ONS EERSTE
BEZOEK AAN AUVERS-SUR-L'OISE
Op vakantie in Noord
Frankrijk en dan in de omgeving vertoeven van de Oise, brengt iedereen
die in kunst geďnteresseerd is, haast als vanzelf, bij de plek waar hij
de sfeer van Vincent kan proeven.
Op zoek naar zijn
sporen hoef je niet verder te gaan dat het plaatselijke bureau voor
toerisme. Het ligt aan een bekend straatje dat uitkomt bij een oud
poortje eveneens erg herkenbaar. Natuurlijk helpt men je al gauw aan een
toeristische wandelkaart voor de hele omgeving.
Wij waren er op een
zeer warme augustusdag. Ondanks het broeierige weer zijn we gaan lopen.
Daarbij valt op dat nog veel van het landschap uit Vincents tijd intact
gebleven is
Al lopende, voelen we
ons steeds meer bij Vincent op bezoek. Wanneer je zijn werk kent is het
nu net alsof je iemands vakantiefoto’s hebt gezien en pas daarna de
plaats bezoekt waar ze gemaakt zijn. Met de gedachte aan zijn
kleurenpalet in het hoofd begonnen we merkbare verschillen te ontdekken.
Hier zeker geen AGFA of KODAK kleuren maar een voelbaar en warm palet.
Het zal best ook door
het mooie weer zijn gekomen dat het land zo’n warmte uitstraalde, maar
het oker van het koren neemt hier het geel van de zon over, zó
onbeschrijfelijk warm komt het naar je toe.
Er hangt een
opmerkelijke stilte en de lucht is er strak staalblauw als we het kleine
kerkhof binnenlopen waar Vincent en zijn broer Theo, begraven liggen.
Ze liggen er
gebroederlijk naast elkaar, in een soort dubbelgraf. Achter de
grafstenen waarin hun namen gebeiteld staan, hangt een bordje waarop de
boodschap staat dat de groene klimmer, een “Hedera” die de beide graven
overgroeid, op verzoek van Mevrouw Theo van Gogh is geplant.
Een plant die de beide
broers verbindt en dus hun verbondenheid symboliseert. Ik nam er
stilletjes een minuscuul stekje, van mee. Zo zou ik thuis een levendige
herinnering kunnen kweken aan de voor mij zo dierbare schilder.
De andere graven op
het kerkhof toonden een zee van kleuren zowel van echte, als van
kunstbloemen. Een volheid zoals je die bij ons alleen met Allerzielen
ziet.
Er liggen nog meer
beroemde schilders te rusten, zoals Boggio, Rajon en Goeneutte. Namen
die me overigens als minder bekend voorkomen.
Naar de uitgang van
het kerkhof lopend zagen we onder de boogpoort een houten lijkbaar staan
die zo oud leek, dat die ook voor Vincent gebruikt zou kunnen zijn.
Terug naar buiten
lopend vond ik op de zandweg een resttube olieverf “zinkwit” alsof die
er voor mij was neergelegd. Ik heb ze bewaard. Het pad terug naar het
dorpje voert langs de korenvelden waarbij mannen met grote gele
strohoeden en bretels om aan het werk zijn. We dalen af naar de” Eglise
Notre Dame” de bekende kerk in Auvers die ook door Vincent geschilderd
is en die onder aan het weggetje ligt.
Op het trottoir er
tegenover staat een gele stip. Wanneer je daar op gaat staan, zie je het
standpunt van waaruit Vincent de kerk geschilderd heeft.
Van de schilder Boggio,
fotografeerde ik later de buitenkant van zijn atelier in de Rue Boucher.
Een oud huis met zoveel verfresten en schimmels op de muren, dat daar
een spontaan palet uit samen te stellen zou zijn. Zo’n mooi aardegroen,
oker en blauw te ontdekken viel.
Alles bij elkaar een
beleving op zich. Je waant je daar heel dicht bij Vincent. Hij wordt
steeds meer een goede bekende voor ons. Wat een kleurrijke, wonderlijke
man was dat.