WIE
ZOET IS KRIJGT LEKKERS
Met
onze buren van twee deuren verder hadden we goed
contact. De buurman was een oude klasgenoot uit mijn
lagere schooltijd. Onze echtgenotes kregen in diezelfde
periode ieder twee dochtertjes. Die van hen gingen dus
met die van ons naar school en het was dus geen wonder
dat ze elkaars vriendinnetjes werden.
Zo
gebeurde het in de spannende Sinterklaastijd, dat ze hun
schoen mochten zetten waarin ze dan ‘s morgens een
chocolademuis of een stuk taaitaai vonden. Zo naderde
vijf december en werden er ‘s avonds zoals vanouds
Sinterklaasliedjes gezongen. Om de goed heiligman of een
van zijn Pieten zijn best te laten doen, kwam de buurman
mij vragen of ik "strooien" wilde terwijl zij
met hun kinderen zongen. Dat beloofde ik met plezier.
Die
avond vanaf een uur of zeven zouden ze aan hun eerste
liedje beginnen. Hij gaf me de sleutel van zijn voordeur
en een paar zwarte handschoenen met daarbij een mandje
vol amandelpitten en pepernoten als strooigoed.
Met
het idee dat het heerlijke avondje in aantocht was, zat
ik met mijn dochters op knie naar het kinderprogramma op
teevee te kijken. Het was warm en gezellig in huis. Ja
zelfs zo, dat ik er de tijd bij vergat.
Plots
zag ik te laat, dat het al over half-acht was. Ik
schrok! Deed de zwarte handschoen aan, pakte de sleutel
en spoedde me naar de buren waar het gezin zich
inmiddels schor zat te zingen aan het zoveelste liedje,
voor de zoveelste keer, Zie ginds komt de sto…hoomboot…
Ik opende zachtjes de deur en gooide al het snoepgoed,
met stevige hand naar binnen, alwaar het kletterend
terechtkwam tegen de glaswand die hun huiskamer van de
gang scheidde. Dat gaf zo ’n dreun! En werd allang
niet meer verwacht. Men schrók! "Moeder!" En
de beide meisjes krijsten. "Godverdomme!" riep
de keurige boekhouder, die geen vloeken gewend was, van
schrik.
Ik
maakte me snel uit de voeten. De handschoen was me
ontglipt. Die had ik met strooigoed en al naar binnen
gegooid en waardoor die ook nog in de gang was
blijven liggen!