Of het werkt, of een
heilige die je aanbidt ook echte wonderen verricht?Nooit heb ik erin
geloofd, maar mijn zus is onlangs met de schoonmoeder van haar dochter, een
dagje naar den Bosch geweest. Zomaar een dagje ertussenuit, op weg naar een
heerlijke kop met een nog heerlijker Bossche Bol.
Eenmaal in de trein
gezeten vertelde ze dat in den Bosch nog een belangrijke boodschap wilde
doen. In een winkeltje vlakbij de Sint Jans Kathedraal verkopen ze enkel
heiligenbeelden. Daar wilde ze heen.
Zij gelooft erg in de
Heilige Antonius, de heilige voor verloren zaken, die wanneer je iets kwijt
bent, die verloren zaak weer bij je terugbrengt. Daarbij zeg je; “Heilige
Antonius, goede vrind, maak dat ik mijn…weer vind.” Hij laat het je als het
goed is weer terugvinden.
Nu wilde ze naar dat
winkeltje naast de Sint Jan om haar’ Antonius’ te gaan kopen. Mijn zus leek
dat ook wel interessant.
Na de heerlijke kop
koffie met Bossche Bol, togen ze naar de Sint Jan om wat kaarsjes op te
steken met als intentie het slagen van hun aankoop.
Eenmaal voor de met
beelden gevulde etalage, konden ze bijna niet wachten met naar binnen gaan.
Al gauw stonden ze voor een prachtig beeld van een man met een bruine pij,
en een wit koord om zijn middel. Een krans van blond haar omkroonde zijn
verder kale hoofd.
Dat is ie! Helemaal
zoals ik me had gedacht.
De prijs was geen
bezwaar. Deze Antonius met zijn lievig gezicht moest het worden.
Heel voorzichtig werd
hij dan ook door de verkoopster in zacht vloeipapier verpakt en daarna nog
extra in stevig blauw pakpapier gerold.
Blij, stapten ze naar
buiten. Het is gelukt. Ik heb mijn Antonius!
Kom we gaan het vieren met een fijne lunch.
We gaan een hapje eten bij Restaurant Pilkingtons
naast de Sint Jan. Met heerlijke broodjes, fijne ham en nog veel meer
lekkers. Een goeie kop koffie erbij, en wie doet ons wat, kunnen we even een
boel bijpraten.
Ze kozen waar ze zin in
hadden, en genoten ervan. De tijd vloog, en thuis werden ze inmiddels al
weer verwacht. Hun huishouden riep.
Mijn zus stond op en stelde
vast.’Als we nu gaan, halen we de volgende trein nog’. Afrekenen dus, jassen
aan en doorlopen.
Op de Hinthamerstraat gekomen
hield ze plotseling stil. ‘Wat is er?Vroeg mijn zus.’Ik heb mijn Antonius
beeld in het restaurant laten staan!
Terug! Samen holden ze naar
Pilkingtons. Hijgend
liepen ze binnen, maar waar ze ook keken. Geen Antonius te zien.
Terug naar het tafeltje
waaraan ze net gegeten hadden, maar het stond er niet meer.
‘Heilige Antonius, goede vrind, maak dat ik
jouw beeld weer vind’
En als bij een wonder zag mijn zus een stuk
blauw papier boven een stoel uitsteken. Ja, dat is ie!
De bediening was nog niet van hun
bewondering bekomen of ze waren al weg. Naar buiten. Nou loop je de
verkeerde kant op! Zei mijn zus. Nee… ik wil niet meteen naar het station,
we nemen wel een trein later.
Ik ga met hem terug naar de winkel.
Zelden was er een klant zo snel
teruggekomen. En de vrouw die hen geholpen had, vroeg dan ook meteen, is er
iets niet goed?
Nee, maar ik wil even komen zeggen dat ie
het doet. ‘Hij doet het’!
En ze deed haar wonderlijke verhaal.
Iedereen keek gelukkig.
Blij, togen ze naar huis, met hun zo
zelfredzame Heilige Antonius.