SJANNEKE
Zij was het helemáál…
En ik een jaar of zeventien. Ze was de jongere zus van
een van mijn vrienden en mooier dan mooi om te zien. Ze
had alles, wat ik me maar kon dromen. Bovendien
was ze verpleegster en niet te flauw aangelegd dus.
Zij was het, die vroeg of ik een eind met haar mee wilde
fietsen. Ze moest die zondagmiddag naar Oisterwijk. Ik
was dolgelukkig. De uitverkorene, de gelukkige! Méér
dan op tijd stond ik klaar. We fietsten over het smalle
pad langs de spoorlijn. Ik zwééfde! Deze tocht kon
niet lang genoeg duren!... Het zonnige weer paste geheel
en al bij mijn stemming. Soms reed ik naast haar, soms
was het pad zo smal, dat ik haar vóór liet gaan.
Door haar witte jurk heen
scheen haar vlinderbroekje. Daarboven kwam even niets en
dan het dunne bandje van haar bh. Ze was voortreffelijk!
Ik genoot van haar, en van de zon en hoopte dat de weg
naar Oisterwijk deze keer stukken verder was dan ooit.
Ze lachte lief en
aanstekelijk. Ze praatte honderduit over haar werk en
haar collega’s. Wat een mooi en interessant beroep. Ik
bewonderde haar daardoor nog meer. Dat
ik met haar mocht! Ik voelde me nog meer de koning te
rijk.
Het laaste stuk fietsten we weer naast elkaar. De kerk
van Oisterwijk kwam al in zicht. Op
een kruising even daarvoor, stond een dikke boom met
vier banken er omheen. Ik wilde daar met haar samen best
even uitrusten.
Helaas, daar eenmaal aangekomen, stapte ze even van haar
fiets en zei: "Bedankt Willem". Hier ga ik
alleen verder, "want Harrie wacht op me bij de kerk"
. Ze lachte nog even naar me en nog voor ik iets kon
zeggen, reed ze weg.
Daar stond ik dan, arme dwaas. Ik zweeg en keek naar de
grond, zei alleen maar: "dag Sjanneke" en
keerde me om. Mijn
droom aan stukken. Of nog erger, ene Harrie die ik niet
eens kende, was tussen ons in komen staan. Meneer z’n
vriendin was onder begeleiding naar Oisterwijk gebracht!
Wat móest ik daar nog? In
Oisterwijk viel niks meer te beleven. Meteen naar huis
dan maar. Vóór me lag de lange weg terug. Wat moest ik
nog veel leren.
En God, wat was
Oisterwijk terwijl, ver weg gaan liggen!
|