DORDRECHT AAN
ZEE – EEN VERHAAL VAN DEZE TIJD
Het kon nog net die vrije treinreis
voordat het jaar van mijn Zestig–pluskaart weer eens
was verlopen. Mijn vrouw kon mee, mét korting, en zo
namen we voor zo’’n vijfentwintig gulden samen nog
gauw vanuit Tilburg, een retourtje via Breda naar Den
Haag en Scheveningen. Omdat het begin juli toch al
hoogseizoen is, zit de trein vol vakantiegangers. Is het
moeilijk om een plaats te vinden. Mijn vrouw vindt nog
een enkele zitplaats en ik even later ook, maar dan iets
verderop. Tussen de reizigers door, kunnen we elkaar nog
net zien. Naast mij, zit man van zo’n jaar of
vijfendertig met tatoeages op z’n armen. Op zijn hoofd
een baseball pet. Verder een bedrukt T–shirt, een
korte broek. In één oor een gouden ringetje.
De "vakantiestemming" zat er
bij hem, zo te zien goed in. Hij genoot zichtbaar van
het kind een stoel verderop; zijn zoontje denk ik, dat
naast zijn moeder gezeten, braaf aan een
computerspelletje bezig is. Pal voor ons, zit een
echtpaar dat half Spaans, half Nederlands spreekt. Twee
verliefde dikkerds, die elkaar knuffels uitdelen en
daarvan duidelijk genieten.
Het hele compartiment wordt daarbij
overheerst door de stem van een vrouw die in plat
Limburgs, haar vier kinderen bijeen probeert te houden,
die her en der verspreidt, tussen de reizigers zitten.
Ze loopt dan ook gedurig heen en weer, om dan Sjefke of
Sjannie tot de orde te roepen. Dan weer Agnes of
Marleentje. "Sjat!" roept ze, "Wilste
naor boete kieke?" "Och nee!, da ware koeien
en die zind nou weer veurbie". Haar Sjefke kan niet
stil zitten en rent steeds heen en weer het gangpad af.
Een kortgeschoren koppie en een paar tanden, die nu al
in de juiste stand lijken te staan, om er later
bierflesjes mee te kunnen openen. Regelmatig zit hij
ergens tussen de mensen of op een of andere leuning waar
ze hem van af moet plukken. "Sjefke" blijkt
moeilijk tot de orde te roepen. Zodra ze hem op zijn
plek heeft, loopt moeder helemaal naar het andere eind
vanwege een poging om op haar beurt Sjannie, te
corrigeren. Tegelijkertijd gilt ze tot de rest van haar
kroost dat ze "naor boete moste kieke…"
Ieders aandacht is duidelijk gevangen door dit hele
gebeuren.
Verwondering en enige lichte ergernis
zijn voelbaar. Allemaal betrokken bij het gebeuren
waarvan moeders niks lijkt te bemerken. Opmerkingen
volgen zoals "Jonge jonge… Hoor je dat ook?"
"nou!, zal dit nog lang duren?" Op een
tussenstation prijkt op een billboard de tekst
"VOOR UW RUST…" Er wordt lachend op
gewezen… "dat zal eens tijd worden!" Zo gaat
het door. Totdat we station "Dordrecht"
naderen. "Ma!" Klinkt het, "is hier
Scheveningen?" De man naast mij roept:
"Jazeker! Net buiten het station loop je zo de zee
in!" Hij krijgt gretig bijval. "Dordrecht aan
zee! Uitstappen!" Moeder raapt alles wat ze in zich
heeft bij elkaar en weet de kinderen op het nippertje te
overtuigen van het tegendeel. Dan mijn vrolijke buurman
weer: "Als ik die straks in Scheveningen aan het
strand zie, spit ik ze onder!" De dikkerds vóór
ons kunnen hun lach niet meer houden. Iedereen geniet
van dit gratis cabaret. Dan zijn we er. Bijna iedereen
maakt aanstalten om op te staan als Sjefke roept,
"en nou ga ik poepen!"
Hij rent opnieuw weg. Zijn moeder
erachteraan… "Den Haag Centraal!" Zorgt voor
de verlossing. Op het perron blijkt "pa" er
ook bij te zijn.
Hem hebben we de hele reis niet gehoord.
Ja, iemand moet de verstandigste wezen...