Als
kind ging je voor het eerst biechten, wanneer je werd
voorbereid op je eerste Heilige Communie. Wát je zoal
moest biechten, waren je dagelijkse zonden en als het
erger met je gesteld was, je doodzonden.
Mijn
neefje was even oud als ik. Hij wist niet wat hij zou
moeten biechten. Toen ik hem dan ook na de biechtbeurt
vroeg hoe hij dat dan had opgelost? "Ik? Ik ben
eerst in de pastorietuin een paar peren gaan
jatten", zei hij. "Dát heb ik toen maar
gebiecht!"