekeren, daarmede
niet langer te wachten.
Opgemerkt zij nog, dat in de transactie niet is begrepen het door
een hekwerk afgescheiden stukje grond, waarop de gedenknaald staat,
omdat dit eigendom is der Koninklijke Familie.
2. De restauratie en inrichting van
het voormalig paleis tot representatief gebouw.
Nadat uit een onderzoek was gebleken, dat de constructie en de
toestand van het voormalig paleis een verbouwing ten behoeve van
zijn bestemming tot representatief gemeentehuis toelaat, hebben B.
en W. den architect Oscar Leeuw, te Nijmegen, opdracht gegeven een
plan te ontwerpen voor een dergelijke restauratie en een
kostenbegrooting op te maken. Met voortvarendheid heeft deze zich
van die opdracht gekweten. Het door hem ingezonden plan mag in alle
opzichten als geslaagd worden beschouwd. Als toelichting op dit plan
deelen wij uwen Raad het volgende mede:
- Het uiterlijk aanzien van het gebouw ondergaat zeer weinig
verandering.
- De buitengevels blijven bepleisterd, doch het pleisterwerk wordt
met waterverf geschilderd, wat ook oorspronkelijk het geval is
geweest, en wel in zuiver dof-witte kleur waardoor een aardig effect
wordt verkregen, dat doet denken aan kunstzandsteen.
- Het gebouw wordt wederom voorzien van de kanteelen, waarmede het
ook oorspronkelijk was versierd.
- De kapconstructie blijft ongewijzigd.
- De ramen in de zijgevels zijn minder fraai en zullen daarom worden
uitgebroken en vervangen door ijzeren ramen.
- De teekenlokalen, het laboratorium, de conciërgewoning enz., die
later in de nabijheid van het paleis zijn gebouwd, zullen worden
afgebroken, waarmede én het aanzien van het gebouw én dat van de
omgeving in niet geringe mate zullen worden gebaat.
- Teneinde het bestaande stadhuis met het representatieve gebouw
zooveel mogelijk één geheel te doen vormen, wordt de ingang van het
voormalig paleis naar de Westzijde verlegd, waardoor wordt bereikt,
dat de voorgevels van beide gebouwen nagenoeg naar elkaar toe komen
te liggen.
- Nader zal worden overwogen aan de achterzijde van het gebouw, dus
aan de zijde van het Willemsplein, een bordes of andere gelegenheid
aan te brengen voor het in ontvangst nemen van aubades e.d.
- Verhoogde op- en afritten zullen worden aangebracht, zoodanig dat
men per auto of rijtuig van de Markt af door den oprit ter
linkerzijde het stadhuis kan bereiken om dit door den afrit ter
rechterzijde te verlaten. Op deze wijze is een zeer goede oplossing
gevonden voor het vóórrijden bij trouwpartijen of andere feestelijke
gelegenheden.
- Aan de buitenzijden worden de op- en afritten met struikgewas
beplant, terwijl tegen de ontworpen taluds aan de binnenzijden
bloemranden geplaatst kunnen worden.
- De tegenwoordige tuin zal als voorplein, gelegen tusschen den
verhoogden op- en afrit, het bestaande peil behouden. Het daarin
gelegen middenpad, bestemd voor voetgangers, leidt eveneens naar de
hoofdingang.
- Aan weerszijden van dit middenpad zijn gazons gedacht, die met
vaste planten kunnen worden verlevendigd.
- De boomen zullen, voor zoover zij niet in de ontworpen rijwegen
staan, behouden blijven.
- Door het laag gelegen voorplein, aan weerszijden ingesloten door
een lage beplanting, zal het gebouw een monumentaal aspect krijgen.
- De totale kosten van de verbouwing, inrichting en meubileering
worden, met inbegrip van het architectenhonorarium en het
opzichterssalaris geraamd op f 316.170.
- De gespecificeerde begrooting van kosten is voor de leden van uwen
Raad mede ter inzage gelegd. Door uwen Raad werd bereids
goedgevonden, dat de architect Oscar Leeuw ook met de restauratie
van het gebouw zou worden belast.
3. De oprichting van een nieuw gebouw
als huisvesting der Rijks Hoogere Burgerschool.
Volstaan kan worden met den bouw van een inrichting, welke gelijke
ruimte biedt als het tegenwoordige gebouw. Het nieuwe gebouw behoort
dus te worden ingericht als een 6-klassige school, voorzien van alle
lokalen, die voor een Hoogere Burgerschool noodig zijn. Voorts
moeten 2 gescheiden speelplaatsen worden aangelegd en moet een
conciërgewoning worden gebouwd. De oppervlakte van het terrein
behoort minstens 6000 m2 te bedragen, waarbij echter niet
behoeft te worden gerekend op een terrein voor lichamelijke
oefeningen. Aan de straatzijden behoort het terrein door een
doelmatige afscheiding te worden begrensd. Ten laste der gemeente
komen de kosten der gebouwen en werken, met alles wat daaraan
nagelvast is, zooals centrale verwarming en electrische installatie,
vaste tafels, kasten enz. terwijl het terrein voor den bouw mede
door de gemeente moet worden beschikbaar gesteld. Alleen de kosten
van het losse meubilair komen voor rekening van het Rijk.
Het staat ter keuze van de gemeente de nieuwe Rijks Hoogere
Burgerschool in eigen beheer te doen bouwen, dan wel den bouw aan
het Rijk over te laten. In het eerste geval echter moet de
uitvoering geschieden naar plannen en bestek, te beoordelen en goed
te keuren door den Rijksgebouwendienst. Dit zijn de eischen, welke
door het Rijk worden gesteld. Het wil B. en W. gewenscht
toeschijnen, dat de gemeente zelf den bouw der H.B.S. in handen
neemt, niet alleen met het oog op de kosten, maar ook omdat zij
daardoor grooteren invloed kan uitoefenen op het uiterlijk aanzien
van het gebouw.
Voor wat de plaats betreft, waar deze onderwijsinrichting zal worden
gebouwd, zij medegedeeld, dat de keuze is gevallen op een terrein
der gemeente, gelegen aan de Ringbaan-Oost. Dit terrein is van
Rijkswege door den Administrateur W. de Boer bij het Departement van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, vergezeld van den
Administrateur van den Rijksgebouwendienst, Baron van Lijnden en van
den Rijksbouwkundige, den heer Robbers, bezichtigd en voor den bouw
der H.B.S. zeer geschikt gevonden. Aanvankelijk werd het een bezwaar
geacht, dat deze plaats te ver verwijderd is van het terrein voor
lichamelijke oefeningen, dat thans door de H.B.S. wordt gebruikt,
nl. het Sportpark. Dit bezwaar is ondervangen nu gebruik kan worden
gemaakt van het terrein behoorende bij het nabij de Ringbaan-Oost
ten Noorden der Enschotschestraat te bouwen gymnastieklokaal, waarop
betrekking heeft ons voorstel, vervat in Bijlage Nr. 536.
Het terrein voor de school behoort tot de gronden, die voor den
verkoop als bouwterrein zijn bestemd. De oppervlakte er van bedraagt
6150 m2, terwijl de volgende verkoopsprijzen er voor zijn
vastgesteld:
Als gevolg van de beschikbaarstelling van het terrein derft de
gemeente derhalve een koopsom van f 45.540.
Door den architect Wielders te Sittard onder wiens leiding meerdere
dergelijke scholen zijn gebouwd, worden de bouwkosten voor een
schoolgebouw met woning en aanhoorigheden, beantwoordende aan de
eischen, die het Rijk stelt, geraamd op f 167.000, in welk bedrag
niet zijn begrepen de kosten van meubileering en stoffeering, voor
zoover deze ten laste der gemeente komen, alsmede van verhuizing,
welke kosten bezwaarlijk zijn te ramen, omdat vooraf niet is na te
gaan wat aan meubilair en stoffeering van het bestaande gebouw ook
in het nieuwe gebouw kan worden gebruikt. In zijn geheel komt dus de
voorziening in de huisvesting der Rijks Hoogere Burgerschool de
gemeente te staan op een bedrag f 212.540, behoudens de hiervoor
bedoelde bijkomende kosten.
B. en W. vestigen de aandacht er op, dat de gemeente op het
oogenblik is vrijgesteld van de betaling van een bijdrage per
leerling in de kosten van het onderwijs, als bedoeld in art. 36
"quater" van de wet op het Middelbaar Onderwijs, omdat zij met het
oog op hare eigendomsrechten op het tegenwoordige gebouw wordt
geacht "in anderen vorm" tegemoet te komen in de kosten van het
onderwijs. Dit voorrecht nu blijft zij behouden door de
beschikbaarstelling van een nieuw gebouw in de plaats van het thans
gebruikte. Wat dit beteekent moge blijken uit het feit, dat de
gemeente over het tijdvak van 1 September 1922 tot en met 31
December 1922, over welk tijdvak de gemeenten eerstmaal hare
bijdragen verschuldigd waren, een bijdrage zou hebben moeten betalen
van f 7.837,21, indien zij niet daarvan was vrijgesteld. Dit cijfer
is bekend, doordat aanvankelijk het Rijk deze bijdrage abusievelijk
aan de gemeente had gedeclareerd. Uitgaande van dat cijfer bedroeg
het voordeel voor de gemeente over een gehéél jaar gerekend, ruim f
23.000. Uit een en ander moet de conclusie worden getrokken, dat
wanneer het onderwerpelijk plan niet tot uitvoering zou komen en het
Rijk te eeniger tijd eigener beweging tot den bouw van een nieuwe
H.B.S. zou overgaan, de gemeente jaarlijks voor een belangrijke
uitgave zou komen te staan.
Met de hierboven gegeven omschrijving meenen wij het plan voldoende
te hebben toegelicht. Telt men de bedragen op die de uitvoering van
het geheele plan zal kosten, dan komt men tot de volgende
berekening:
- Schadeloosstelling aan de Duitsche vorstenhuizen f 45.000.
- Kosten restauratie van het voormalig paleis f 316.170.
- Kosten bouw eener nieuwe H.B.S.: grondkosten f 45.540; bouwkosten
f 167.000.
- Totaal f 573.710.
In het kort sommen B. en W. alsnog de groote voordeelen op, die hier
voor de gemeente tegenover staan, zooals deze in dit voorstel
uitvoerig zijn omschreven:
1. De gemeente voorkomt dat een belangrijk historisch monument in
vreemde handen overgaat.
2. Zij verzekert zich slechts ten koste van geringe financieele
offers de volledige beschikking over een waardevol bezit in het
centrum der stad, dat naar schatting van een deskundige een
verkoopwaarde heeft van f 192.000.
3. Zij brengt door de uitvoering van het plan een beduidende
stadsverfraaiing tot stand.
4. Zij voorziet op de voor haar minst kostbare wijze in de zg.
stadhuiskwestie en maakt den bouw van een nieuw gemeentehuis voor
langen tijd onnoodig.
5. Zij blijft ook in de toekomst vrijgesteld van de betaling van een
bijdrage in de kosten van het Middelbaar Onderwijs.
Deze groote voordeelen zijn het die B. en W. hebben doen besluiten
dit plan aan den Raad voor te leggen. Het is hunne overtuiging, dat
de Raad, goedkeuring hechtende aan het plan, een beslissing zal
nemen, waarmede de belangen der gemeente in alle opzichten zullen
zijn gediend.
Nieuwe Tilburgsche Courant - donderdag 20 augustus 1931
Ingezonden Stukken
Rondom Raadhuisplannen
Grootsche dingen gaan er in Tilburg gebeuren. Raadhuis- en
H.B.S.-plannen staan op de agenda der a.s. gemeenteraadsvergadering.
Het voormalig Kon. Paleis wordt ingericht tot Gemeentehuis, het moet
worden een representatief gebouw. Waarschijnlijk zal het voorstel
niet veel beschouwingen uitlokken, doch ik meen goed te doen eenige
punten ter overweging aan te stippen.
Historisch moge het gebouw, ofschoon nimmer door Koning Willem II
bewoond, te waardeeren zijn, kunstwaarde heeft het al even weinig
als alle andere destijds in de zg. "Waterstaatsstijl" gebouwde
werken. Late men dan uit piëteit het gebouw intact, ons nageslacht
kan er ons slechts dankbaar voor zijn. Heeft het Kon. Paleis te
Amsterdam, vergeef me de stoute vergelijking, ons dan niets geleerd?
