Onze
Kerstbok
Vroeger
in mijn kindertijd, net als de meeste arbeidersgezinnen hielden wij
thuis een aantal konijnen die dan in de dagen rond kerst en nieuwjaar
werden geslacht om als feestgerecht te dienen bij de vaak sobere
maaltijden.
In
de zomer moest er voor voer worden gezorgd in de vorm van gras,
ganzentongen en al wat die beesten maar lekker vonden. In de maanden
voor de reeds genoemde dagen werden ze bijgevoerd met wortels en haver.
Als
de alzo groot en vetgemeste konijnen na de slacht in de pan lagen te
sudderen, dan rook iedereen, "hier ligt een goed stuk vlees in de
pan."
Het
slachten was toen voor ons nog een schouwspel waar we graag naar keken.
Het konijn kreeg dan eerst met de rug van de hand een klap achter zijn
oren en werd dan opgehangen in de opening van de schuurdeur, als het
beest dan niet meer met zijn poten bewoog, wat wij dan 'bidden' noemden,
dan was het beest dood en kon hij of zij ontdaan worden van zijn bontjas
"Het konijnenvel". Dat moest wel vakkundig gebeuren, want ook
dit konijnenvel bracht nog een paar dubbeltjes op.
Aan
zijn beide achterpootjes kreeg het beest een touwtje en zo werd hij ook
weer in de schuurdeuropening opgehangen, eerst werd dan zorgvuldig de
vel rond zijn achterpoten losgesneden, daarna kon meestal door gewoon
het vel omlaag te trekken, het beest van zijn bontjas worden ontdaan.
Maar
de meeste mensen uit onze buurt waren op dit gebied vakkundig, het waren
ervaren slachters, die de konijnen prachtig wisten te ontleden.
De
billen werden zorgvuldig afgesneden, zo ook de voorpoten, maar dat was
het einde van de slacht, slechts de ondereinden van de pootjes bleven
aan de touwtjes hangen.
De
ingewanden belandden in een hiervoor reeds klaargezette emmer, maar
eerst werden daaruit de niertjes, het hart en de lever gehaald. De lever
werd zorgvuldig ontdaan van de galblaas, dit om te voorkomen dat het
vlees een bittere smaak zou krijgen.
Ook
de kop hoorde erbij, voor velen een speciaal gerecht, dit vanwege de
tong en de hersens.
Voor
mensen die niet zelf hun konijnen wilden slachten, maar wel van de bout
wilden genieten, waren er dan weer lieden beschikbaar die kwamen
slachten, als loon mochten ze dan gratis de vel meenemen en tijdens de
slacht genieten van een borrel of kop koffie.
Maar
toen kwamen de oorlogsjaren, iedereen was druk doende om brood,
aardappels en alles daar omheen op tafel te krijgen.
De
meeste mensen hadden een berging vol met konijnenhokken, wat ook was
toegestaan, maar er waren ook mensen die hielden in de berging één
varken; als dit geslacht werd, dan gebeurde dat clandestien. De moffen
waren er niet van gediend dat de mensen op die manier van een extra ham
etc. konden genieten.
Eerst
kreeg het varken dan een zak met hooi over zijn kop, dit om het gillen
te smoren als het varken gestoken werd. Ook de slacht van een varken was
voor ons een schouwspel dat we niet graag wilden missen.
In
die oorlogsjaren maakte ik het ook mee dat er een koe clandestien zou
worden geslacht. Het gebeuren zou op een donkere avond plaatsvinden met
als slachtplaats een zg. aangebouwde keuken van een nogal oud huis.
Wij
als jongens waren erbij, om meteen na de slacht het vlees te bezorgen
bij die mensen die mee hadden betaald toen de koe gekocht werd.
Het
koebeest werd naar binnen gehaald, alles werd keurig verduisterd, want
er mocht in die tijd immers geen lichtstraaltje naar buiten vallen; een
paar mensen hielden het koebeest vast, dat ook om het geluid te smoren,
een zak met hooi rond zijn bek had.
De
slachtpin werd op zijn kop gezet, daar sloeg de slager dan met een hamer
op, de pin verdween dan met kracht in de kop van de koe en het beest was
dood.
Normaal
zakte zo,n beest dan door zijn voorpoten, maar dit beest koos een andere
weg en liet zich op zijn zij vallen, tegen de hardstenen gootsteenbak.
Door het gewicht van het koebeest werd deze bak met kracht opzij
gedrukt, met als gevolg dat de hele halfsteense zijgevel met de
gootsteenbak op de binnenplaats belandde, wat uiteraard met een hoop
geweld gepaard ging. Iedereen in paniek, maar…
Daar
lag de dode koe, tussen het puin, nog heel even verlicht door een lamp,
die echter snel werd gedoofd.
