Handleiding voor
verantwoord kerststalgebruik
Het kerstfeest
nadert weer met rasse schreden, het familiefeest bij uitstek.
Knus en
gemoedelijk nestelt het doorsnee huisgezin zich onder de kerstboom,
verwijdert het stof van de kerstcd’s, en onder het genot van een
overvloedige hoeveelheid spijs en drank gedenkt men de geboorte van het
kindeke Jezus, nu ruim 2000 jaren geleden.
Om een en ander
aanschouwelijk te maken voor de fantasieloze of vergeetachtige gelovige,
prijkt ook in elke huiskamer wel een kerststalletje, al dan niet uit
nostalgische overwegingen.
Helaas wordt met
het stalletje en bijbehorende beeldjes, vaak zeer onoordeelkundig
omgesprongen.
Wat ik daarmee
bedoel, zal ik u trachten duidelijk te maken in dit artikel.
Op
uitdrukkelijk verzoek van mijn broodheer, breng ik het grootste gedeelte
van de dag door, op de straat. Niet alleen gedurende de kersttijd, maar
door het ganse jaar heen.
Niets
menselijks is mij vreemd, dus werp ik regelmatig een blik in andermans
woonkamer en dus ook indirect in hun privé-leven.
Wat
ik daar ontwaar, speciaal in de kersttijd, doet vaak het hart bitter
schreien.
Nauwelijks
is Sinterklaas spoorslags ons koude landje weer ontvlucht -een schare
hebberige, verwende en ontevreden kinderen achterlatende- of de eerste
in vol ornaat opgetuigde kerstbomen en stalletjes staan alweer te
pronken in menig huis. En het is nog maar amper advent!!!
Waarde
lezer, het behoeft geen betoog dat dit helemaal fout is.
Moet
men zonodig dan toch reeds een stalletje plaatsen, akkoord, maar houdt u
dan aan het verhaal.
Het
stalletje dient leeg te zijn, hoogstens ligt er wat verdord mos op de
grond, is de os aanwezig en staat er her en der, een verdwaald schaapje.
Pas
op kerstavond rond de klok van negen, arriveren Maria en Jozef met hun
ezeltje, bij de stal.
Zij
moesten eerst nog langs de herberg, alwaar helaas, geen plaats was voor
hen.
Wilt
u het verhaal op de voet volgen en met de beeldjes in uwen mantelzak, op
een ezeltje langs de herberg rijden, dan mag dit, maar het is niet
noodzakelijk.
Met
de aankomst van Maria en Jozef bij de stal, doet zich tevens een
praktisch probleem gevoelen.
Op
dat moment namelijk is Maria nog hoogzwanger. Hier is de commercie dus
overduidelijk in gebreke gebleven, er zijn nergens geen zwangere
Mariabeeldjes te bekomen, derhalve wordt het even behelpen en
improviseren.
Een
kennis van mij placht dit probleem te ondervangen door een
cassettebandje af te spelen, met daarop geluiden van een jammerende
kraamvrouw in barensnood.
Persoonlijk
vind ik dit te ver gaan, men moet niet gaan overdrijven.
Hoe
dan ook, alvorens men zich door de vrieskou naar de nachtmis spoedt,
geeft men de ongelovige - die thuis blijft om het worstenbrood te
verwarmen en de koffie te zetten - de opdracht om het kindje in de
kribbe te vlijen en Maria, Jozef, de ezel, en de engel in en op de stal
te plaatsen.
Bij
voorkeur op historisch correcte wijze, St. Jozef staat rechts van het
kribje, voor de kijker links.
Waarom?
Waarschijnlijk
omdat hij katholiek was en daarom zijn vrouw links liet liggen. (Voor de
kijker rechts.)
Nog
geen herders in de stal plaatsen, denk er om!!
Weliswaar
bevonden zij zich in de nabijheid van het stalletje, edoch zij waren nog
in het veld.
Hiervoor
kunt u een stukje oude vloerbedekking gebruiken of iets soortgelijks
waar u de herdertjes op legt, want zij lagen in het veld.
Hebt
u op dit tijdstip, ook de koningen al in uw stal staan?
Neemt
u het mij dan niet kwalijk dat ik me even terugtrek, om in een hoekje
besmuikt in mijn vuistje te gaan staan gniffelen.
Dit
raakt natuurlijk kant noch wal, de wijzen volgden omstreeks de
kerstnacht getrouw de sterre en waren nog in geen velden of wegen te
bekennen.
Daarom
situeren wij bij ons thuis de koningen in de keuken, uiteraard aan de
oostkant, en verplaatsen hen dagelijks een stukje, richting het
stalletje.
De
wijze met de wierook staat achteraan, dit is bewust gedaan.
Wierook
verspreidt namelijk nogal een penetrante geur, wanneer je daar twee
weken achteraan loopt te sjokken met je kameel, dan vergaat je geheid de
lust om op kraamvisite te gaan.
Pas
op 6 januari, in de vooravond, staan bij ons de koningen in de stal.
Jammer
eigenlijk, wij hebben namelijk weinig tijd om van hun aanwezigheid te
genieten.
Vanaf
dat moment wordt onze rust namelijk wreed verstoord, door frequent
misbruik van de deurbel.
