CUBRA

INHOUD PIERRE VAN BEEK
HOME 
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
TEKSTEN
AUTEURS
AUDIO
SPECIAAL

PRINT

Pierre van Beek - Heemkunde-artikelen

 redactie: Ben van de Pol

 

St. Joris en St. Sebastiaan zijn echte schuttersgilden

Het Nieuwsblad van het Zuiden - dinsdag 21 december 1971

 

Over Tilburg in de Middeleeuwen is nog weinig gepubliceerd. "Historische Bijdragen", het orgaan van de Heemkundekring "Tilborch", gaat daar - zoals blijkt uit nr. 3 van de tweede jaargang - eens iets aan doen. Ferd. Smulders, geen onbekende op het gebied van onze gewestelijke historie, stelt een serie artikelen in het vooruitzicht, waarvan het eerste thans gepubliceerd is. Het wordt geen geschiedenis, maar de opzet is de plaatselijke toestand te schetsen van Tilburg rond 1450. Daarbij zullen o.a. ook toponiemen of veldnamen aan de orde komen, die heel oud zijn. Soms bestaan ze nog, zijn wat veranderd of totaal verdwenen. Het algemeen inleidend artikel houdt zich bezig met de "twee Tilburgen" t.w. Oost- en West-Tilburg.

 

Een heldere beschouwing over Tilburg en de Brabantse Schuttersgilden geeft J.A.J. Beckx. Daarin lezen we o.a. dat naar de thans algemeen geldende opvattingen tot de originele schuttersgilden alleen gerekend worden de gilden van St. Joris en St. Sebastiaan. Na een vervalperiode van begrip voor de wezenlijke beginselen van het gildewezen in de 19de eeuw ziet de schrijver thans een periode van opgang en opleving.

 

Brandkuilen

Als het gaat over "Waterkuilen op Tilburgs gebied" voelt de oude Tilburger zich op vertrouwd terrein zonder daarbij natte voeten te krijgen. C. Weijters duikt eens figuurlijk in die in onze stad veel voorkomende kuilen, die we als "wolspoel" en "brandkuil" maar ook als "beestendrinck", d.i. drenkplaats voor vee, gekend hebben. Zij waren van méér omvattende betekenis dan men zou denken. Ze vormden een voortdurende zorg voor schout en schepenen, er bestonden bepalingen voor en er kwamen nog wel eens ruzietjes en onenigheden bij te pas. Rond 1791 deden de "kuilen" ook dienst als visvijver.

 

"Het Paleis"

Een aantal - naar het ons voorkomt - tot nu toe nauwelijks of niet bekende gegevens delft J.M.A.P. van Gils op over de Goirlese pastoor uit de 18de eeuw, Nicolaas de Beeck, en ook over de weldoeners van zijn kerk. Met het in Goirle voorkomende toponiem "het Paleis" schijnt de pastorie bedoeld te zijn van deze pastoor, een voor die tijd in de ogen der bevolking blijkbaar luxueuze woning. Met wat er verder bij hoorde had die pastorie dan ook f 500,- gekost. Geen enkel huis te Goirle kwam toentertijd boven de f 200,- uit terwijl er "veel hutjes en keetjes" niet meer dan plm. f 60,- waard waren. In het artikel duiken tal van namen van families op, die in het dorp nog steeds inheems zijn. Men verneemt er ook wat over de kunstschatten van de St. Janskerk.

 

Vondsten

Ronald Peeters vervolgt zijn repertorium van Tilburgse pre- en protohistorie. Aan de orde komen daar o.a. bronstijdvondsten uit 1785 op de Reijshof aan de huidige Reeshofdijk. Het gaat hier om twee kokerbijlen, die de oudst bekende vondsten uit de literatuur over Tilburg zijn. Deze vondsten behoren tevens tot de eerst beschreven bijlen uit Nederland. Ook uit archeologisch oogpunt is de Reijshof, waaraan wij in deze krant al eens een artikel gewijd hebben, derhalve een zeer interessant gebied.

 

"Historische Bijdragen" biedt weer heel wat lezenswaardige stof uit eigen streek.

 

PIERRE VAN BEEK