De
slager, bang geworden, sneed gauw de buik open, zodat de ingewanden
verwijderd konden worden, de koe werd toen met de huid er nog aan, in
stukken gesneden en gehakt en alsnog zo vlug mogelijk van de
slachtplaats afgevoerd naar verschillende adressen om daar verder te
worden bewerkt. Niemand bekommerde zich toen over een stukje vel of een
stukje steen van de zijgevel.
Maar
nu onze kerstbok. In het voorlaatste oorlogsjaar kocht mijn vader bij
een boer een jonge bok, met de bedoeling deze vet te mesten en dan in
het najaar te slachten.
Het
beest werd gecastreerd, wat toen genoemd werd een gesneden bok, want
anders was het beest vanwege de stank niet te handhaven.
Maar
die bok gedroeg zich als een jonge hond; als ik uit school kwam stond
hij al met zijn kop buiten zijn hokje te mekkeren, kreeg dan een
halsband om, een eind touw en samen gingen we dan een eind wandelen;
onderweg vond hij voldoende gras en andere lekkernijen, zodat hij weer
met een redelijk gevulde maag in de stal kon worden geplaatst.
Maar
toen was daar het uur "U". De inmiddels volwassen bok zou
worden geslacht, dat moest wel tijdens schooltijd gebeuren, daar ik zou
trachten met luidkeelse protesten de slacht te voorkomen. Het was, wat
men nu vaak ziet met konijnen, mijn huisdier geworden. Mijn moeder bleef
ook niet thuis, want die kon het ook niet aanzien dat het beest werd
geslacht.
Mijn
vader had links en rechts advies gekregen, hoe het beest gedood moest
worden en geslacht.
Maar
het liep allemaal even anders. Nadat mijn vader het beest had
binnengehaald, kreeg de bok een klap met een hamer voor zijn kop, dit om
hem bewusteloos te slaan.
Nou
dat eerste deel lukte, na de klap ging het beest prompt onderuit, maar
toen…
Mijn
vader kon de moed niet opbrengen om dat beest de keel door te snijden,
zodat hij dood kon bloeden.
Twee
deuren naast ons woonde een buur die vaak ook op andere plaatsen
konijnen en ook wel andere beesten ging slachten en die zijn hulp ging
mijn vader inroepen. Toen ze echter beiden in onze bijkeuken arriveerden
waar het slachtgebeuren plaats zou vinden, was de gevelde bok verdwenen.
Stom verbaasd stond mijn vader te staren naar de plek waar een paar
minuten daarvoor nog een gevelde bok lag. De plaats was echter leeg!
Tot
verbazing van mijn vader en de buurman die zou assisteren, hoorden ze
buiten een bok mekkeren, maar toen ze buiten rondkeken was er geen bok
te bekennen.
Het
kon eigelijk ook niet, want mijn vader had de achterdeur zorgvuldig
gesloten toen hij op weg ging voor assistentie.
Weer
hoorden ze gemekker, maar het kwam van boven, jawel boven uit het
slaapkamerraam stak de kop van de bok die daar stond te mekkeren.
De
binnendeuren waren niet gesloten geweest en via de trap had de bok de
vlucht genomen.
Mijn
vader wou toen eigenlijk niet meer doorgaan met de slacht, maar door de
klap met de hamer, was de kop zo beschadigd, dat het ook voor het
bokbeest beter was alsnog de slacht verder uit te voeren. Dus de bok
ging naar daar waarvoor hij was gekocht.
Al
onze buren hebben van het vlees genoten, maar in ons gezin was niemand
die ook maar iets van het vlees lustte, ik als jongste heb nog lang
verdriet gehad over het verlies van mijn bok.
We
hebben dat jaar ook geen konijn meer gegeten, die waren door dit
gebeuren inmiddels ook tot huisdier gepromoveerd.
Maar
de smaak van een konijn grootgebracht in een normale omgeving, dus
grasveldje, slablaadje en worteltje, is dermate lekker, ook nu mag ik
weer gaarne een konijnenbout verorberen. Het moet natuurlijk geen
supermarkt Chinees waterratje zijn, of een muzelmannetje waarvan je de
botjes kunt tellen.
Daarom,
wordt nooit vriend of vriendinnetje van een dier dat voor de slacht is
bedoeld, want als kerstmaal is het dan meteen ongeschikt.
Maar
desondanks "Eet smakelijk."