Woensdag
zeven september 1949… Het schooljaar was net begonnen.
De eerste week in mijn nieuwe klas. Als ik bij die dag
stilsta, komt er steeds meer in mijn herinnering naar
boven. Ik was tien en zat in de vierde klas van de
lagere school bij meester Jos. Een man waar ik pas veel
later van ondervond dat hij met zijn doordringende stem
zo mooi kon voorlezen van "Karel ende Elegast".
Vaderlandse geschiedenis, heette dat vak. Maar dat
hadden we nog nooit op die manier gehad! In die tijd
moet ik me meer vaderlander gevoeld hebben dan nu. Aan
iedereen nog zo kort na de oorlog kon je dat eigenlijk
wel zien.
De
koninginnedagen en vooral bevrijdingsdag waren ongekend
grote feesten met veel rood, wit en blauw. Prachtig
waren die dagen. Maar er was er die dag één die nooit
meer uit mijn herinnering zal gaan. Al dagen. Zelfs
weken daarvóór stond het al in de krant.
"Koninklijk Paar brengt bezoek aan Tilburg".
Eindelijk
was het dan zover, dat we met eigen ogen Juliana, onze
nieuwe koningin, konden zien. We waren drukdoende met
het versieren van onze step of voor zover we die een
hadden, onze fiets. Met oranje stroken crêpepapier
tussen de spaken en rood, wit, blauw geslingerd om het
stuur, werd de fiets opeens één kleurig feestvehikel.
Een oranje steek van crêpepapier, op je kop en om op te
blazen een schuinsgestreepte rood, wit, blauwe, toeter
van papier.
Mijn
zussen droegen oranje strikken in hun haar. De
speelplaats leek die dag wel en kleurdoos! Toen we goed
en wel in rij stonden, wat even langer duurde dan
normaal, maakte het hoofd van de school bekend dat de
vijfde en zesdeklassers zouden mee mogen doen aan het
defilé op het Willemsplein, waar het koninklijke paar
die middag op het bordes zou verschijnen. In de rijen
van de hoogste klassen ging een gejuich op. Wij, mochten
niet meedoen. Wij waren nog te klein! Die teleurstelling
duurde toch maar even. Het was tenslotte woensdagmiddag!
Dan kon je gaan en staan waar je wilde.
Dus
nú ook. Ik zie me nog staan die middag, met mijn
kniekousen aan en een iets te lange korte broek. Op mijn
bloes was door ons moeder een kleurige rood, wit,
blauwe, kokarde gespeld.
Samen
met Jantje van de slager uit de Koningsstraat, stond ik
daar.We waren boven op de arduinen dorpel en op het
muurtje van het hek van de vismarkt geklommen waarvan de
poort vandaag toe bleef.
De
harde spijlen voelden we in onze rug. Maar we stonden
daarmee wel hoog genoeg, om over de hoofden van alle
kinderen heen te kijken. De boffers die uitverkoren
waren om op het plein te mogen staan. Maar onze plek was
beter! Wij zouden de koningin tóch van vrij dicht
kunnen zien en béter dan die daar achteraan op het
plein. Tóch waren we ook wel jaloers op ze. Ze kregen
allemaal een oranje ballon. Zo een die met helium gevuld
is en die meteen de lucht in vliegt, zodra je hem
loslaat!
Op
het bordes van het Paleis Raadhuis liepen mensen
zenuwachtig, heen en weer. De koningin en de prins
zouden elk ogenblik komen.
De
frater die de leiding van deze middag had, liep ook
onrustig rond. Totdat hij voor de microfoon ging staan
en om stilte vroeg. Hij legde uit wat de bedoeling was.
"Het zijn niet zómaar ballonnetjes die jullie in
jullie hand houden!". "Ze zijn er om jullie
bijdrage te leveren aan het grote welkom dat zo dadelijk
als de koningin hier is, zal beginnen. Om alles zo goed
mogelijk te laten verlopen, zullen we met zijn allen
even repeteren zodat er direct niets fout kan gaan. Het
is nu pas twee uur. Maar straks als Hare Majesteit en
Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins arriveren, zal ik
eerst roepen: "Léve de Koningin, léve de
Prins!". En wij roepen dan met zijn allen
"hoera!". En dan, wanneer ik mijn hand
opsteek, laten we allemaal tegelijk, onze ballon los!
Hoepla! De lucht in!
Hij
ging verder; "We zullen dit één keer oefenen,
zodat ik weet dat jullie het begrepen hebben".
"Léve de Koningin, léve de Prins!"
Hoera!" Het kwam helder en regelrecht uit alle
kindermonden.
Dan,
stak de frater zijn hand op om ze weer stil te krijgen.
Had hij dát maar niet gedaan! De meeste verstonden dit
als hét startteken en lieten er spontaan hun ballon bij
los! Eén grote oranjegroet, van een kluwen kleurige
ballonnen "los" van al die kinderhanden en van
het plein, steeg op, koos het luchtruim! Prachtig! En
dat allemaal fel door de zon beschenen oranje tegen de
strak blauwe lucht. Tot vér boven het stadhuis…
Jantje
moest zich vasthouden, viel bijna van de rand waar we
nog steeds op stonden. "Wat een sukkels!".
Maar het feest ging dóór en iedereen concentreerde
zich halsreikend en turend, naar de paleisramen achter
het bordes. Daar zouden ze door de openslaande deuren
moeten komen. Na lang wachten was het zover en
verschenen: Koningin Juliana en Prins Bernhard op het
bordes! Opnieuw klonk het "Leve de Koningin, Leve
de Prins!" En wéér stak de frater zijn hand op.
Nog enkele achtergebleven ballonnen dreven zachtjes en
stiekem schommelend tot ver boven het plein. Oranje
boven! Ze deden er hun tijd over.
De
meeste keken we nog lang na. Het gejuich en gejoel
daarna, scheen nog iets goed te willen maken. We hielden
écht van ons land. En van onze nieuwe koningin!