Wil een gebouw representatief zijn, dan moet zulks toch allereerst
uiterlijk blijken, nergens, ook niet in de beschouwingen van B. en
W., wordt beweerd, dat het Kon. Paleis kunstwaarde heeft; blijkens
de gegevens van B. en W. wordt er uiterlijk niets aan veranderd, kan
er dus vanzelf niets representatiefs ontstaan. De toelichting van B.
en W., uit uw courant genomen, zegt omtrent het technisch gedeelte,
dat het uitwendige met waterverf wordt beschilderd en wel in "zuiver
dof witte kleur", wat zal dat technisch degelijk werk worden, vooral
als men water gebruikt van de Tilburgsche Waterleidingmaatschappij,
want dát is in ieder geval goed. Omtrent het aesthetisch gedeelte
wordt gezegd, dat dan deze behandeling zal doen denken aan
kunstzandsteen, gelukkig maar doen "denken", het moet dus ersatz
suggereeren, een kunstige gelijkenis die de Groote Kunst der Natuur
nimmer zoo signeert.
Is het niet kostelijk die technische en aesthetische voorlichting:
waterverf en kunstimitatie? Wie heeft hier toch van advies gediend
om dergelijke werkelijk grootsche belangen zóó voor te dragen? Laat
de Raad toch niets besluiten zonder een grondig deskundig onderzoek
in te stellen, naar alles wat er aan het vraagstuk vastzit, er staan
te groote belangen op het spel. Zoo ooit dan is er nu een commissie
van onderzoek op haar plaats. Zooals het voorstel nu luidt, kan
nimmer iets bereikt worden, Tilburg waardig, afgezien nog van de
verbrokkeling, welke ontstaat door er twee Raadhuizen op na te
houden.
Er wordt verder nog gezegd, dat een nieuw Raadhuis 2.000.000 gulden
zou kosten, excusez du peu, hoe komt men toch aan die cijfers bij de
huidige groote prijsdaling, ook bij bouwwerken? Het zal wel zoo
gezegd zijn om den Raad bang te maken iets anders te doen, wat kan
men voor de helft, één millioen gulden, niet een prachtig
gemeentehuis bouwen, Tilburg waardig en groot genoeg voor de verre
toekomst en beter verantwoord dan de zes ton thans voorgesteld,
waarbij dan nog getwijfeld moet worden of het wel afdoende is.
Waarom niet een ideeënprijsvraag uitgeschreven onder Tilburgsche
architecten, ook een punt ter overweging den raadsleden warm
aanbevolen.
Er wordt ook nog voorgesteld het bouwen eener H.B.S. door architect
Wielders uit Sittard, welke volgens de toelichting meerdere
dergelijke gebouwen heeft gemaakt. Vorig jaar is de loftrompet
gestoken over ons werkelijk prachtig nieuw Lyceum en Textielschool,
om slechts enkele werken van recenten datum te noemen, beide gebouwd
door Tilburgsche architecten van naam. Bij de opening dezer gebouwen
was aan lofprijzingen, ook van gemeentewege, geen gebrek, men was er
enthousiast over, maar nu zijn deze en andere Tilburgsche
architecten daar niet goed genoeg voor, geen profeet is geëerd in
zijn eigen land… wat een mentaliteit… Architect Leeuw uit Nijmegen
heeft de leiding bij de Raadhuisplannen, wie heeft toch daartoe
geadviseerd? Is een Lyceum of Textielschool dan geen gelijkwaardig
gebouw? Zijn dan de vreemde architecten de primi inter pares? Heeft
één raadslid er ooit van gehoord?
In de bestekken der bouwplannen komt vast en zeker staan, dat
minstens 90 pct. der bouwvakarbeiders ingezetenen van Tilburg moeten
zijn, den handarbeiders wordt de hand goed boven het hoofd gehouden,
maar de Tilburgsche werkers met het hoofd, onze architecten, worden
gewoon genegeerd, erger nog genegerd, want zóó is het toch een slag
in het aangezicht onzer eigen bouwmeesters, welke zich hier openlijk
een brevet van onbekwaamheid zien uitgereikt. Destijds is door den
Voorzitter van den Raad, in verband met dergelijke andere gevallen
van passeeren van Tilburgsche ingezetenen, pertinent beloofd in de
toekomst met de belangen der Tilburgers rekening te houden, ziehier
het tastbaar resultaat. Het zal echter wel gaan als altijd: de
Voorzitter, op de bekende typische wijze gesticuleerend met zijn
pince-nez, knoopt nog wat beschouwingen aan de reeks gegevens vast,
hoort glimlachend de beschouwingen der raadsleden aan en de Raad…
doet ook thans niet anders dan anders…
Ik heb hier eenige punten ter overweging gegeven, aan den Raad is
thans de beslissing om in deze belangrijke aangelegenheid te zorgen,
dat het nageslacht hun later geen verwijten behoeft te doen, laat
hen, geleid door een deskundige commissie, de groote belangen waar
het om gaat bespreken, rustig en zakelijk, de choc des opinions… Men
zal mij wel van eigenbelang betichten en dit stuk beschouwen als een
oratio pro domo, het is het echter niet, veeleer een oratio pro
invicem, d.i. niet individueel, doch voor alle Tilburgsche
architecten. Ik meen, dat een krachtig protest hier op zijn plaats
is en dat het wel eens openlijk gezegd mag worden, waar het op
staat: de belangen, ook van de Tilburgsche ingezetenen, te dienen.
TILBURGER
Nieuwe Tilburgsche Courant - zaterdag 22 augustus 1931
Gemeenteraad van Tilburg
Uit het verslag van de
raadsvergadering van 21 augustus:
10. Voorstel strekkende tot het
verkrijgen van de volledige beschikking over het voormalige
Koninklijk Paleis, tot het inrichten en gebruiken van dit gebouw als
representatief gemeentehuis en tot het bouwen van een nieuwe Rijks
Hoogere Burgerschool.
11. Voorstel tot oprichting van een
gymnastieklokaal met oefenterrein aan de Ringbaan Oost, hoek
Javastraat.
Worden eveneens behandeld na afwerking der overige agendapunten.
Aan het slot van dit verslag staat:
Punt 10 en 11 worden hierna zonder ook maar eenige bespreking
aangenomen.
Nieuwe Tilburgsche Courant - maandag 7 december 1931
Gemeentebegrooting Tilburg 1932
Uit de Algemene Beschouwingen over de
gemeentebegroting voor 1932:
Verbouwing Paleis-Musea
35. Het plan tot stichting van een nieuw gebouw voor de huisvesting
der Rijks Hoogere Burgerschool verkeert in vergevorderd stadium van
voorbereiding; dat tot verbouwing en inrichting van het voormalig
Koninklijk Paleis wacht op de uitvoering van het eerstgenoemde plan,
terwijl omtrent de oprichting van de beide musea onderhandelingen
loopende zijn met den Priesterbond; van de oprichting van gebouwen
voor deze musea is in het stadium waarin deze aangelegenheid op het
oogenblik verkeert, nog geen sprake.
Nieuwe Tilburgsche Courant - maandag 12 september 1932
Gemeenteraad van Tilburg
Uit de oproep tot bijwoning van de
raadsvergadering van 16 september:
14. Voorstel tot wijziging der
gemeentebegrooting voor 1932 in verband met den bouw van een Rijks
Hoogere Burgerschool.
Na een zeer uitvoerige schriftelijke voorbereiding en mondelinge
behandeling heeft de Raad in zijn vergadering van 21 Augustus 1931
besloten over te gaan tot oprichting van een nieuw gebouw als
huisvesting van de Rijks Hoogere Burgerschool op een terrein der
gemeente aan de Ringbaan Oost, groot plm. 6150 m2,
kadastraal bekend als Gemeente Tilburg, Sectie B nr. 5537 en om
daarvoor een crediet beschikbaar te stellen van f 167.000.
Nadat dit besluit gevallen was, is met instemming van den Raad de
heer Jos Wielders te Sittard als architect voor de op te richten
Hoogere Burgerschool aangewezen. Deze heeft met groote
voortvarendheid de hem verstrekte opdracht uitgevoerd, zoodat reeds
vrij geruimen tijd geleden de plannen, die de goedkeuring van den
Rijks-architect hebben verworven, zijn gereed gekomen. Ook met den
directeur der Rijks Hoogere Burgerschool is voor zooveel noodig
overleg gepleegd en overeenstemming verkregen.
De kosten van den bouw eener nieuwe Rijks Hoogere Burgerschool zijn
nader begroot op ongeveer f 170.000, terwijl de waarde van den aan
de gemeente behoorenden grond f 45.540 bedraagt. De totale kosten
bedragen mitsdien ongeveer f 215.000. Aan de ontworpen plannen is in
verband met den financieelen toestand der gemeente en in verband met
de moeilijkheden verbonden aan het leenen van gelden op langen
termijn, geen uitvoering gegeven.
Nu het echter weer mogelijk is gelden op langen termijn te leenen,
meenen B. en W. dat tot verdere uitvoering van het Raadsbesluit van
21 Augustus 1931 behoort te worden overgegaan. Daartoe bestaat te
meer aanleiding, omdat door den bouw van een Hoogere Burgerschool
een niet onbeteekenende werkgelegenheid wordt geschapen, niet alleen
zullen aan den bouw zelf een beduidend aantal personen gedurende
vrij langen tijd werk vinden, doch ook indirect brengt de uitvoering
van een dergelijk groot werk, waaraan voor een groote waarde aan
materiaal moet worden verwerkt, voor derden een gelegenheid tot
arbeiden mede.
Gewezen mag bovendien nog worden op het feit, dat de kosten van
bouwwerken thans laag zijn en dat bovendien de gemeente uitspaart de
steunbedragen, die als niet gebouwd wordt, aan werkeloozen
uitgekeerd moeten worden. Teneinde het laatste voordeel zoo hoog
mogelijk op te voeren en mede in het belang der Tilburgsche
bevolking is in afwijking van den algemeen geldenden regel in het
Bestek bepaald, dat gedurende den duur van het werk 100 pct. der op
het bouwterrein werkzame arbeiders genomen moeten worden uit
ingezetenen der gemeente Tilburg, voor zoover althans geschikte
krachten bij de Arbeidsbeurs zijn ingeschreven. Slechts met
machtiging van B. en W. zal van deze bepaling afgeweken mogen
worden.
Daar op de Gemeentebegrooting voor 1932 voor den bouw van een Rijks
Hoogere Burgerschool geen gelden zijn uitgetrokken, stellen B. en W.
den Raad voor die begrooting alsnog te wijzigen.
Nieuwe Tilburgsche Courant - zaterdag 17 september 1932
Gemeenteraad van Tilburg
Uit het verslag van de
raadsvergadering van 16 september:
14. Voorstel tot wijziging der
gemeentebegrooting voor 1932 in verband met den bouw van een Rijks
Hoogere Burgerschool.
De heer REMMERS (RKSP) dringt er op aan, dat dit werk aan
Tilburgsche aannemers zal gegund worden. Voorts merkt hij op, dat
uit het bestek niet blijkt, dat de financieele toestand der gemeente
momenteel zoo slecht is, want men gebruikt maar gerust dure steenen.
Dit kon wel f 2.000 goedkooper zonder dat het geheel er door zou
geschaad worden. Als die handgevormde steenen uit Tegelen komen,
bestaat er bovendien ook nog de mogelijkheid, dat er buitenlandsche
arbeiders aan gewerkt hebben. Ook vindt spreker het jammer, dat er
heel wat geld besteed wordt aan selotex, wat een Amerikaansch
product is, doch dat best door een Nederlandsch kan vervangen
worden.
De heer VAN DOMMELEN (RKSP), die het voorstel toejuicht omdat het
werkverruiming brengt, had gaarne gezien, dat in het bestek wat meer
omschreven bepalingen inzake het gebruik van Nederlandsch Fabrikaat
voorkwamen.
De heer JANSSENS (RKSP), die wel het voordeel der werkverschaffing
inziet en ook begrijpt dat men nu goedkooper kan bouwen dan
misschien eenigen tijd later, staat toch zeer sceptisch tegenover
het voorstel en wel omdat hij het niet gewenscht acht, dat in deze
tijden de begrooting door deze school jaarlijks met een bedrag van f
12.500 belast wordt. Spreker vraagt of B. en W., die de nieuwe
begrooting al kennen, meenen dat zulk een nieuwe last gemotiveerd
is. Spreker geeft voorts den wensch te kennen, dat hij in het bestek
gaarne een bepaling zag opgenomen volgens welke onder Tilburgsche
arbeiders verstaan worden menschen die minstens een jaar in Tilburg
wonen. Inzake het Nederlandsch Fabrikaat sluit spreker zich aan bij
den heer Van Dommelen.
De heer ARTS (RKVP) juicht het voorstel toe, doch maakt daarbij de
opmerking, dat hij getroffen is door den eenvoud van de nieuwe
school, waardoor hij het gebouw niet mooi kan vinden. Spreker drukt
er verder zijn verwondering over uit, dat hier een werkgever als de
heer Janssens de uitvoering van het werk wil uitstellen en eerst
eens kijken wil of er wel geld voor is. Spreker hoopt maar dat de
heer Janssens met zijn denkbeeld alleen zal blijven staan.