Steevast
staan er dan enkele snotblagen, met een oud tafellaken om, voor de deur
die je een ouwe versleten hoed komen aanbieden, in ruil voor een
handjevol snoepgoed of nog liever wat zilvergeld.
Weliswaar
voldoen wij met graagte aan hun verzoek, al was het alleen maar om de
traditie in stand te houden, het weinige cultuurgoed dat ons nog rest
wordt toch al met zevenmijlslaarzen verkwanselt.
Waarde
lezers, ik kan me voorstellen dat er onder u personen zijn die
lichtelijk verbolgen raken over de luchtige teneur van dit schrijven.
Dat zij de mening zijn toegedaan dat ik de essentie van het kerstfeest
-de geboorte van Jezus, onze verlosser- niet heb begrepen en mijn doel
voorbij schiet door de betekenis van de kerstgroep, op deze wijze uit te
vergroten en te "bespotten".
Nochtans
zijn mijn motieven nobel, een lans breken voor het Kerstfeest, maar met
een glimlach.
Want
hoe men het ook wendt of keert, een geboorte blijft toch altijd een blij
feest.
Los
daarvan, als men daadwerkelijk op deze manier zou omgaan met zijn
kerststal, is men intenser en bewuster bezig met het toeleven naar dit
prachtige hoogfeest.
Derhalve
wens ik u allen van harte, een zalig en gezegend Kerstfeest.
"Gelukkig
Nieuwjaar"
Terwijl
op de achtergrond de TV een of ander oubollig programma op de kijkers
loslaat, zitten de meer sociaal ingestelde aanwezigen de tijd te doden
met een spelletje.
Het
gaat er tamelijk fanatiek aan toe, zoals ongetwijfeld ook de bedoeling
zal zijn geweest van de makers.
De
consumpties en culinaire hoogstandjes van de gastvrouw staan binnen
handbereik.
Het
is, u raadt het reeds, oudejaarsavond. Van oud op nieuw, men is
"aan het doorspelen".
Een
van de gezelligste avonden van het jaar en toevallig ook de laatste.
De
gedoodverfde pechvogel van het gezelschap spelers, heeft ook op deze
avond het geluk niet aan zijn zijde.
Hij
maakt deel uit van het zwakste team, treft steeds de moeilijkste vragen
en de zaken op het bord staan er niet echt rooskleurig voor. Reden voor
spottende, ironische opmerkingen en hoongelach, gericht aan zijn adres.
Om
een en ander te compenseren gaat hij zich te buiten aan een bovenmatig
drankgebruik en malen zijn kaken constant op de overvloedige
voedselvoorraad.
Dit
opdat zijn medespelers niet zijn tandengeknars zullen horen, want hij is
een slecht verliezer.
Als
de klok zich voortspoedt naar het middernachtelijk uur, voelt hij
aandrang tot een toiletbezoek.
Terwijl
hij zich sanitair staat te ontspannen, beginnen buiten de kerkklokken te
beieren en knalt vuurwerk in alle soorten en maten in het rond.
Verbijsterd kijkt hij op zijn horloge, shit, dat ding loopt zeker vijf
minuten achter.
Wat
een plaats en situatie, om een nieuw jaar mee te beginnen.
Wanneer
hij de kamer binnengaat, bemerkt hij dat alle andere gasten zich alreeds
buiten bevinden.
Hij
grijpt haastig zijn zak met vuurwerk en rent enthousiast ook naar
buiten.
Daar
staat hij in de vrieskou,…en tot zijn enkels in de hondenpoep.
Een
goed begin is het halve werk, denkt hij, zijn schoen schoon schrapend
aan de trottoirband.
Als
zijn schoeisel eindelijk is ontdaan van alle overtollige ballast, valt
het hem op dat de meeste buurtbewoners hun kruit al verschoten hebben.
´Mijn beurt´ mompelt hij, pakt zijn zak explosieven, die prompt
scheurt en de ganse inhoud verstrooit over het plaveisel. Het nieuwe
jaar is nagenoeg een kwartier oud, als hij kromgebogen zijn handel
wederom aan het vergaren is. Een aangeschoten passant kan de verleiding
niet weerstaan en geeft hem een speels tikje, op een niet nader aan te
duiden plaats. Een kreet van pijn ontsnapt hem, iets waarop de buiten
staande buren nogal lacherig reageren. Hij begint enig idee te krijgen
van wat het nieuwe jaar voor hem in petto heeft, maar grijpt manmoedig
een rotje en drukt zijn sigaret tegen het lontje.
Wat
te vrezen viel gebeurde, het projectiel ontploft in zijn hand. Nog een
geluk bij een ongeluk, het letsel viel wonderwel mee. Maar de lol is er
wel af voor hem, hij laat het vuurwerk het vuurwerk en gaat naar binnen.
Daar
grijpt de vette walm van gebraden kip hem bij de strot en doet zijn maag
omdraaien.
Hondsberoerd
en doodziek kruipt hij de trap op en valt op zijn bed, dat begint te
draaien als een carrousel.
Een
positieve gedachte flitst door zijn hoofd, wanneer hij zijn maag leegt.
Het
duurt gelukkig nog 364 dagen, alvorens we weer zo´n ´gezellig
avondje´ hebben.