Uit frisse
kelen schalt het lied
Aan Brabants
land en volk gewijd
Dat vrijheid
won door eigen kracht
Na harde,
eeuwenlange strijd.
Aan Brabant
’t oude land
Heb ik mijn
hart verpand
Zo blijf ik
aan der vad’ren erf
Als kind
getrouw totdat ik sterf.
In Brabant
is gemoed’lijkheid
Hecht
vastgegroeid in stad en land
Zoals de
trouwe bruine hei
Zit diep
geworteld in het zand.
Als Brabants
heide bloeit
Is ’t of
mijn harte gloeit.
Het kruis,
geplant in zulke aard
Is d’offers
van geslachten waard.
Naar dit
mijn vroom, eenvoudig land
Gaan altijd
mijn gedachten heen.
Wat schoons
het vreemde mij ook biedt
Of waar ook
richten zich mijn schree’n.
Van ver zend
ik mijn groet
Geen land is
mij zo zoet
Als Brabant
met zijn eigen aard,
Mijn
Brabant, liefste plek op aard