CUBRA

INHOUD PIERRE VAN BEEK
HOME 
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
TEKSTEN
AUTEURS
AUDIO
SPECIAAL

PRINT

Pierre van Beek - Heemkunde-artikelen

 redactie: Ben van de Pol

 

Wielrennen en voetballen begonnen in 1898

Het Nieuwsblad van het Zuiden - dinsdag 2 oktober 1973

 

In de jaren vóór de eerste Wereldoorlog bezat Tilburg het "Verkennerskorps Prins Hendrik", dat op 27 juli 1910 in de kegelbaan van het voormalige café Oppermans was opgericht en 170 leden telde. Bij het woord "verkenner" denkt men tegenwoordig op de eerste plaats aan padvinders. Hiervan was echter in dit geval geen sprake. Men had te maken met een op militaire leest geschoeid korps. Als eerste doel van het korps werd genoemd: Aanstaande militieplichtigen op aangename wijze aan te leren datgene wat hen later, bij hun in dienst treden, van groot nut zou zijn. De leden zagen er nogal martiaal uit in hun, nu operette-achtig aandoend uniform. Het bestond uit een donkergrijze uniformjas en -broek, grijze slobkousen en een breedgerande, vilten hoofddeksel van dezelfde kleur als het uniformlaken. De rechterrand van de hoed met een gewone militaire kokarde rechtstandig gehouden. Het hele uniform met hoed en beenbekleedselen werd geleverd door de Firma Gerzon te Tilburg. Het korps ontwikkelde nogal wat activiteit. Dit alles en nog vele andere bijzonderheden kan men lezen van de hand van P.J. van Berkel in het jongste nummer van "Actum Tilliburgis", het orgaan van de Heemkundekring "Tilborch". Tilburgers zullen met genoegen van deze oude herinneringen kennis nemen want de generatie die het zelf beleefde, is nog niet uitgestorven. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog is het korps met stille trom verdwenen.

Ronald Peeters vervolgt (VII) zijn Repertorium der Tilburgse pre- en protohistorie. Het gaat daarbij over urnvondsten bij de Graaf Hendriksberg aan de Stokhasselt (1825), 't Goirke (vóór 1840), de Dongenseweg (1835). Veel is er, jammer genoeg, van die vondsten niet overgebleven.

 

Sporthistorie

Een ander interessant onderwerp snijdt P. van Ierlant aan. Hij start met de "Historie van de Tilburgse Wielersport en de voetbalclub Willem II". De fietshistorie begint in 1896 met de oprichting van de roemruchte, houten wielerbaan bij de Trappisten aan de Moergestelse weg, een baan van 400 meter met bochten van 2.40 meter. Dat was geen kleinigheid. Met tribunes en clubhuis kostte het geval maar even f 20.000 gulden. Geen peuleschilletje voor die tijd! De toegangsprijzen logen er ook niet om. Eerste rang of tribune f 2, tweede rang f 1. De kleine man moest voor zijn derde rang nog altijd drie dubbeltjes neertellen. Daar had je waarachtig dertig sigaren of zeker zes borrels voor. Wie de drijvende krachten en de renners van het eerste uur waren, komen we ook te weten. Deze baan verwierf grote bekendheid tot in Frankrijk en België. Dat was alles in de dagen, dat de Koningshoeven een zeer belangrijke wijk van Tilburg vormde als nabloei van het werk van Willem II. Bij de sluiting van het eerste wielerseizoen zag in dezelfde week de eerste Tilburgse voetbalclub onder de naam "Tilburgia" het levenslicht, waaruit Willem II zou groeien. Met spanning zien wij de volgende afleveringen over deze wel specifiek Tilburgse sportaangelegenheden tegemoet.

 

Standsbewust

Wie kent ze nog? De typische straatfiguren uit de Houtstraat? M. van den Dries wekt ze nog eens te leven tegen het decor van wat de volksmond eens Klein Amsterdam noemde. "Men moet niet gaan denken, dat er in Klein Amsterdam slecht volk woonde. Het was goed volk, maar rauw, nooit te lui om te helpen." Hier paraderen enige namen: Franske van Amelsvoort, de paardeslachter, het Bels boerke, de kolenboer, Klaas Damen van 't Goirke, een stoelenmatter maar vol standsbewustzijn. Eens zei hij tegen zijn wat wilde zoon: "Als je niet beter oppast, maak ik je tot schande van je hele familie." Proost! Hij sprak die woorden op zijn Hollands uit, zoals hij gewoon was. Verder komen we tegen: Kees Kapdood, de Klapmuts, de Peehond, Hanneke Zwartgat, Jan Bommegètje, Rolle Bolle Bè, de schareslijper de Hinkelepink, die mank liep vanwege zijn horrelvoet, en ten slotte het Sponzenmenneke, die papieren lampebollen verkocht om onder de olielamp te hangen teneinde de druppels op te vangen. Ze zijn nog geen eeuwigheid uit de tijd, die markante Tilburgers. We hebben er ook nog wel van gekend.

 

Burengerecht

Minder populaire maar wel meer gedegen en wetenschappelijke materie levert Martin de Bruijn met zijn "Het Tilburgs Burengerecht en de rechterlijke organisatie in 't hertogdom Brabant". Een kluif van polemische aard voor specialisten. In zijn conclusie onderstreept de auteur het volkomen oneens te zijn met de verkondigde opvatting van wijlen F. Smulders, dat het Tilburgse burengerecht ressorteerde onder dat van de Tilburgse Schepenbank. Ook voor registratie waren Tilburgenaren en Goirlenaren in het geheel niet op Oisterwijk aangewezen.

 

Klacht

In een "Ten geleide" beklaagt de redactie zich over de reorganisatie van het Tilburgs Gemeentearchief, waardoor zij de mogelijkheden tot bronnenonderzoek sterk verminderd acht. Zij verwacht, dat dit haar in de toekomst nog voor veel problemen zal plaatsen. In een tweede artikel van haar hand wijdt de redactie een beschouwing aan "De openbaarheid der archieven", daarbij uitgaande van de Archiefwet. Ten slotte vermeldt deze aflevering, die met twee foto's werd verlucht, de nieuwe aanwinsten van de eigen bibliotheek van de Kring. Het geheel vormt een specifiek Tilburgs nummer met afwisseling van lichte en zware kost.

 

PIERRE VAN BEEK