JAARVERGADERING
Vijftien
jaar lang, was ik lid van de Kunstkring "de
Kunstvrienden".
Er
waren zo’n zeventig mensen lid, van die club en er
werd wekelijks door iedereen op minstens één avond,
geschilderd of getekend onder de bezielende leiding van
een beroepskunstenaar. Ieder
jaar hield men kort na oud en nieuw, een jaarvergadering
in het atelier. Deze bestond altijd uit een officieel
gedeelte, waarin bij stemming besluiten werden genomen of nieuwe bestuursleden werden gekozen en de
kascommissie haar verslag deed. De notulen van de vorige
jaarvergadering werden voorgelezen en goedgekeurd.
Rietje, heette ze. Een kleine vriendelijke vrouw van
weinig woorden die ieder jaar een keurig en kloppend
jaarverslag, wist af te leveren. Op de vraag van de
voorzitter of er nog op- of aanmerkingen over de notulen
waren kwam nooit een enkele reactie. Rietje moest maar
aannemen dat we het goed vonden en dat ze het goed had
gedaan, alsof dat we het niet gehoord hadden. Ondankbaar
werk, leek me dat. Totdat
ik op de vraag van de voorzitter om op- of aanmerkingen
een luid "ja!"
liet
horen. Daar ik nogal achterin had plaatsgenomen,
draaiden alle hoofden zich nieuwsgierig naar me om.
Hoe durft hij! Rietje, werd er wat verlegen van. Goed verslag hoor, Rietje! Gaf ik als mijn commentaar!
De formele sfeer was doorbroken. Rietje liet me weten
dat ze blij was nu eindelijk eens wat aandacht, voor
haar verslag te hebben gekregen. Het was eventjes minder
gewoon om de dingen zo maar te doen, omdat ze nu eenmaal
gedaan dienen te worden. Ze had eer van haar werk en dat
verdiende ze!
|