Traag komt ze
overeind, en wrijft in haar ogen. Dan zucht ze, en tilt moeizaam haar benen
op. Langzaam komt ze wat verder omhoog. Haar voeten raken de vloer.
Zo blijft ze
even op de bedrand zitten voelt de koude vloer, en zucht.
Het nachtlampje
is nog aan. Haar lange witte geborduurde nachtpon trekt ze over haar oude
knieën. Ze zucht nog een keer. Maar dan, haast als vanzelf, raakt ze vrolijk
en opgewekt.
Ze neuriet
zachtjes een oud walsmelodietje.
Dan komt ze
opnieuw in beweging en gaat voor de kaptafel met de drie spiegels zitten.
Daar tuurt ze
langdurig naar zichzelf. Blijft kijken... Laat haar blik niet los.
Wrijft dan,
alsof er iets er in haar oog zit. Pakt haar toilettas, en gaat op een
zorgvuldige manier over tot het aanbrengen van haar mascara.
Rustig aan,
alle tijd nemend. Eerst de schaduwen, dan de ooglijntjes. Alles nauwkeurig.
Af en toe knikt
ze goedkeurend “ja ja “..Tekent met een dunne maar wat bibberende lijn haar
wenkbrauwen.
Ze
neuriet...die melodie lijkt haar niet los te laten. Haar blik lijkt
betoverd.
“Mooi”...zegt
ze terwijl ze zichzelf in de spiegel bekijkt. ..“Mooi” Zo maakt ze zich op.
Voor haar
kaptafel. Zeer zorgvuldig.
Dan diept ze
uit haar toilettas een vuurrode lipstick op en kleurt haar lippen rood,
drukt ze strak opeen om te zien of het gelukt is. Ze lijkt tevreden.
“Mooi”.Fluistert ze.
De la gaat
open. Een paar grote zilveren oorhangers komen voor de dag.
Voorzichtig, de
ene prachtig bewerkte hanger na de andere, maakt ze zich mooi en kijkt nog
eens extra in de spiegel. Om haar rechterpols doet ze rinkelend zilveren
armbanden.
Haar geduldige
haren kamt ze met lange halen en steekt die zorgvuldig op.
Met grote
spelden, waarbij ze handig wat kleinere tussen haar tanden klemt.
Ze blijft
daarbij voortdurend in de spiegel kijken.
Losse haren
verwijdert ze uit de borstel en die ze opbergt in de plastic tuut onder de
tafel.
De armbanden
rinkelen mee. .Totdat alles tiptop, in orde is.
Dan draait zich
om en gaat naar haar kleerkast.
Ze slaat een
mooie zwarte stola om, als was het voor een optreden.
Uit de doos op
de hoge kast haalt ze de hoed met de brede rand en het blauwzijden lint.
Prachtig…! Ze
is blij...Steekt een grote roos van opzij...Zo bekijkt ze zichzelf in de
spiegel draait zich om en om, vóór en achter. Mooi…Ze walst!
Ze is duidelijk
in haar nopjes. Neuriet een kinderliedje en glimlacht: “Mooi”...
Er wordt er op
de deur geklopt! Verrast keert ze zich om.
De zuster komt
binnen.”Wat is er?”
“Ik zag de lamp
branden en dacht, ik ga toch eens kijken” het is warempel al ver
na
middernacht……
”Mevrouw de
Bont, wat doet U….?
” Oh… Theo,
komt me zo halen“ zegt ze.