De heer JANSSENS (RKSP): Ik heb alleen maar vragen gesteld!
De heer VAN PELT (SDAP) is ook verheugd over dit voorstel, dat er
met het volgende voorstel op wijst, dat we successievelijk weer meer
normale tijden tegemoet gaan. Wat het Nederlandsch Fabrikaat betreft
wil spreker er voor waarschuwen, dat men zijn liefde hiervoor toch
niet te ver drijft. Men moet er aan denken, dat buitenlandsche
arbeiders ook nog altijd menschen zijn. Vooral de wijze waarop hier
door Katholieken voor Nederlandsch Fabrikaat geschermd wordt,
frappeert spreker omdat het nog altijd aan zooiets als "Bemint uwe
naaste gelijk uzelve" herinnert. In het algemeen is het daarom ook
verkeerd in een bestek de bepaling op te nemen, dat 100 pct. der
arbeiders Tilburgsche ingezetenen moeten zijn. Daar er echter hier
langen tijd door de gemeente niet gebouwd is, omdat wij in een
abnormalen tijd leven, kan hij in dit geval met die bepaling wel
accoord gaan. Ook bestrijdt spreker nog den heer Janssens inzake
diens uitstellingsidee.
Wethouder MOLLER het woord verkrijgend, begint met er op te wijzen,
dat aanbestedingen van werken als deze nooit onder Tilburgsche
aannemers alleen worden gehouden. Wanneer de heer Remmers echter kan
zorgen, dat het onder Tilburgers blijft, zal spreker dit zeer
verheugen. Hij vreest echter dat dit niet zal lukken. Immers onlangs
is hun ook een groot werk ontsnapt, omdat - als spreker goed is
ingelicht - bij de Tilburgsche aannemers practijken bestaan, die de
aannemingssommen aanmerkelijk opvoeren. Wat de dure steenen betreft
zegt spreker, dat men een architect niet kan voorschrijven welke
steenen hij gebruiken moet, omdat kleur en vorm hiervan van veel
invloed zijn op het aesthetisch aanzien van het gebouw. Hetzelfde
geldt ook voor het gebruik van het Amerikaansche selotex. De aan
deze school te gebruiken steenen worden niet alleen in Tegelen maar
ook in Gelderland vervaardigd. Strengere bepalingen inzake het
gebruik van Nederlandsche producten kan men moeilijk opnemen, want
daardoor zal natuurlijk de aannemingssom verhoogd worden. De
architect let er echter zeer streng op of wel zooveel mogelijk
Nederlandsch Fabrikaat wordt aangewend.
Spreker merkt voorts op, dat door den bouw dezer school grootere
sommen op de steunuitkeering bezuinigd worden dan waarmede de
begrooting tengevolge van den bouw zal belast worden. Daarom alleen
is de uitvoering van dit werk al gemotiveerd, terwijl er dan nog
niet gesproken behoeft te worden van het moreele voordeel, dat deze
werkverruiming beteekent. Onder ingezetenen worden alleen verstaan
zij, die minstens 12 maanden in Tilburg wonen. Ten aanzien van de
door den heer Van Pelt gemaakte opmerking over Nederlandsch
Fabrikaat, zegt spreker, dat de juiste opvatting inderdaad is
elkander helpen en daarom geen grenzen afsluiten. Nederland is
echter het laatste land dat daartoe overging en zoo deed wat andere
landen al lang eerder gedaan hadden. Men handelde hier echter niet
uit weerwraak maar uit zelfverdediging en dat is gemotiveerd. De
overheid heeft tot plicht allereerst voor haar eigen burgers te
zorgen en eerst daarna voor vreemdelingen zooals ook een huisvader
't eerst voor zijn eigen gezin behoort te zorgen. Tot slot merkt
spreker den heer Arts nog op, dat het gebouw, als het er eenmaal
staat, uit aesthetisch oogpunt bezien nogal mee zal vallen.
De heer REMMERS (RKSP) protesteert tegen hetgeen de heer Moller over
de Tilburgsche aannemers zei. Spreker zegt, dat de heer Moller zoo'n
uitdrukking bewijzen moet.
De heer MOLLER: Ik heb me zeer voorzichtig uitgedrukt! Ik zei er
bij: Als ik goed ben ingelicht.
De heer REMMERS (RKSP) deelt mede, dat de gemeente Oosterhout aan
haar aannemers, die kans zien buiten de gemeente een werk opgedragen
te krijgen, een vergoeding geeft.
De heer VAN RIJZEWIJK (Wethouder): Kunt u dat bewijzen?
De heer REMMERS (RKSP): Dat is mij medegedeeld en daarom hebben de
Tilburgsche aannemers zoo weinig kans. Het systeem, waarop de heer
Moller doelt, wordt hier in Tilburg niet meer gebezigd en de blaam
daarvoor mag niet op de aannemers blijven rusten. Na nog onder de
aandacht gebracht te hebben, dat een architect voor zijn eigen eer
zoo mooi mogelijk bouwt en niet op de eerste plaats naar de
financiën kijkt, concludeert spreker ten slotte, dat er op deze
school in elk geval f 2.000 kan bezuinigd worden en dat hij daarom
aan het ter tafel liggende voorstel zijn stem niet kan geven.
De heer VAN DOMMELEN (RKSP) drukt er zijn spijt over uit, dat de
heer Janssens den bouw wil aanhouden. Spreker is van opvatting, dat
er thans moet worden uitgevoerd wat er maar uit te voeren valt. De
redeneering van den heer Van Pelt over de buitenlandsche arbeiders
begrijpt hij niet. Het buitenland neemt allerlei belemmerende
maatregelen en daarom is het heelemaal niet erg, dat onze eigen
regeering ook eens maatregelen neemt ter bescherming van eigen
burgers. De bepaling, dat 100 pct. der arbeiders Tilburgers moet
zijn, doet de arbeiders dan ook zeer sympathiek aan. Spreker stelt
hierna voor in het bestek de bepaling op te nemen volgens welke bij
alle voor de school benoodigde bouwmaterialen of constructiedeelen
een bewijs van herkomst moet worden overlegd en dat als blijkt, dat
er goederen van buitenlandsch fabrikaat gebruikt worden en de
directie meent, dat deze even goedkoop in Nederland verkrijgbaar
zijn, de aannemer dan ook verplicht is deze hier te koopen.
De heer JANSSENS (RKSP) handhaaft zijn in eerste instantie
aangevoerde bezwaar doch hij zal vóór het voorstel stemmen als hij
van den voorzitter mag vernemen, dat de f 12.400 die op de
begrooting komen drukken, den wethouder van financiën in 1934 niet
te veel zorg zullen baren om de begrooting sluitend te krijgen.
Spreker brengt voorts onder de aandacht, dat hij, indien hij hier
alleen als werkgever zat, direct voor het voorstel zou zijn, doch
spreker zit hier voor het algemeen belang en dat eischt een
sluitende begrooting. Wat de door den heer Remmers gewraakte
uitlating van de heer Moller betreft deelt spreker mede, dat in het
bisdom Den Bosch de gewoonte bestaat, dat bij een aanbesteding de
zes laagste inschrijvers een vergoeding krijgen voor hun
calculaties, welk gebruik spreker zeer billijk voorkomt. Hierna
verklaart spreker nog vóór te zullen stemmen indien de wethouder het
voorstel van de heer Van Dommelen overneemt.
De heer ARTS (RKVP) ziet van het woord af.
De heer VAN PELT (SDAP) verklaart alleen de bedoeling gehad te
hebben te zeggen, dat hij zich onder de huidige tijdsomstandigheden
niet tegen de bepaling van 100 pct. zal verzetten, doch dat hij uit
de betoogen den indruk kreeg of men het gebruik van Nederlandsch
Fabrikaat zoover wilde gaan uitpluizen, dat ieder kopspijkertje in
Nederland moest vervaardigd zijn en dat de aannemer Nederlandsche
schoenen moet dragen. Zoo ver moet men het toch niet zoeken. Dat men
slechte practijken vergoelijkt, zooals de heer Janssens nog doet,
keurt spreker af.
De heer BEDAUX (RKSP): Noemt u dat slechte practijken als er wat in
rekening gebracht wordt voor calculatie?
De heer VAN PELT (SDAP): Het woord is hier gebruikt.
De heer BEDAUX (RKSP): Ik vind het jammer, dat de wethouder dat
gedaan heeft.
Wethouder MOLLER: Maar ik heb dat woord niet gebruikt.
De heer BEDAUX (RKSP): De wethouder had het dan niet hoeven
"suggereeren".
De heer VAN PELT (SDAP) kapittelt hierna den heer Remmers omdat deze
pertinent beweerde, dat de gemeente Oosterhout haar aannemers een
bijslag geeft terwijl hij het maar van "hooren zeggen" blijkt te
weten.
De heer REMMERS (RKSP): Achter de groene tafel spreekt men toch ook
zoo.
De heer MOLLER (Wethouder) zet uiteen welk verschil er tusschen de
door den heer Van Dommelen voorgestelde bepaling en die, welke reeds
in het bestek staat, schuilt.
De heer DONDERS (RKVP) krijgt hierna gelegenheid het woord over het
amendement van den heer Van Dommelen te voeren. Spreker meent, dat
men zulk een strenge bepaling niet moet opnemen daar het met de
bestekvoorwaarden toch al welletjes genoeg is. Men behoort de
nationale hartstocht niet te veel op den spits te drijven.
De VOORZITTER brengt onder de aandacht, dat er momenteel niet
besloten wordt voor aanbesteding of bouw van een school, doch dat
het alleen gaat om een voorstel tot wijziging van de begrooting. Dat
betekent, dat hetgeen de heer Van Dommelen doet, nl. een amendement
indienen, niet aan de orde is en ook niet aan de orde kan gesteld
worden. Men kan wel zijn wenschen te kennen geven doch amendementen
indienen is niet mogelijk.
B. en W. zullen met de thans gevoerde besprekingen hun voordeel
doen. Zij zullen zorgen dat er zooveel mogelijk Nederlandsch
Fabrikaat verwerkt wordt. Als men B. en W. vertrouwt, is een zeer
strenge bepaling daarvoor niet noodig. Men bereikt hiermede alleen,
dat de mogelijkheid om ander dan Nederlandsch Fabrikaat te gebruiken
- indien dit noodig blijkt - geheel en al is uitgesloten, wat niet
wenschelijk is. Spreker stelt zich ten slotte voor over deze
aangelegenheid maar niet verder te discussieeren.
De heer MOLLER (Wethouder) zet uiteen, dat de heeren Remmers en
Bedaux zijn betoog geheel verkeerd begrepen hebben. Spreker heeft
niet over "slechte" practijken gesproken. Hij heeft laten uitkomen
dat er geruchten gaan over het optreden der aannemers. Spreker heeft
echter bij een bouwwerk wel een pastoor tegen den bisschop onlangs
hooren zeggen: Het is mij gebleken, dat de aannemers er alweer wat
opgelegd hebben. Spreker heeft dit vanavond met opzet naar voren
gebracht om de aannemers wakker te maken. Dat zij die geruchten nu
weerleggen om zich van den blaam te zuiveren. Als dit geschiedt, zal
spreker dat ten zeerste toejuichen.
De heer BEDAUX (RKSP) meent, dat wethouder Moller deze
aangelegenheid niet als argument naar voren had hoeven te brengen.
De VOORZITTER zet uiteen, dat waar reeds verschillende andere werken
niet kunnen worden uitgevoerd, de bouw van deze school met het oog
op de groote werkverruiming, die er in schuilt, wel gemotiveerd is.
Bovendien moet men juist in tijden van malaise zooveel mogelijk
uitvoeren omdat op iedere "baisse" een "hausse" volgt. Wil men
bezuinigen, dan moet men dit niet nu, maar in tijden van
hoogconjunctuur doen.
Het voorstel wordt hierna z.h.s. goedgekeurd.
Nieuwe Tilburgsche Courant - zaterdag 1 oktober 1932
De bouw der nieuwe H.B.S.
