KNOOP
IN JE OREN!
Tilburg,
27 oktober 1944
Weer
een nieuwe dag… Voorzichtig, glip ik door de
achterdeur naar buiten. In mijn schone witte schortje ga
ik naar de bewaarschool. De poort door, de straat over
en het paadje langs en dan over de brug.
Ik
kijk wat bang tussen de spleten van de brugplanken door.
Ons moeder weet dat. Het water ligt daar groot en diep
onder. Naast de brug liggen in het water, de geteerde
palen met hun witte mutsen. "Niet omkijken en
gewoon doorlopen" had ze gezegd. Ik liep zo vlug
als ik kon.
De
zuster van het bewaarschooltje wacht zoals altijd de
kinderen aan de poort op.
Als
ze me ziet tilt ze me op, en zegt"wat ziede er weer
schoon uit!" Ze wijst daarbij naar de eendjes op
mijn schortje."Ben er maar zuinig op" zegt ze.
Dan mogen we naar binnen en ik loop meteen naar mijn
tafeltje waar de vlechtmatjes en de rijgpen al
klaarliggen. We gaan vlechten. Zo dadelijk brengt ze de
reepjes papier.
Maar
eerst steekt ze haar bleke arm uit haar zwart- witte
mouw en slaat een groot kruis.
We
bidden met onze oogjes stijf dicht en knijpen onze
vingertjes wit."We vragen Onze-Lieve-Heer om
vrede"zegt ze. Mijn vinger priemt in de lucht
"Wat is dat, vrede?"
"Vrede
is zoiets als de hemel" zegt ze. "Daar schijnt
de zon elke dag en daar is iedereen gelukkig"
Dat
heeft ze eigenlijk al meer keren gezegd maar er komt
niks en het duurt al zolang...
"Zuster,
komt dat echt ooit, vrede?" "Knoop, in je oren
dat het vrede wordt zegt ze".
Knoop
in je oren, en dan wordt het" vrede"?Denk ik.
Thuisgekomen
pak ik het theetrommeltje met oude knopen, en stop in
elk van mijn oren een kleine knoop. Maar er gebeurde
niets. Grotere knopen misschien? Maar die kunnen niet in
mijn kleine oren. En dat durf ik ook niet.
Die
avond denk ik in bed nog na over de vrede.Mijn broertje
slaapt al en ik doe voorzichtig de knopen uit mijn oren.
Tot morgenvroeg. Ik kijk door het kleine dakraam naar
buiten en ruik de verse snijbonen die nu in een volle
weckpot, verzwaard met een grote steen op de plankjes,
op de zolder staan. Wij hadden allemaal meegeholpen om
ze te snijden. Ons moeder was er druk mee geweest.
Als
ik de volgende dag weer naar school ga, lijkt alles
anders. Mijn knopen ben ik vergeten. Eenmaal op school,
loeien er plots de sirenes .Precies zo als we dat hebben
geleerd, moeten we onder onze tafeltjes kruipen. Op onze
knietjes zitten, en onze handen tegen onze oren houden.
Heel
ver in de lucht is wat geknetter te horen. Dan is het
weer rustig."Nog even stil zijn en dan pas onder de
tafels uit komen" zegt de zuster.
Vandaag
moeten we uit school gekomen, meteen de kelder in. Ons
moeder begint weer te bidden, en dat kon ze goed. Alle
vliegtuigen die overkwamen vlogen dóór, écht!
Dan
komt er wéér een nieuwe dag. Ik mag aan de hand van
Toon, een jongen van de grote school, meelopen. Dan is
de brug ook niet zo griezelig meer.
Die
middag mag ik ook met hem naar huis.
Het
lijkt vandaag wel feest op straat. Hier en daar steken
vlaggen uit. Eenmaal thuis, is er ook al visite. Oom en
tante zijn er en ook de buurman, die anders zo lelijk
kijkt en nu tegen me lacht."Het is afgelopen met de
oorlog"zegt hij.
"De
Engelsen zijn er" zegt onze pa, die ook al vroeg
thuis is."Er zijn al mensen die ze hebben
gezien!"
Ik
weet niet goed wat ik zeggen moet. Weet de zuster dit
ook?Ze had hem bij het naar huis gaan wel toegelachen en
de bruine paardendeken die tussen de twee
schoollokaaltjes hing, opgeborgen.
Dan
hoor ik auto’s buiten, en ga de straat op.
Ongelofelijk
grote groene legerwagens en een echte tank met echte
soldaten .Vrouwen en meisjes zitten overal bovenop Ze
hebben grote bossen gladiolen in hun armen .Zó komen ze
voorbij. Het is féést! Iedereen is op straat en
lácht. Iedereen praat met iedereen. Alle mensen zijn
blij vandaag. Dát is dus de vrede! Die paar knopen van
gisteren hebben dat gedaan denk ik. Maar ik zég het
tegen niemand!
De
grote mensen zijn druk bezig. Er komen steeds meer
vlaggen tevoorschijn.
Van
dennentakken wordt een ereboog gemaakt en met bloemen
van crêpe papier versierd.
Aan
het eind van onze straat hebben mannen steigerpalen
neergezet. Met een groot stuk touw en een paar katrollen
hebben ze een soort glijbaan gebouwd. Daar bovenop
hebben ze een schuitje gemaakt van de bak van een oude
kinderwagen.
Steeds
mogen er twee kinderen in gaan zitten en dan, wordt de
bak door twee man omhoog getrokken .Eenmaal bovengekomen
wordt die weer losgelaten. Beneden staan twee moeders
klaar om ons op te vangen. Ik mag ook. Ik wil wel tien
keer, maar er zijn teveel liefhebbers. Er komt nog meer
rood –wit en blauw, want we krijgen zomaar onverwacht
papieren vlaggetjes!
Even
later komen de legerauto’s ook door onze straat.
Iedereen gaat er op af. Ik verdwijn zo klein als ik ben
in het gedrang, totdat er boven mijn hoofd twee grote
armen
uit de lucht komen die mij boven alles uit tillen.
Plotseling
zit ik naast de chauffeur die me lachend aankijkt. Wat
hij zegt kan ik niet verstaan. Ik krijg een groot pak
chocola van hem. Hij stopt mij ook een blikje toe en
zegt dan: "For daddy". Zijn baard prikt even
in mijn wang. Voor ik het weet sta ik al weer op de
stoep .De soldaat zwaait naar me. .Wég, zijn ze weer…
Thuis
laat ik trots zien wat ik heb gekregen. Echte "PLayers"
roept onze pa .Het zijn dus sigaretten, die in dat
blikje zitten.
De
hele straat is de rest van de dag vol met mensen. Er
wordt gepraat, gelachen en zelfs gedanst omdat er iemand
een harmonica voor de dag heeft gehaald.
Na
het avondeten mag ik van ons moeder wat van de chocola
uitdelen. Zelf mag ik een blokje extra. "En dan
naar bed!"zegt ze. "Morgen is het ook nog
vrede!"Voldaan gaan we naar boven.
In
het grote bed denk ik nog na over wat er vandaag
allemaal is gebeurd…de vlaggen, het schuitje, de
soldaten de sigaretten voor onze pa, en de chocola..
Als
ik mijn ogen sluit, zie ik alleen nog rood –wit- blauw
.Het is eindelijk vrede...
Ik
moet in slaap zijn gevallen in dat warme bed op zolder,
waar het zo lekker naar goudrenetten ruikt…