EEN VERS GESLEPEN
POTLOOD
Eindelijk was het dan zover! Voor het
eerst naar de lagere school en meteen al de eerste
schrijfles! Van de frater, een jonge onderwijzer. Hij
stond voor het eerst op school én kreeg de eerste klas.
En streng dat ie was! "Je legt je schrijfblaadje récht
voor je neer!" begon hij. "En kijk naar de
lettertjes die met stippellijntjes al zijn vóórgetekend.
We beginnen met de "o!" De eerste letter van
het woordje "oor". Maar vóór we gaan
schrijven, even dit. Je mag je potlood alléén
vasthouden zoals ik het vóórdoe. Niet te hard op de
punt drukken. Want die is spits geslepen zodat je mooi
schrijven kunt. Die kan snel breken. Dus alleen met de
punt schrijven en zéker niet met de achterkant van je
potlood. Dat mag zeker niet gebeuren! We beginnen dus
voorzichtig… "Jantje Ketelaars, deel jij de
potloden uit. Maar laat ze niet vallen!"
We kregen dan eindelijk ons eerste
"Bruynzeel" potlood dat zo heerlijk naar
cederhout rook. En het nieuwe papier lag voor me. Met
het puntje van mijn tong naar buiten vormde ik langzaam
de eerste "O". De eerste lúkte me al! Maar
dan? De punt van mijn potlood schoof, hoe zachtjes ik
ook drukte, langzaam naar binnen totdat ie helemaal
verdween… Aan de achterkant kwam hij er weer met een
stompe punt uit! Ik was bang dat ik op mijn kop zou
krijgen. Zeker op zo’n eerste schooldag! De achterkant
leek me dan ook redelijk scherp en ik begon er, langzaam
en nog voorzichtiger, toch maar mee te schrijven. Totdat
die al was het langzamer, óók naar binnen schoof!
De frater keek naar me. Mijn hoofd werd
warm en waarschijnlijk ook rood. "Wat zie ik
daar?" Klonk het. "Ik… Frater, ik heb er
zo’n spijt van. Ik…. Ik kon er niks aan doen. Hij
schoof…" "Opnieuw!" zei de frater, en
haalde uit de mouw van zijn toog een nieuw potlood.
"En laat het niet wéér gebeuren! Zó wordt het in
de wereld niks met jou!" Ik ben uit school vol
schaamte naar huis gegaan en vertelde niks over school,
hoe ze me het ook vroegen. Het is toch nog goed gekomen
hoop ik. Toch nog iets met me geworden.