Door de afd. Tilburg van den Ned. R.K. Bond van Bouwpatroons is het
volgende adres aan den Raad der gemeente Tilburg verzonden:
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, de afd. Tilburg van den
Ned. R.K. Bond van Bouwpatroons,
- dat de slechte tijdsomstandigheden aan den leden van den Bond niet
onopgemerkt zijn voorbijgegaan, zelfs heeft de crisis zich in de
bouwbedrijven nog scherper doen gevoelen dan in welk ander bedrijf
ook,
- dat niettemin eene welgestelde aannemersstand voor de economische
positie van Tilburg van groot belang moet worden geacht, op grond
waarvan requestranten meenen, dat ter bevordering der belangen van
genoemden stand een beroep op de medewerking van uwen Raad
gerechtvaardigd is,
- dat er zich momenteel bij de aanbesteding van den bouw der
Gemeentelijke Hoogere Burgerschool, zonder dat dit naar de meening
van ondergeteekenden voor den Raad bezwaren van financieelen of
moreelen aard medebrengt, eene mogelijkheid voordoet om op krachtige
wijze aan genoemden aannemersstand van deze medewerking te doen
blijken,
- dat, hoewel ondergeteekenden over het algemeen afkeerig zijn van
overheidsmaatregelen, strekkende tot bescherming van bepaalde
groepen of standen, zij momenteel redenen aanwezig achten thans van
dit ingenomen standpunt, dat zij uwen Raad tot steun van den
aannemersstand in overweging geven, af te wijken,
- dat hare leden bij de aanbesteding een gezegeld onderteekend stuk
willen overleggen, waarin zij verklaren op geen enkele wijze met
andere inschrijvers of derden te zijn overeengekomen over eenige
geldelijke vergoeding uit hoofde - direct of indirect - van deze
aanbesteding,
- redenen waarom zij uwen Raad beleefd verzoeken voor den bouw van
de nieuwe Gemeentelijke Hoogere Burgerschool slechts door
Tilburgsche aannemers te laten inschrijven.
Hetwelk doende, enz.
Namens het bestuur van den Ned. R.K. Bond van Bouwpatroons afd.
Tilburg,
w.g. W.H. BROENS, Voorzitter wn.
H.J. WAIJERS, Secretaris.
Nieuwe Tilburgsche Courant - zaterdag 15 oktober 1932
Advertentie Aanbesteding
A A N B E S T E D I N G
Op 31 October 1932 zal door Burgemeester en Wethouders van
Tilburg worden aanbesteed:
Het bouwen van een Hoogere
Burgerschool met Conciërgewoning.
Stukken te bekomen ten kantore van Architect S.N.A. Jos. Wielders te
Sittard tegen betaling van f 35; restitutie f 25, mits alle stukken
ongeschonden en portvrij op genoemd kantoor terug zijn binnen drie
dagen na de aanbesteding.
Nieuwe Tilburgsche Courant - zaterdag 15 oktober 1932
Gemeenteraad van Tilburg
Uit het verslag van de
raadsvergadering van 14 oktober:
2. Mededeeling van ingekomen stukken.
j. Adres van de afd. Tilburg van den Ned. R.K. Bond van Bouwpatroons
alhier om voor den bouw van de nieuwe Hoogere Burgerschool slechts
door Tilburgsche aannemers te laten inschrijven.
De VOORZITTER stelt voor dit adres ter afdoening in handen van B. en
W. te stellen, waarbij hij tevens mededeelt, dat het in de bedoeling
van B. en W. ligt adressante te berichten, dat B. en W. geen
aanleiding vinden op het adres in te gaan. Bovendien ligt deze
aangelegenheid op het oogenblik buiten de competentie van den Raad.
De heer BEDAUX (RKSP) zou gaarne prae-advies op het adres hebben.
De VOORZITTER acht dit niet noodig daar de kwestie in een vorige
vergadering uitvoerig besproken is.
De heer BEDAUX (RKSP) wijst er op, dat het de Tilburgsche aannemers
door verkeerde practijken van buitensteedsche aannemers zeer
moeilijk gemaakt wordt om met kans op succes mede te dingen. Wat de
organisatie thans vraagt, is dan ook een uitzonderingsmaatregel en
het is heelemaal niet het verlangen van den Bond van Bouwpatroons,
dat in Tilburg voortdurend de thans door hem voorgestelde weg zal
gevolgd worden.
De heer PRINS (RKSP) verklaart niet met het adres te kunnen meegaan
doch zich met het standpunt van B. en W. te willen vereenigen.
De heer REMMERS (RKSP) bepleit inwilliging van het verzoek. Voor de
arbeiders wordt er zooveel gedaan doch de toestand van den
Middenstand maakt thans voor hem deze bescherming noodzakelijk.
De heer DONDERS (RKVP) is radicaal tegen de door de aannemers
gevraagde beperking, want toepassing van dezen maatregel zou wel
eens tot gevolg kunnen hebben, dat andere gemeenten voortaan de
Tilburgsche aannemers uitsluiten en dan is het middel eigenlijk
erger dan de kwaal.
De heer BEDAUX (RKSP): De beperking wordt maar voor één keer
gevraagd!
De heer DONDERS (RKVP): Die ééne keer is mij al te veel! Wel voelt
spreker er echter voor om de Tilburgsche aannemers op de een of
andere wijze een faciliteit te verleenen.
De heer VAN PELT (SDAP) acht het eveneens verkeerd alleen maar
Tilburgers aan de inschrijving te laten deelnemen. Wat de verkeerde
practijken, waarover de heer Bedaux sprak, betreft, zegt spreker dat
men daarvoor niet behoeft te vreezen, omdat toch immers de
bepalingen van het Collectief Contract moeten worden nagekomen.
De VOORZITTER protesteert er tegen, dat de meening geuit wordt alsof
B. en W. en de Raad tegenover de arbeiders een ander standpunt dan
tegenover den Middenstand zouden innemen. Die gedachte moet men
laten varen want ze is absoluut onjuist. Er is trouwens ook nooit
iets van gebleken. Spreker merkt verder op, dat er 100 pct.
Tilburgsche arbeiders bij de uitvoering van dit werk moeten gebruikt
worden en dat voor deze de collectieve arbeidsovereenkomsten gelden
voor zoover deze in Tilburg van toepassing zijn. Voor minder goede
of verkeerde practijken, waardoor een buitensteedsche aannemer
voordeeliger dan een Tilburgsche zou kunnen inschrijven, bestaat dus
niet het minste gevaar. Spreker kan het heele adres van de R.K.
Bouwpatroonsbond dan ook niet anders zien dan dat men in Tilburg
vreest voor concurrentie. Voor deze vrees van een zekere groep der
ingezetenen kan men echter niet al bij voorbaat iederen aannemer van
buiten Tilburg uitsluiten. Wil men het werk in Tilburg houden dan is
de beste methode, dat de aannemers hier zeer concurreerend
inschrijven, iets wat naar spreker's inzien mogelijk is daar de
Tilburgers - omdat zij wonen in de plaats waar het werk moet worden
uitgevoerd - al in een gunstiger positie dan de andere aannemers
verkeeren.
De heer REMMERS (RKSP) verzoekt B. en W., dat - indien het
prijsverschil niet te groot is - zij bij de aanbesteding het
standpunt zullen innemen, dat de organisatie verwacht. Spreker
bestrijdt voorts de bewering, dat de Tilburgers een voorsprong op de
niet-Tilburgsche aannemers zouden hebben. Die aannemer, welke al
meer onder dezen architect gewerkt heeft en dus diens opvattingen
kent, is echter de anderen wél een stuk voor.
Het adres wordt hierna ter afdoening in handen van B. en W. gesteld.
Nieuwe Tilburgsche Courant -maandag 31 oktober 1932
Aanbesteding der nieuwe Rijks H.B.S.
Heden werd naar ontwerp van Jos. Wielders, architect S.N.A. te
Sittard door Burgemeester en Wethouders van Tilburg aanbesteed: het
bouwen van een Hoogere Burgerschool met conciërgewoning en werd door
de volgende heeren aannemers ingeschreven:
Nieuwe Tilburgsche Courant - maandag 9 januari 1933
Gunning bouw Rijks H.B.S.
Uit de oproep tot bijwoning van de
raadsvergadering van 13 januari:
6. Mededeelingen van de gedurende het
4e kwartaal 1932 gehouden verkoopingen en aanbestedingen.
31 October 1932. Het bouwen van een Hoogere Burgerschool met
portierswoning aan de Ringbaan Oost.
Gegund aan de firma Gebr. A. en P. Vissers te Eindhoven voor de som
van f 113.537.
Nieuwe Tilburgsche Courant - zaterdag 27 oktober 1934
Paleis-Raadhuis
Het ontwerp in geboetseerd model
gereed. Prachtig geslaagd. Oscar Leeuw komt het zelf aan 's Raads
goedkeuring onderwerpen.
Sedert eenige dagen berust op het gemeentehuis - achter slot en
grendel! - 'n prachtig geboetseerd model van het nieuwe
paleis-raadhuis, met de restauraties waarvan nu spoedig zal worden
begonnen.
Het is uitwendig 'n prachtig geslaagd geheel. Het oude
statige Koningshuis met aardige kanteelen en in dof-witte kleur,
naar Engelschen stijl gebouwd, daar liggend in een wijde open
ruimte. Aan de achterzijde, langs het Willemsplein, een trapbordes
van breed-voorname allure. In den laag gelegen tuin, weelderig
voorzien van boomen en bosschage, groene gazons en bloemen, 'n paar
breede oprijlanen, van waaraf het paleis 'n monumentaal aspect
biedt. Om 'n goed denkbeeld van het geheel te krijgen, zie men in
zijn verbeelding al die onooglijke nevenbouwsels, waardoor het
paleis nu als 't ware als met een muur is omsloten, weg. En er rijst
voor u op, 'n statig kasteel in 'n riante omgeving, dat 'n waardige
huisvesting zal verleenen aan het stadsbestuur.
Men weet dat de totale restauratie indertijd geraamd is op 316.170
gld. Terwijl daarnaast nog een schadevergoeding aan de Duitsche
Vorstenhuizen van Saksen en Reuss, verwant aan onze koninklijke
familie, van 45.000 gld. is betaald moeten worden. Onze Koningin
heeft hare aanspraken op schadevergoeding - neergelegd in de
schenkingsakte - onmiddellijk geheel prijs gegeven. Van het
hierboven genoemde bedrag wordt een heel groot deel besteed aan de
inwendige restauratie. De verbouwingskosten zijn geraamd op 131.000
gld., waarbij nog gevoegd dient te worden: 2000 gld. voor
electrische installatie, 3000 gld. voor tuinaanleg en 6000 gld. voor
parketvloeren.
Aan de hand van een reeds in Augustus door B. en W. in 1931
uitgegeven beschrijving kan het interieur gevoeglijk aldus worden
gereconstrueerd. In het centrum van het gebouw op de begane
grond-verdieping is een ruime hal ontworpen ter oppervlakte van plm.
130 m2, waarvan de vloer als de bestaande zal worden
betegeld en de wanden tot een hoogte van plm. 2.60 m met marmer
zullen worden bekleed. Het bestaande empire rosette in het plafond
zal worden behouden, terwijl hetzelfde ornament zal worden
vermenigvuldigd en de bestucadoring der wanden boven de marmeren
bekleeding in denzelfden geest zal worden uitgevoerd. Ter
linkerzijde van de hal bevinden zich de trouwzalen 1e en
2e klasse. Ter rechterzijde zijn de Burgemeesterskamer en
de vergaderzaal van het College van B. en W. ontworpen, beide met
garderobe en toiletgelegenheden. Voorts liggen daar een tweede
wethouderskamer, alsmede een tweetal spreekkamers.
Een ruime wenteltrap van gewapend beton, bekleed met marmer, voert
naar de eerste verdieping. Ook hier wordt het centrum gevormd door
'n ruime hal, ter rechterzijde waarvan de Raadzaal is ontworpen. In
de Raadzaal is een verhoogde ruimte gereserveerd voor het College
van B. en W. Daarvoor is de plaats gedacht voor de verslaggevers der
gemeente. In hoefijzervorm zijn voorts de plaatsen gerangschikt voor
de gemeenteraadsleden. Tegenover de plaats van het College van B. en
W. is op een verhooging de perstribune gedacht, terwijl voor de pers
tevens een tweetal kamers ter beschikking staat. Boven de
perstribune bevindt zich de ruimte voor het publiek. Door middel van
den traptoren kan de publieke tribune rechtstreeks van de straat
worden bereikt. Aan de Raadzaal sluit aan de koffiekamer, tegelijk
leeszaal.
Op deze verdieping is voorts een van de voornaamste zalen ontworpen
van het gebouw, nl. de burgerzaal, die zoo noodig met de hal als
ééne ruimte kan worden benut. Dit met het oog op de groote
"ontvangsten". Een ruimte voor de bediening is verder aanwezig die
door middel van een lift in directe verbinding staat met de keuken
in het souterrain. In het bestaande souterrain wordt de
conciërgewoning en plaatsruimte voor archief ingericht.
