INCOGNITO
"Wat is het buiten koud! Ik ben blij dat
ik weer in de warmte zit", zei de man die naast ons
in de sauna zat. We beaamden met z’n allen dat het in
Sinterklaastijd niet uitzonderlijk is wanneer het dan
wat vriest. "Ja, binnenkort ga ik weer tien dagen
aan één stuk in de kleren" zei de man, "dan
bestellen ze me weer, om aan huis te komen".
Iedereen zweeg even.
Dan drong het langzaam tot ons door dat
"Sinterklaas" zelf, bij óns in de sauna zat!
Niet te geloven maar wáár! Daar zat hij!
In al zijn naaktheid kon je zien
dat "hij" het was. Die kop. Die ietwat gebogen
neus, die "pret" ogen. Die ietwat bolle
wangen. Een gouden bril en een baard, waren er niet
moeilijk bij te denken.
"Ik heb geen huurpak!",
Zei hij. "Ik heb alles al jaren. Ik heb het op maat
laten maken. Zelfs het snoepgoed is ouderwets. Dat laat
ik speciaal maken. Van die zachte schuimpjes, trompetjes
en zo. Ik heb ‘n fabrikant gevonden die zijn oude
matrijzen op de walsen zet voor me en alles maakt zoals
vroeger."Och, het levert niet véél op, maar wél
veel plezier! Ik speel altijd nét quitte!"
"Misschien kun je daarna doorgaan als
kerstman!", merkte ik op. "Dáár begin ik
niet aan!", zei hij. "Dáár geloof ik niet
in. Tot vijf december kunnen ze me bestellen, en geen
dag langer. Zelfs de zesde niet". Hierbij kreeg hij
het duidelijk even te warm.
Hij stond op om zich af te gaan douchen. Ik zag hem de
deur uitstappen.
We keken hem na als een stel achtergelaten kinderen.
Hij is het écht! De enige "échte"
Sinterklaas waarin ik altijd heb geloofd.
Deze twijfelde immers ook niet aan zichzelf?
DE
GEUR VAN TAAITAAI
Vroeger werd het ook
Sinterklaasavond. Maar anders dan nu werd dat niet
gevierd met surprises en zo. Sinterklaas "reed op
tafel" zoals dat heet. Thuis gingen wij dan ook als
kind met zijn zevenen op vijf december, op wat nu
pakjesavond heet dus, extra vroeg naar bed. Des te
eerder zou het zes december zijn. Dat is immers de échte
verjaardag van Sint Nicolaas. De goedheilig man zou ‘s
nachts over de daken rijden en samen met zwarte Piet
cadeautjes door de schoorsteen naar beneden gooien.
We mochten ‘s morgens zo
vroeg niet naar beneden, pas wanneer onze ouders ons
daartoe geroepen hadden. Om een uur of zeven hoorden we
onze ouders de haard in de huiskamer opporren zodat het
eerst wat warm zou worden. Wij stonden zonder dat zij
dat wisten trouwens, al een hele tijd met blote voeten
op het kouwe zeil zeven op een rij te wachten. Eindelijk
was het dan zover! "Kom maar!" riepen ze dan.
En dan… De kleinsten voorop, mochten we naar beneden
komen. We kwamen van de zoldertrap die bij ons bijna
beneden gekomen, eindigde op een klein plat vloertje
boven de kelder, waarna er nog vier treden te gaan waren
om helemaal beneden te komen. Boven dit vloertje hing
een ingelijste pastel, van een duinlandschap achter
glas. Als je nu goed keek en je niet tot de eersten
behoorde die beneden mochten komen, zag je de volgeladen
tafel daar alvast in spiegelen. Ieder
had op de lange uittrektafel zijn of haar eigen rijtje,
afgegrensd met taaitaaipoppetjes. "Wie zoet is
krijgt lekkers!" En zo voelden we ons ook even. De
hele kamer rook ernaar. Dáár waren de poppen, de
autootjes. Daar stond de nieuwe poppenwagen en de "Jig
Saw Puzzle" van duizend stukjes of het "Homas-Kruisvuurspel"
en zakken vol met knikkers. Maar ook nieuwe truien of
een stel sokken of zakdoeken waren er. En "Boldoot,"
voor ons moeder en een doos sigaren van
"Hofnar", "Agio" of "Elisabeth
Bas" voor onze pa. We genoten en bewonderden onze
cadeaus en die van de rest. Chocolade kikkers in groen,
rood of blauw zilverpapier verpakt en met een roze of
wit zoetig snot gevuld, voor de kleintjes. Voor de
groten een glimmend gepoetste ster-appel waarin een
gepoetste zilveren rijksdaalder was gestoken en voor
iedereen een chocoladeletter. Die
letters werden al aangebroken eer we hadden ontbeten. De
hele voormiddag kregen we vrij van school en konden naar
hartelust spelen met al het nieuws dat nog blonk. Samen
met je vriendjes gaan bewonderen wat Sinterklaas bij hen
had gereden… Een dag zoals je die later pas weer met
je kinderen zou beleven. Warm en gezellig onder elkaar.
De sfeer wel, die hebben we vastgehouden tot op
vandaag...
|