En hoe dit alles in een "waardig kleed" zal worden gestoken, mogen
de volgende cijfers aantonen:
Kosten van betimmering: burgemeesterskamer f 10.000; vergaderzaal B.
en W. f 8000; trouwzaal 1e klas f 15.000; idem 2e
klas f 9000; raadzaal f 25.000; feestzaal f 25.000; koffiekamer f
5000. Totaal f 97.000.
Kosten van meubileering: raadzaal f 12.000; feestzaal f 8000;
koffiekamer f 4000; burgemeesters-kabinet f 2800; trouwzaal 1e
klas f 2100; idem 2e klas f 1800; hal f 1200; baldakijn f
1000; spreekkamers f 700; bodekamer f 350; servies f 300. Totaal
34.250.
Wij zeiden hierboven, dat weldra een begin van uitvoering met deze
restauratiewerken zal worden gemaakt. Te dien einde zal de
bouwmeester Oscar Leeuw, uit Nijmegen, in de Raadsvergadering van
a.s. Vrijdag zijn maquette tentoonstellen en B. en W. bijstand
verleenen in de toelichting tot deze o.i. zeer welgeslaagde plannen.
Wellicht vindt het gemeentebestuur dan ook nog gelegenheid om het
geboetseerde model voor het publiek tentoon te stellen.
Nieuwe Tilburgsche Courant - maandag 29 oktober 1934
Gemeenteraad van Tilburg
De burgemeester der Gemeente Tilburg roept de leden van den
gemeenteraad op, tot bijwoning ener openbare vergadering op Vrijdag
2 Nov. a.s., des avonds om 6 uur ten gemeentehuize.
PUNTEN VAN BEHANDELING
1. Goedkeuring van de notulen der
vergaderingen van 14 September, 12 Oktober en 16 Oktober 1934.
2. Mededeling van ingekomen stukken.
3. Voorstel tot het beschikbaarstellen
van een krediet van f 314.000 voor de verbouwing van het voormalig
Koninklijk Paleis tot representatief gemeentehuis.
Tot zover deze oproep.
Aan hetgeen B. en W. in hun praeadvies mededelen ontlenen wij het
volgende, dat nog niet vermeld werd in het artikel, dat wij reeds
Zaterdag aan deze zaak wijdden:
- Het gebouw zal hooger worden dan het thans is, terwijl de muren
tot op een bepaalde hoogte met natuursteen zullen worden
opgetrokken.
- Tussen de oprij- en afrijlaan zal een vijver worden aangelegd,
terwijl voor de minder fraaie belending een oplossing is verkregen,
waardoor deze het uiterlijk aanzien van het gebouw slechts weinig
meer schaadt.
Het inwendige van het gebouw zal als volgt worden ingericht:
- In de Burgerzaal zal de betimmering worden uitgevoerd in
Slavonisch eikenhout met lijsten en pilasters in palissander of
coromandel. Het plafond wordt geheel van eikenhout, terwijl de
wanden worden bekleed met damast.
- De betimmering van de Raadzaal zal geschieden in Slavonisch
eikenhout met lijsten en pilasters in palissander of coromandel. De
wanden zullen worden bekleed met genuanceerd imitatie-goudleer op
schilderslinnen. In de zaal, op het podium en op de perstribune
komen als vloerbedekking tapijten en op de publieke tribune een
rubber vloerbedekking.
- Van de koffiekamer wordt de wandbetimmering uitgevoerd in
Slavonisch eikenhout, de wandbekleding wordt van stof, terwijl
daarin een parketvloer zal worden gelegd.
- De wandbetimmering en het plafond van de vergaderzaal van B. en W.
zal worden uitgevoerd in Java of Moulman teakhout; de wanden zullen
worden bekleed met imitatie-goudleer, terwijl de vloer met een
tapijt belegd zal worden.
- De wandbetimmering en het plafond van de Burgemeesterskamer zal
worden uitgevoerd in palissanderhout met ahorn of andere lichte
panelen, terwijl de wanden bekleed zullen worden met damast.
- Van de trouwzaal 1e klasse wordt de wandbetimmering en
het plafond gemaakt van Cuba-mahoniehout met panelen in een lichtere
houtsoort, terwijl de wanden bekleed worden met damast.
- Van de trouwzaal 2e klasse wordt de wandbetimmering en
het plafond van Slavonisch eikenhout.
Nieuwe Tilburgsche Courant - woensdag 31 oktober 1934
Ingezonden Stukken
't Wordt schoon in Tilburg!
Bij de raadsvoorstellen voor de vergadering van Vrijdag a.s. treft
men o.a. aan punt 10: "Voorstel tot het projekteeren van een weg ter
verbinding van de Raadhuisstraat met den Bredasche weg."
Naar men zegt betreft dit een aan te leggen weg of straat vanaf het
pand apotheek Hodes achterom naar de Raadhuisstraat. Wat zal dat
weer eene prachtstraat worden! Echt geschikt voor winkelstraat! Na
de mislukking met de Raadhuisstraat nr. 1, nu weer deze
Raadhuisstraat nr. 2! En het kon toch zooveel fraaier, al zouden de
kosten wat hooger zijn geweest. (Let op de kosten van verfraaiing
van het voormalig Koninklijk Paleis.)
'n Prachtige groote markt (al de huizen vanaf het bureau
Bevolking-Arbeidsbeurs tot slager Heldens weg) en dan mooie
winkelhuizen aan den Westkant, waar nu het keurige winkelpaleis der
firma Van Boxtel reeds staat. Verder enkele huizen aan de
rechterzijde der Zomerstraat eenige meters terug (in de rooilijn
waarin de slagerij Nouwens staat) en we hadden een prachtoplossing
gehad voor het drukke verkeer aldaar en tevens een schitterend open
plein. Nu wordt het een prulleboel eerste klas, onwaardig voor eene
stad, welke over enkele jaren 100.000 zielen gaat tellen.
Moeten de heeren raadsleden dit nu zóó maar goedvinden? Is de
meerderheid der leden met wethouder v. Oudenhoven niet méér
ontvankelijk voor stedelijk schoon? Moet nu zóó het centrum der stad
hopeloos verprutst worden, óók met heel veel kosten? Het is te
hopen, dat het nog niet te laat is!
Met beleefden dank voor de opname.
EEN OPMERKER
Nieuwe Tilburgsche Courant - vrijdag 2 november 1934
Ingezonden Stukken
Voorstel tot beschikbaarstellen van
een crediet van f 320.000 voor den bouw van een representatief
gemeentehuis.
B. en W. hebben onder dit hoofd een voorstel aan den raad ingediend
om door wijziging van het zoogenaamde paleis te komen tot een
gedeeltelijk raadhuis. Leest men bij dit voorstel de daaraan
volgende explicatie van het geval, dan komt men tot de gedachte: B.
en W. zaten met de handen in het haar om het bedrag van f 320.000
aan den Raad verantwoord te krijgen. De mogelijkste en onmogelijkste
zaken, waarmede 't zoogenaamde paleis behangen, beplakt of besmeerd
zal worden, zijn in de verantwoording opgesomd. Dat B. en W.
overigens met de handen in het haar zaten bij hunne verantwoording
kan ik me indenken. Ik zie ten eenenmale ook geen kans om een
uitgave in dezen tijd aan behangsel, bekleeding en andere imitatie
plakspullen van dit bedrag aan dit gebouw te verantwoorden. (Ik zie
er kans toe geheel Tilburg voor dit bedrag te beplakken met
dergelijke imitatie en andere spullen.) Maar ja, de verantwoording
is er en de gemeenteraad zal slikken, daarbij bijgestaan door den
geestelijken vader van deze plakidee, die met behulp van een groote
speelgoeddoos en wat holle woorden de zaak aannemelijk zal komen
maken.
Men vraagt zich af: Zouden de heeren, die het initiatief hebben
genomen tot deze stadhuisplannen wel eens bedacht hebben wat ze
deden? Laten we voor de aardigheid eens nagaan wat er zoo al
geschied is. Eerstens hebben we gehad de aankoop van 't "paleis",
kosten f 45.000. Tweedens het bouwen van eene H.B.S., kosten f
125.000, honorarium architect plus kosten grond (geraamd op 5000 m2
tegen een prijs van f 7, die men bij verkoop toch minstens zou
kunnen krijgen) is totaal ongeveer f 170.000. Ten derde de kosten
van wijziging, beplakking, aanleg etc. van het paleis, raming f
320.000 plus meerder werk, plus honorarium, plus diverse andere nog
bijkomende kosten, in totaal getaxeerd op f 380.000.
In totaal zal dus worden uitgegeven ongeveer zes ton, waarbij wij in
het bezit zijn gekomen van alleen 't representatieve gedeelte van
een raadhuis, zoodat dan nog overblijft te zorgen voor onderdak van:
1. het bureau van Publieke Werken.
2. het bureau van Bouw- en Woningtoezicht.
3. de brandweer.
4. de stichting woningbeheer.
5. het bureau van de arbeidsdienst.
6. het bureau bevolking.
7. de gemeentelijke geneeskundigen dienst.
8. de diverse nog niet genoemde diensten.
Al de genoemde diensten zitten namelijk nog in tijdelijke gebouwen,
die mettertijd natuurlijk zullen worden veranderd, zoodat ik voor
mij meen de conclusie te mogen trekken dat, wanneer 't paleis
beplakt zal zijn, we nog ongeveer even ver staan als op dit
oogenblik, alleen met dit verschil, dat er daarna zes ton
belastinggeld naar de maan is, waarvan waarschijnlijk het overgroote
gedeelte buiten de stad en zelfs buiten 't eigen land zal
terechtkomen. Maar 't geld is maar 't geld en dat is maar bijzaak op
't oogenblik.
We zitten echter ook nog te kijken met andere gevolgen van deze
onverantwoordelijke daad en wel de volgende: Met zeer veel smaak is
men begonnen met verwoesting van een der schoonste hoekjes van
Tilburg. Het schilderachtige hoekje namelijk aan de achterzijde van
de kerk van 't Heike, waartegen zoo schoon de sacristie gelegen is
en dat aan de eene zijde werd afgesloten door de schoone groote
boomen, die zoo goed bedekten hetgeen er achter stond, en welke een
doorkijkje vormden in het erachter liggend straatje, tevens
bedekkend de vieze reclameplaten aan de huizen in dit straatje
opgehangen.
Dit hoekje heeft men om te beginnen verwoest door de boomen weg te
kappen. En om het schoone van dit hoekje nog meer te bederven
schroomde men zich niet direct in de nabijheid, op de plaats
namelijk van de omgekapte boomen, een standbeeld op te richten voor
Mgr. Zwijsen, welks entourage u de idee geeft te zijn weggenomen bij
een of andere smakelooze moderne grootsteedsche lunchroom. Deze
indruk wordt nog erger in den avond, wanneer de koppen der
natuursteenen pilasters hun licht uitspreiden. Hoe iemand tot de
gedachte kan komen om een natuursteenen pilaster af te dekken met
melkglas in koperen spijltjes, is mij ook een raadsel. Maar het is
nu eenmaal zoo: in deze "moderne tijd" mag veel onzinnigs
geschieden; men bewondert zelfs het onzinnige. En over het paleis
zelve. 't Gebouw zou volgens mededeeling van B. en W. historische
waarde hebben? Deze waarde moet volgens mij dan daarin bestaan, dat
geen vorst, graaf of koning ooit in het paleis is geweest. We kunnen
dus zeggen, dat het gebouw eene negatief-historische waarde heeft,
waardoor 't dan misschien ook wel recht heeft op onze achting?
Verder heeft men indertijd in Leiden zeer uitgebreide
beraadslagingen gevoerd over de mogelijkheid om met gebruikmaking
van de oude (schoone) gevel een raadhuis te stichten, dat zou
voldoen aan de eischen des tijds. Volgens veler meening was dit
onmogelijk, volgens anderen zou 't misschien wel gaan. In Tilburg
behoeft men echter over zulke zaken niet zoo lang te denken, daar
maakt men zonder "noemenswaardige verandering" van een paleis,
waarvan de kwaliteit zoo was, dat de Rijks Waterstaat reeds lang
geleden wegens bouwvalligheid de nagebootste kanteelen moest
wegnemen, een school en van dit "niet noemenswaardig veranderd
geval" een "representatief raadhuis".
Hoe men dit bereikt? Men heeft daar iemand voor gevonden wiens licht
doordrong tot in Tilburg en die het zaakje "kunstig" zal beplakken
zooals ik reeds zei met gedeeltelijk natuursteen, gedeeltelijk met
een of ander smeerprodukt, terwijl het binnenste zal worden beplakt
of behangen met
"goudimitatieleer-papierfantasie-coromandel-pichpine-oregon-teak-wortelnoten-gouddamast"
en andere vreemdnamige producten. (Vooral vreemdnamig, want dat
geeft cachet.) In Tilburg is zooiets altijd nog mogelijk, daar
kunnen zulke menschen hun plakgeest-uitingen nog met kwistige hand
rondstrooien, waarvoor ze zelfs nog dik betaald worden.
In Tilburg was 't eveneens mogelijk te bouwen een gebouw als de
tegenwoordige H.B.S., welk gebouw men getracht heeft uit te voeren
in de zoogenaamde Nieuw-Zakelijke bouwvorm (een vorm, die zelfs in
Duitschland werd verboden wegens zijn niet eigen en onchristelijk
karakter) waarin men echter niet geheel slaagde en dat, zooals 't
thans is, u herinnert aan een of ander slecht product van den
beginselloozen architect Dudok. In Tilburg, de stad in 't hartje van
Brabant, dat al 't eigen, 't Brabantsche dat 't nog had, heeft
weggesmeten, dat trachtte mee te gaan met de "moderne beschaving" en
dat thans leeft in asphaltwegen, plantsoentjes en genormaliseerde
woningen, voorzien van welstandsbepalingen, glas in lood,
schuifdeuren, hypotheek, teakhouten voordeur met nikkelen knop en
cactussen of hoe deze dingen mogen heeten voor de ramen.
In Tilburg, de stad in Brabant met een specialen wethouder voor
onderwijs, kunsten en wetenschappen, een man met naam op dit gebied,
mede onder wiens beheer dit alles mogelijk is te geschieden, 't is
onbegrijpelijk, men zou zeggen 't is onmogelijk.
Zoo sukkelen wij voort in deze "nieuwe moderne tijden".
X.
Nieuwe Tilburgsche Courant - zaterdag 3 november 1934
Gemeenteraad van Tilburg
Het grootsche Stadhuis-Paleisplan met
algemeene stemmen goedgekeurd
Het Paleis-Raadhuisgedeelte uit het
verslag van de raadsvergadering van 2 nov.
De Raad der gemeente kwam gisterennamiddag 6 uur in openbare
vergadering bijeen. Aanwezig waren alle leden, behalve de heeren
Arts, van Iersel.
Voorzitter: mr. dr. F. Vonk de Both.
Secretaris: W.J. van Dusseldorp.
Alvorens de eigenlijke raadsvergadering aanving, vond een
onofficieele bespreking plaats van het stadhuis-paleisplan, waarbij
wél de pers doch geen publiek werd toegelaten. In deze vergadering
was ook aanwezig de architect van het paleisplan, de heer Oscar
Leeuw, die aan de hand van een heele reeks teekeningen, welke de
wanden van de raadszaal stoffeerden, en een maquette van het
gerestaureerde paleis met het interieur der raadszaal de plannen,
die onze lezer al bekend zijn, nader toelichtte.
Deze toelichting werd voorafgegaan door enkele opmerkingen van den
VOORZITTER. Deze zeide daarbij o.a. dat B. en W. onaangenaam verrast
waren toen zij ontdekten, dat - nog alvorens de stukken ter visie
lagen - over het stadhuisplan in een Tilburgsch dagblad reeds een
artikel verscheen nog wel voorzien van cijfers. B. en W. hadden de
bedoeling gehad een en ander als een primeur voor den Raad te
bewaren.
De heer VAN PELT (SDAP): Dat helpt in Tilburg toch niet.
De VOORZITTER vervolgt, dat B. en W. vreesden, dat er een lek zou
bestaan in het ambtenarencorps, doch bij nader onderzoek is komen
vast te staan, dat de in pers gepubliceerde cijfers, cijfers betrof,
die reeds in 1931 bekend gemaakt zijn. Nadien echter zijn door den
heer Oscar Leeuw begrooting en plan nog gewijzigd.
Spreker vestigt er verder de aandacht op, dat evenals minister
Marchant dezer dagen aan "de laatste ronde" voor de spelling,
Tilburg met het paleisplan nu aan de laatste ronde gekomen is en zet
verder uiteen wat het doel van het plan is. Dit is vijfledig:
1. Uit piëteit tegenover de nagedachtenis van Koning Willem II en
tegenover het Koninklijk Huis een historisch gebouw te bewaren.
2. Verfraaiing van 't stadsbeeld.
3. Verschaffing van betere huisvesting aan de Rijks H.B.S.
4. Voorziening in de behoefte aan werkruimte voor het
secretariepersoneel.
5. Blijvend vrijgesteld te zijn van exploitatiekosten van een Rijks
H.B.S.
Dat alles kost op de voorgestelde wijze 6 ton ongeveer, doch wanneer
men 'n nieuw stadhuis moest bouwen, zouden daarmede wel twee
millioen gemoeid zijn.
De gemoedelijke besprekingen over 't plan namen ongeveer een uur in
beslag, zoodat ongeveer 7 uur de eigenlijke raadsvergadering
aanving.
3. Voorstel tot het beschikbaarstellen
van een krediet van f 314.000 voor de verbouwing van het voormalig
Koninklijk Paleis tot representatief gemeentehuis.
De heer VAN PELT (SDAP) begint zijn betoog met te verwijzen naar een
ingezonden stuk in de Nieuwe Tilburgsche Courant, waar een zekere X
komt vertellen, dat B. en W. met de handen in het haar zitten over
dit voorstel.
De heer DONDERS (KDAP.): Dat kan de burgemeester al heel moeilijk.
De heer VAN PELT (SDAP): Dat kan de kalender op, dat die mijnheer X
minachtend over plakken spreekt, minder fraaie woorden tot het adres
van den wethouder van Onderwijs richt en dat de conclusie van zijn
stuk is, dat hij voor f 320.000 heel Tilburg dicht wil plakken.
De heer DONDERS (KDAP): Dan zal het Jan Plek zijn!
De heer VAN PELT (SDAP) vindt het toch een beetje te gek, dat een
mijnheer X tegenover een officieel stuk van B. en W. zoo maar alle
mogelijke dingen kan komen vertellen. Als het stuk onderteekend was,
dan zou spreker gezegd hebben: dien naam moeten we onthouden want
dat is er een die het weet. Hij plakt heel Tilburg aan elkaar! Maar
nu er geen naam onder staat, beschouwt spreker hem maar als een
klodderaar.
De heer DE VROOM (SDAP): Kan zich niet herinneren, dat de in een
krant voorgekomen cijfers in 1931 al aan den Raad zijn medegedeeld.
Verder zou hij graag weten hoe het plan gefinancierd wordt want er
zijn menschen, die meenen dat het nogal luxueus wordt opgezet.
De heer VAN ACKER (RKSP) is van oordeel, dat het paleis er ook
inderdaad paleisachtig behoort uit te zien. En dat kost vanzelf
geld. Gaarne zal hij echter toch vernemen, waarom verschillende
bedragen zoo betrekkelijk hoog zijn. Overigens meent hij, dat men
met dit plan wel de goedkoopste oplossing voor de raadhuiskwestie
zal gevonden hebben.
De heer JANSSENS (RKSP) vreest, dat wanneer er mededeeling gedaan
wordt over cijfers van tapijten, lambriseering enz. men te veel naar
die bedragen zal kijken met voorbijzien van den kunstfactor. Waar er
echter verkeerde cijfers in de pers hebben gestaan, ware het nu niet
verkeerd als er hier ook eens wat genoemd werden. Spreker zegt
verder altijd een voorstander van bezuiniging te zijn geweest, maar
nu toch van meening te zijn, dat het paleis een waardig aanzien moet
krijgen, terwijl hij er ook op aandringt bij de uitvoering van dit
werk zoo veel mogelijk Nederlandsch fabrikaat te gebruiken.
De heer EIJCKEMANS (RKSP) heeft den indruk gekregen, dat een en
ander nogal royaal wordt aangepakt. Of dit inderdaad ook het geval
is, kan hij echter niet beoordeelen. Ter wille van 20 à 25 duizend
gulden moet men echter niet het heele aspect gaan bederven. Verder
vraagt spreker of men er met de gemaakte begrooting nu ook ongeveer
komen zal, zoodat er straks nog niet veel bij moet, terwijl hij ook
aandringt op zooveel mogelijke gebruikmaking van Tilburgsche
werkkrachten.
De heer FORTGENS (RKSP) vraagt of het bezit van twee stadhuizen geen
personeelsuitbreiding met zich zal brengen. In de stukken is
hiermede klaarblijkelijk geen rekening gehouden. Spreker spreekt
zich eveneens uit voor zooveel mogelijk gebruikmaking van
Nederlandsch fabrikaat en Tilburgsche arbeiders. Overigens zal hij
gaarne iets meer over het financieele gedeelte hooren.
De heer DONDERS (KDAP) wil ook weten hoe het met de financiering
staat. Spreker loopt daarna de motieven na, die tot dit raadhuisplan
geleid hebben, waarbij hij er op wijst, dat men met het huidige plan
de verschillende diensten nog niet in één gebouw kan onderbrengen.
Een geheel nieuw stadhuis kost 2 millioen, maar de vraag mag nu toch
gesteld of die 2 millioen niet gemotiveerd zouden zijn door het
voordeel van concentratie van diensten.
Het huidige ontwerp beziet spreker vooral als object van
werkverruiming. En dat mag de gemeente wat kosten op den dag van
vandaag. Daarom zal hij gaarne zien uitgelegd welk bedrag van de f
320.000 nu eigenlijk aan arbeidsloon zal besteed worden. Van het
antwoord op deze vraag zal voor een groot deel zijn stem afhangen.
Voorts vraagt spreker hoeveel Tilburgsche arbeiders hieraan zouden
kunnen werken en voor welk een tijd. Tot slot breekt spreker nog een
lans voor de Tilburgsche ambachtslieden, die z.i. uitstekend bekwaam
zijn met anderen te concurreeren als men ze daartoe maar de kans
geeft. Spreker bezit echter den indruk, dat men hun die kans niet
altijd geboden heeft.
De heer MANNAERTS (RKSP) vraagt nadere inlichtingen over de
betimmering, waarvan de kosten hem wel wat hoog voorkomen. Voorts
informeert spreker of in het crediet van f 314.000 nu ook alles
begrepen zit, zoodat men straks geen suppletoire credieten meer
krijgt, en hoe men het geheel denkt te financieren.
De heer REMMERS (RKSP) drukt er zijn teleurstelling over uit, dat
bij de stukken niet het bestek lag. Door het ontbreken hiervan kan
spreker voorlopig zijn stem nog niet aan het voorstel geven. De
inrichting van het interieur komt hem nogal luxueus voor.
De heer SCHEIDELAAR (RKSP) wijst er op, dat de Raad in 1931 al wist,
dat dit plan drie ton zou kosten.
De VOORZITTER: Niet alleen kende de Raad dit bedrag maar hij heeft
het crediet al gevoteerd ook.
De heer SCHEIDELAAR (RKSP) meent, dat al hoeft men tegen het bedrag
niet vreemd meer aan te kijken, men zich toch wel mag afvragen of we
nu in een tijd leven, dat zoo'n plan moet worden uitgevoerd.
Wellicht ware het eenigen tijd uit te stellen.
De kosten van het binnenwerk lijken hem in verhouding tot het
buitenwerk nogal hoog doch spreker deelt overigens de opvatting, dat
- wanneer men het plan uitvoert - dit ook goed moet geschieden. Men
behoeft echter niet alles ineens te doen doch kan ook een deel van
het werk naar lateren datum verschuiven. Men zou bijv. thans het
exterieur kunnen opknappen en het binnenwerk slechts zoover dat het
pand bewoond kan worden. Verder informeert spreker of er, daar het
hier toch het behoud van een historisch monument betreft, voor dit
werk financieelen steun van rijk of provincie genoten wordt.
De heer VAN DE VEN (KDAP) betoogt, dat dit werk verzwaring der
lasten met zich brengt, waarom hij vraagt of de inrichting niet wat
minder luxueus kan geschieden of het heele plan tot lateren datum
aangehouden. Met den heer Donders beschouwt hij het plan geheel als
object van werkverruiming waarom ook zijn stem zal afhangen van de
grootte van de som van arbeidsloon, die zal worden besteed.
De VOORZITTER releveert de geschiedenis van de al oude
stadhuiskwestie, daarbij tot de conclusie komend, dat men thans de
beste oplossing er voor heeft. Met dit nieuwe stadhuis is Tilburg,
wanneer de stad zich blijft ontwikkelen zooals thans, nog minstens
voor een halve eeuw geholpen. Alles bij elkaar zullen de kosten f
573.000 bedragen, welke kosten zoo veel minder bedragen dan die voor
een geheel nieuw stadhuis, dat men thans aan dit laatste plan niet
eens meer denken moet.
Om financieele redenen ontraadt spreker uitstel of gedeeltelijke
uitvoering om er vervolgens op te wijzen, dat de nieuwe begrooting
van Oscar Leeuw beduidend lager is dan die van 1931. Daar het nu zoo
meeviel, heeft de architect voorgesteld om nu ook maar eens iets
flinks en degelijks te maken. Van onder komt er daarom natuursteen
terwijl de ramen i.p.v. ijzeren koperen zullen worden. Dit alles
geeft het geheel een ander cachet. Men is nu voor exterieur tot een
begrooting gekomen, die maar weinig boven die van 1931 uitgaat,
waarbij echter komt, dat thans alles veel fijner wordt dan in 1931
voor ongeveer eenzelfde bedrag zou gekund hebben.
De financiering wil men doen geschieden door een leening. Dat rijks-
of provinciesteun zal verleend worden, gelooft spreker niet, maar
men zal in elk geval pogingen daartoe aanwenden. Overigens hoopt de
gemeente op het Werkfonds met behulp waarvan men verschillende
andere groote werkverruimingsobjecten wil laten uitvoeren, zooals
overbrugging spoor naar Breda, aanleg Ringbaan enz.
Getracht zal worden de verschillende werken zooveel mogelijk in
Tilburg te houden en ook Tilburgsche werkkrachten te gebruiken. Welk
deel van het geheele bedrag aan loon wordt uitgekeerd, valt zoo niet
te zeggen doch spreker kan wel mededeelen, dat alleen eenige ruwe
materialen worden ingevoerd. De bewerking daarvan geschiedt in
Nederland. Hierdoor wordt het plan een bizonder aantrekkelijke
werkverruiming, omdat het zoo veel verschillende groepen van
ambachtslieden arbeid zal verschaffen en niet, zooals anders
gewoonlijk het geval is, meer speciaal een bepaalde groep.
Dat het gescheiden liggen der beide stadhuizen bizondere
kostenverhoging met zich zal brengen, gelooft spreker niet. Zooals
de toestand nu is, kan hij ook niet blijven. Er moet in elk geval
dan op een andere wijze ruimte gevonden worden wat evengoed geld
kost.
Spreker doet dan mededeeling van eenige cijfers. De totaalkosten van
het heele plan, waarin dan begrepen zijn de bouw der nieuwe H.B.S.
enz., komen nu op f 540.000 wat f 40.000 lager is dan de raming van
1931. In 1931 kostte de betimmering der raadszaal f 20.000, nu kost
deze zaal f 29.700 maar behalve de betimmering is daarbij dan de
geheele aankleding begrepen. Volgens de oude begrooting kostte de
betimmering van de feestzaal f 10.000, nu f 11.500 maar daar is
thans dan nog bij inbegrepen het plafond, dat ook zeer mooi wordt
uitgevoerd. De burgemeesterskamer kost maar f 1160, spreekkamers
voor de wethouders ook f 1160 en de kamer van B. en W. f 8860.
Spreker meent ten slotte dat de raad een goede daad zal stellen door
het voorstel te aanvaarden.
De heer VAN ACKER (RKSP) vraagt of het de bedoeling is het werk in
zijn geheel ineens aan te besteden, waarop de VOORZITTER antwoordt,
dat de aanbesteding in onderdeelen geschiedt, zoodat er misschien
wel 10 verschillende aannemers zijn.
De heer JANSSENS (RKSP) geeft 'n paar wenken ten aanzien van de
financiering. Spreker vraagt voorts of B. en W. er wel aan gedacht
hebben, dat de inrichting van het tegenwoordige stadhuis tot
administratieruimte ook nog geld kost en of het wellicht mogelijk is
de ingezetenen de gelegenheid te bieden de maquette en de diverse
teekeningen te bezichtigen.
De heer FORTGENS (RKSP) dringt vooral aan op gebruikmaking van
Tilburgsche werkkrachten.
De heer DONDERS (KDAP) breekt hiervoor ook een lans en verklaart na
de gehoorde uiteenzettingen wel zijn stem aan het voorstel te kunnen
geven. Hij vraagt voorts nadrukkelijk of van de begrooting nu
inderdaad ook alles kan betaald worden, waarop de VOORZITTER
bevestigend antwoordt.
De heer MANNAERTS (RKSP) vraagt enkele inlichtingen van financieelen
aard terwijl de heer REMMERS (RKSP) nogmaals aandringt op
overlegging van een bestek.
De heer SCHEIDELAAR (RKSP) brengt onder de aandacht hoe ook andere
gemeenten voor soortgelijke werken subsidie van rijk en provincie
gehad hebben waarom hij voor Tilburg ook eens een poging wil wagen.
Naar aanleiding van de vragen inzake financiering zegt de
VOORZITTER, dat het in de bedoeling ligt voor elk object, waarvoor
geleend wordt, een bepaalde afschrijvingstermijn te stellen, welke
dan zal bepaald worden naar verhouding tot den levensduur van het
object. Zou t.z.t. een versterkte aflossing noodzakelijk zijn, dan
kan dit nog gebeuren, doch beter is het dergelijke aflossingen te
gebruiken voor de oudere, dure leeningen. Een uitgewerkt bestek kon
niet aanwezig zijn daar hiervoor de tijd nog niet is aangebroken.
Indien de Raad het plan verwerpt, zou immers al die moeite van een
bestek tevergeefsch zijn.
De heer REMMERS (RKSP) beweert, dat er met de H.B.S. destijds toch
wel een bestek was. Dit had er nu ook moeten zijn. Dit neemt echter
niet weg, dat hij ook thans wel zijn stem aan het voorstel wil
geven.
Het voorstel wordt hierop z.h.s goedgekeurd.
Nieuwe Tilburgsche Courant - zaterdag 3 november 1934
Ingezonden Stukken
Restauratie "Paleis" - Raadhuisstr. 1
- Raadhuisstr. 2
Hoe is het mogelijk dat in deze ernstige tijd zoo met de
belastinggelden wordt omgesprongen. Het wil mij voorkomen, dat men
geen notie heeft (of notitie neemt) van wat er gedaan of gelaten
moet worden om den plicht van belasting betalen na te komen. Maar de
wederkeerige plicht welke rust op hen, die de beschikking geven aan
deze belastinggelden, gevoelen zij hiervan voldoende de
verantwoordelijkheid en verantwoording? Naar mijn bescheiden meening
niet voldoende. Want zij zijn in geweten overtuigd van de
noodzakelijkheid om naar ik lees f 380.000 van de belastinggelden te
besteden aan de restauraties "Paleis". Is dit bedrag noodig om het
Paleis zoo te restaureeren en in te richten, dat het beantwoordt aan
het gestelde doel?
"Opmerker" bespreekt in uw blad van 31 October jl. de
Raadhuisstraat. Hoeveel belastinggeld is er niet besteed voor
aankoop, nieuwbouw van panden en terreinen. Zeer terecht noemt
"Opmerker" het "prulleboel eerste klas". Het is een "achterstraatje"
midden in het centrum. Maar "Opmerker" becritiseerde niet alleen,
doch geeft een practisch advies om dit "straatje" te maken tot een
prachtwinkelstraat. Het koopen van de nog enkele panden zal de helft
nog niet kosten, dan wat men voorstelt aan 't Paleis te besteden.
Het verkeer alsook het stadsschoon (iets wat wij toch al zoo weinig
hebben) wordt daarmede ten zeerste gediend. Dat is een algemeen
belang. Maar worden voor dit voorstel, zoo noodzakelijk voor
verkeer, de benoodigde gelden ter beschikking gesteld? Laat ons
hopen.
Wat zal de "Raadhuisstraat 2" worden? De verwachting van "Opmerker"
is niet hoog en met hem van zeer velen. Met gemengde gevoelens is
van de mededeeling van een projectie eener straat Bredascheweg -
Raadhuisstraat kennis genomen. Moet hieraan weer een groot bedrag
besteed worden van de belastinggelden welke misschien per exploit of
executie zijn binnengehaald? Voelen zij, die de beschikking hebben
over onze belastingpenningen, dat zulks schrijnend aandoet?
N.N.
Nieuwe Tilburgsche Courant - dinsdag 6 november 1934
Bezichtiging maquettes en tekeningen
Burgemeester en Wethouders van Tilburg delen mede dat de maquette
van het voormalig Koninklijk Paleis verbouwd tot representatief
gemeentehuis en de maquette van de daarin in te richten raadzaal,
benevens de hierop betrekking hebbende tekeningen voor het publiek
ter bezichtiging zijn ten toon gesteld in de Raadzaal van het
gemeentehuis en wel van Woensdag 7 t.m. Woensdag 14 November a.s.
van des v.m. 9 tot des n.m. 5 uur behalve op Zondag 11 November.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
VONK DE BOTH.
De Secretaris W.J. VAN DUSSELDORP.
Nieuwe Tilburgsche Courant - maandag 12 november 1934
Expositie Stadhuisplannen
Momenteel wordt in de raadzaal van het gemeentehuis een
tentoonstelling gehouden van de maquettes en teekeningen van de
verbouwing van het Kon. Paleis tot representatief Raadhuis.
De tentoonstelling blijft geopend tot en met Woensdagavond. Wij
raden ieder aan, die belangstelt in den vooruitgang van onze stad op
representatief gebied, deze interessante tentoonstelling te
bezoeken. Ieder is welkom en men zal tot de overtuiging komen, dat
hier iets gewrocht wordt Tilburg waardig.
Nieuwe Tilburgsche Courant - zaterdag 12 januari 1935
Aanbesteding
Op 24 Januari 1935, des morgens om 11 uur, zal ten Stadhuize voor
rekening van de Gemeente Tilburg worden aanbesteed:
Het gedeeltelijk amoveeren van het voormalig Paleis van wijlen Z.M.
Koning Willem II en het weder opbouwen tot representatief Stadhuis
met de daarbij behoorende gewapend betonwerken,
terreinafscheidingen, opritten, terreinwerken, enz., een en ander
volgens bestek met bijbehoorende 13 stuks teekeningen.
Bestek met 13 stuks teekeningen te verkrijgen vanaf 14 Januari a.s.
ten kantore van den architect, Graafscheweg 60, Nijmegen, à f 20 per
stel of bij franco aanvrage per post à f 20,50. Restitutie mits bij
inl. binnen 4 dagen na besteding f 17,50.
De Architect B.N.A.
Oscar Leeuw,
Nijmegen.
Nieuwe Tilburgsche Courant - dinsdag 22 januari 1935
Werk aan den winkel!
Paleis-Raadhuis - Vuilwaterkwestie -
Parkaanleg - Aanleg Spoorbrug
Er komt werk aan den winkel! Men weet, dat a.s. Donderdag de
aanbesteding plaats heeft van een groot aantal werken ten behoeve
van het Paleis-Raadhuis. De geheele restauratie is geraamd op
ongeveer f 315.000, de meubileering en overige inwendige outillage
inbegrepen, en er is in den Raad afgesproken, dat alle werk en
leveranties zooveel mogelijk in Tilburg zullen blijven. Het ligt in
de bedoeling om aanstonds na de aanbesteding te beginnen en
zoodoende zal er gedurende ongeveer een vol jaar voor verschillende
personen uit tal van bedrijfsgroepen 'n centje te verdienen zijn.
Een tweede groot werk dat binnen enkele weken op komst is, is de
vuilwaterkwestie. Men herinnert zich dat de Raad in September van
het vorig jaar besloot om over te gaan tot den bouw van een
installatie voor de chemische reiniging en daarvoor f 400.000
beschikbaar stelde. En daarnevens nog f 155.000 voor het leggen van
leidingen, welke het vuile water van de openbare waterloop bij de
Groenstraat en van de Zwarte Reit naar de zuiveringsinstallatie
voeren. Alleen in het bedrag van f 400.000 zit ongeveer f 125.000
loon, terwijl het uitdrukkelijk in de bedoeling ligt om uitsluitend
Tilburgsche arbeiders aan het werk te stellen. Wat de machinerieën
belangt, zal men zich zooveel mogelijk aan Nederlandsch fabrikaat
houden, gelijk trouwens in den Raad is toegezegd. Bij informatie is
ons gebleken, dat reeds in Maart de eerste groote aanbesteding
plaats zal vinden. In April reeds kan dan de eerste spade in den
grond gestoken worden. Het werk zal vermoedelijk duren tot voorjaar
1936.
Alles bijeen dus voor 'n kleine f 2 millioen werk. Daar komt nu nog
bij een plan dat a.s. Vrijdag in den Raad aan de orde komt, om bij
wijze van werkverschaffing reeds spoedig over te gaan tot aanleg van
een groot park, waartoe reeds jaren het voornemen bestaat, langs de
Leij aan de Koningshoeven. En ten slotte is daar nog de voorgenomen
overbrugging van de Spoorbaan Tilburg-Breda in de Ringbaan-West,
waarvoor in de zitting van a.s. Vrijdag reeds tal van gronden zullen
worden aangekocht.
Nieuwe Tilburgsche Courant - donderdag 24 januari 1935
Aanbesteding Paleis-Raadhuisplan
Drie en zestig inschrijvers
Laagste inschrijver voor f 123.166
Hedenmorgen had ten stadhuize in de raadszaal onder zeer groote
belangstelling van aannemers en publiek de aanbesteding plaats van
het gedeeltelijk amoveeren van het voormalig Paleis van wijlen Z.M.
Koning Willem II en het wederopbouwen tot representatief stadhuis
met de daarbij behoorende gewapend betonwerken,
terreinafscheidingen, opritten, terreinwerken enz., een en ander
onder architectuur van den heer Oscar Leeuw te Nijmegen.
Ingekomen waren 63 inschrijvingen, en wel de volgende:
De gunning wordt later bekend gemaakt.
Nieuwe Tilburgsche Courant - donderdag 7 februari 1935
Gunning van het nieuwe Stadhuis
Naar wij vernemen is de verbouwing van het paleis tot stadhuis
gegund aan de laagste inschrijfster de firma v. Erp en Goesten te
Kerkdriel, voor de som van f 123.166.
Nieuwe Tilburgsche Courant - maandag 18 februari 1935
Ons oud gemeentearchief komt terug
Het Paleis van Koning Willem II is op 't oogenblik onder
sloopershanden en de slooping is reeds zoo ver gevorderd, dat er
niets meer staat dan de naakte muren. De opbouw in beton zal nog dit
jaar plaatshebben en daarbij wordt ook voorzien in eene brandvrije
bewaarplaats van het oud archief. Nu is sinds vele jaren een groot
gedeelte van het oud archief naar het provinciaal archief
overgebracht. De gemeenten kunnen dit echter weer terug krijgen op
conditie, dat zij zorgen voor een brandvrij lokaal en een ambtenaar
die de door de wet vereischte bevoegdheden bezit.
Door den bouw van het Paleis-Raadhuis voldoet de gemeente aan de
eerste voorwaarde, ook in de tweede voorwaarde zal spoedig worden
voorzien. Met 1 Maart komt een archiefbeambte uit Valkenswaard, de
heer v.d. Maat, in dienst, terwijl in de kwestie van een door de wet
bevoegd archivaris zal worden voorzien door de aanstelling van Dr.
J. de Jong, onlangs gepromoveerd. De heer v.d. Heuvel gaat zich
eerst in de Brabantsche archieven practiseeren.
Voor Tilburg is dit weer een groote stap in de goede richting.
Nieuwe Tilburgsche Courant - maandag 25 februari 1935
Ongeval op het Paleis-Raadhuis
Arbeider valt van een hoogte van tien
meter
Hedenmorgen kwart over acht was de 39-jarige timmerman J.A. de K.
uit de Gerard Mercatorstraat in het voormalige paleis van Koning
Willem II bezig met boren op de eerste verdieping. Hij stond daartoe
op een 6 meter hooge ladder op de eerste verdieping, welke ladder
met het boveneinde steunde tegen een balk, waarin hij een gat moest
boren, terwijl zij onder werd vastgehouden door een mede-arbeider.
Plotseling verloor de borende man - wellicht door een windstoot of
doordat hij zich te veel naar achteren boog - zijn evenwicht en
stortte achterover van de ladder naar beneden. Hij kwam hierbij
eerst terecht op een balk, viel vervolgens nog door een gat, dat
zich in den zolder bevond, en kwam daarna geheel beneden op den
grond neer. Hij had op deze wijze een val van 10 meter gemaakt.
Desniettegenstaande was de ongelukkige timmerman toch nog niet
bewusteloos. Hij bleek echter een wervelfractuur te hebben
opgeloopen voor zoover kon worden vastgesteld. Hij is door den G.G.
en G.D. ter observatie naar het ziekenhuis vervoerd.
Nieuwe Tilburgsche Courant - donderdag 28 maart 1935
Waar is de eerste steen van het Kon.
Paleis?
Het was vroeger, evenals dit thans nog de gewoonte is, het gebruik
om bij het bouwen van een huis van eenige beteekenis een zg.
"eersten steen" te leggen en daarbij tevens eene oorkonde in te
sluiten. Dit is ook gebeurd bij den bouw van het Kon. Paleis, dat
thans als representatief gemeentehuis wordt verbouwd en waardoor de
gemeente een zeer voorname daad van piëteit tegenover Tilburgs
groote weldoener stelt.
Wij lezen dan in het dagboek van een Tilburger J.B. de Beer 1847.
Den 10den Augustus is Z.M. de Koning weder in Tilburg gekomen en
heeft den 13den Augustus den 1sten steen gelegd van het nieuw te
bouwen Paleis en wel met zeer veel plechtigheid. De 3 gilden als St.
Dionysius, St. Sebastiaan en St. Joris met hunne vanen en standaard,
alsmede het muziekgezelschap de Harmonie (thans N. Kon. Harmonie)
waren er bij tegenwoordig. Al het werkvolk van Z.M. is dien dag en 3
dagen er na getracteerd in de herberg.
Hieruit blijkt dus uit de getuigenis van een tijdgenoot, dat
werkelijk een "eerste steen" is gelegd geworden. Er blijkt jammer
genoeg niet uit, of dit werkelijk den eersten steen van het
fundament is geweest, opdat, zooals het gebruik is, deze steen een
hardsteen met inscriptie is geweest. Gewoonlijk wordt een dergelijke
steen aan de voorzijde van het gebouw ingemetseld. Men heeft aan het
gebouw al veel gebroken en veel gebikt, maar tot heden is deze steen
nog niet gevonden.
Bij de kazerne aan de St. Josephstraat, thans fabrieken Beka, is een
dergelijken steen wel te vinden, want daar leest men boven de groote
ingangspoort, in een groote hardsteen: "Z.M. Koning Willem II heeft
van dit gebouw den Eersten steen gelegd op den 7den Mei 1842."
Ongetwijfeld is een dergelijke steen ook aan het Kon. Paleis
aanwezig, want hoe anders zou de Beer de plechtigheid der
eerstesteenlegging hebben beschreven en zouden de werklieden 4 dagen
vrijaf hebben gekregen om daarop te vieren. Wel typisch is de
mededeeling, dat de werklieden getracteerd werden in de herberg, en
dan 3 dagen lang, maar dat waren nu eenmaal de zeden van den tijd.
Alle muren van het gebouw zijn nog niet volledig onderzocht, zoodat
het nog wel mogelijk is, dat de steen nog wordt gevonden, hoewel hij
niet aanwezig is op de plaats waar men hem verwacht zou hebben. Het
gebouw heeft echter vele wederwaardigheden gehad en er is vroeger
ook veel in gebroken, althans als men de oudere teekeningen ziet,
zoodat het best kan gebeuren, dat de steen ofwel verloren geraakt is
ofwel hier of daar onder een kalklaag verborgen zit. Zij die echter
bij het gebouw overzicht hebben, dienen hun oogen den kost te geven.
Vooralsnog blijft de vraag, waar is de eerste steen?
G. v. L.
Nieuwe Tilburgsche Courant - zaterdag 20 april 1935
Stucadoorwerk opgedragen
Het Stucadoorwerk aan 't nieuwe Raadhuis is opgedragen aan de Fa.
Gebr. v. Dun en F. v. Beurden. Alhier.
Nieuwe Tilburgsche Courant - zaterdag 22 juni 1935
Ingezonden Stukken
De droom van een werkloos
bouwvakarbeider
Mijnheer de Redacteur,
Mag ik een klein plaatsje in uw veelgelezen blad voor het
onderstaande, bij voorbaat mijn dank.
Toen ik op het stempelbureau mijn plicht gedaan had, ging ik eens
kijken naar den herbouw van ons paleis-raadhuis, en toen ik daar
buiten de hekken stond, mocht ik zien, hoe arbeiders van buiten
Tilburg daar binnen de hekken aan het werken waren. Toen kwam de
gedachte in mij op, dat wordt nu ons paleis-raadhuis, daar mogen wij
aan medebetalen, maar aan werken, wie? wij? Tilburgsche arbeiders,
aan hun eigen paleis-raadhuis, wat zoowat 5 à 6 ton kost, dat zou
toch wél wat te gek zijn; dat is voor de arbeiders van buiten
Tilburg, en met deze treurige gedachte ging ik huiswaarts.
Tot zelfs 's nachts in mijn slaap droomde ik van ons paleis-raadhuis
en zag in mijn droom, dat wij waren in het jaar 1936. De stad
Tilburg was in groen en vlaggentooi, de dag was aangebroken, dat het
paleis-raadhuis officieel geopend zou worden en wel in het bijzijn
van Hare Majesteit de Koningin. Een van Tilburgs notabelen sprak de
openingsrede, en aan het slot daarvan gekomen sprak hij: "En niet
alleen Majesteit, dat de gemeente Tilburg deze vergrooting van haar
gemeentehuis ten zeerste noodig had, het was ook tevens voor
werkverruiming, en ik ga er fier en prat op, dat 't paleis van uwe
Majesteits voorzaten is gesloopt door niet-Tilburgsche arbeiders en
is opgebouwd, op een enkele uitzondering na, door niet-Tilburgsche
bouwvakarbeiders. Tot zelfs de architect voor dit paleis-raadhuis
kwam van buiten Tilburg. Moge dan, Majesteit, dit paleis-raadhuis
tot zegen zijn van de Tilburgsche bevolking, ik heb gezegd." En op
de stilte die volgde, ruischte door de boomen een zachte wind, die
de kreet overbracht van een echo die luidde: schande, bittere
schande.
En toen, geachte Redacteur, werd ik wakker, stond op en ging maar
weer stempelen.
U nogmaals dank zeggend, uw abonné,
M. v. C.
Nieuwe Tilburgsche Courant - maandag 15 juli 1935
Gunning electriciteit
Uit de oproep tot bijwoning van de
raadsvergadering van 19 juli:
5. Mededeling van de gedurende het
tweede kwartaal 1935 gehouden verkopingen en aanbestedingen.
- 25 Mei 1935. Het leveren, monteren en bedrijfvaardig opleveren van
de electrische licht- en krachtinstallatie van het representatief
Stadhuis.
- 29 Mei 1935 gegund aan de "Noord-Brabantsche
Electriciteits-Maatschappij" te Tilburg voor de som van f 780.
Nieuwe Tilburgsche Courant - woensdag 16 oktober 1935
De "eerste steen" van het Kon. Paleis
onvindbaar
Zooals wij reeds hebben medegedeeld zeggen de kronieken, dat de
eerstesteenlegging van het Kon. Paleis door Koning Willem II met
veel plechtigheid en praal gepaard ging en er danig bij werd gefeest
door de Tilburgsche bevolking.
Bij de afbraak van het binnenste gedeelte is deze steen niet te
voorschijn gekomen. Nu is ook de muur, aan den buitenkant, tot
ongeveer 2 meter hoog blootgelegd, doch ook hier is de steen niet te
vinden. De mogelijkheid moet nu als waarheid worden aangenomen, dat
door Koning Willem II nooit een zg. "eersten steen" is gelegd, doch
dat dit in werkelijkheid de eerste steen van de fundamenten is
geweest.
Nieuwe Tilburgsche Courant - maandag 9 december 1935
Tilburg Vooruit
Een belangrijk besluit inzake de
ingebruikneming van het Paleis-Raadhuis.
In de bestuursvergadering van Tilburg Vooruit van gisteren is een
belangrijk besluit genomen. Met het oog op de opening van het nieuwe
gemeentehuis, dat in Juli 1936 kan worden tegemoet gezien, heeft het
bestuur van Tilburg Vooruit besloten de bevolking van Tilburg te
doen deelnemen aan dit zoo heuglijk gebeuren. Tilburg Vooruit zal
eerstdaags een oproeping tot de Tilburgsche bevolking richten om
gezamenlijk na te gaan op welke wijze het bij de opening van het
nieuwe stadhuis eene blijvende herinnering aan dezen dag aan het
gemeentebestuur kan aanbieden.
Nieuwe Tilburgsche Courant - maandag 16 december 1935
Een mooi geschenk voor het museum
De
familie W. Goyarts-Schröder door wier grootvader het Paleis van
Koning Willem II werd gebouwd, heeft, door bemiddeling van den heer
L.G. de Wijs, een mooie schenking aan het museum gedaan, nl. den
kalkbak, zilveren truffel en het schietlood, door Z.M. Koning Willem
II in 1847 gebruikt bij de eerstesteenlegging van het Paleis, nu in
restauratie voor representatief gemeentehuis. |