CUBRA

INHOUD PIERRE VAN BEEK
HOME 
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
TEKSTEN
AUTEURS
AUDIO
SPECIAAL

PRINT

Pierre van Beek - Heemkunde-artikelen

 redactie: Ben van de Pol

 

Waar stond middeleeuwse burcht "Thilburch"?

Het Nieuwsblad van het Zuiden - donderdag 7 februari 1973

 

De vraag waar de middeleeuwse burcht "Thilburch" gestaan heeft, blijft de historisch en heemkundig geïnteresseerden intrigeren. Uitgangspunt daarbij is een akte van 1222, waarin sprake is van een burcht in het hertogelijk allodiaal gebied van "Thilburch". Tilburg zou aan deze burcht wel eens haar naam ontleend kunnen hebben. Voor de plaats waar wij de burcht zouden moeten zoeken, zijn in het verleden al verschillende suggesties gegeven. Een van de kanshebbers is het gebied Ter Borch in Oisterwijk. In het jongste nummer van "De Kleine Meijerij", het vlugschrift van de Heemkundekring en het Streekarchivariaat van Oisterwijk, Berkel-Enschot, Esch, Haaren, Helvoirt, Moergestel en Udenhout, wijdt Bas Aarts een geïllustreerde studie aan dit probleem. Een oplossing komt er niet uit de bus maar zijn artikel vormt wel een zeer lezenswaardige bijdrage in de discussie rond Ter Borch. De auteur acht het zeer aannemelijk in de hertogelijke burcht te "Thilburch" uit de akte van 1222 een verwijzing naar Ter Borch te Oisterwijk te zien.

 

Ook Tilburg

Dat raakt dan de vraag of Ter Borch misschien de zetel geweest is van de, ongeveer van het midden der 12de eeuw, bekende Heren van Tilburg. Nauwkeurig archeologisch onderzoek op Ter Borch zou hier uitsluitsel kunnen brengen. De auteur pleit dan ook voor een goed georganiseerd bodemonderzoek. Durendaal vond men indertijd niet oud en interessant genoeg. Een burcht van mogelijk kort na 1200 is dit ongetwijfeld wel. Het gaat hier om een unieke kans voor Oisterwijks oudste historie. En laten wij er maar bijvoegen: ook voor de Tilburgse!

 

Loonzagers

Op geheel ander terrein beweegt zich een nagelaten bijdrage van wijlen M.C. van Iersel. Die gaat over het uitgestorven beroep van loonzager. Huidige generaties weten niet eens meer wat dat inhoudt maar eens was de loonzager de onmisbare man voor wie een huis ging bouwen. Het was wel een afzonderlijk vak maar werd meestal uitgeoefend door iemand, die er toch nog iets anders bijdeed. Timmerfabrieken waren onbekend en al het voor een huis benodigde houtwerk moest met de hand eerst uit boomstammen gezaagd worden. De schrijver belicht hoofdzakelijk het gereedschap, dat de loonzager gebruikte. Met de niet minder dan dertien foto's krijgt de lezer een beeld van dit ambacht.

 

Wapen Udenhout

Toen Nederland, na de val van Napoleon, weer een zelfstandige staat was geworden, werden gemeenten, die daaraan behoeften hadden, in 1815 in de gelegenheid gesteld een eigen wapen aan te vragen. Udenhout kreeg daarbij de "Nassause Leeuw" toegewezen. Daarmee wordt bedoeld het oudst bekende stamwapen van het geslacht Nassau. Hoe die toewijzing voor Udenhout in haar werk is gegaan, doet P.J.M. Wuisman uit de doeken. Dezelfde medewerker vervolgt in dit nummer zijn opgaven van te Loon op Zand gesloten huwelijken van personen uit het gebied van de Kleine Meijerij.

Ook drs. W.H.Th. Knippenberg is vertegenwoordigd met een vervolgartikel en wel over "Het Gildezilver in de Kleine Meijerij". Het gaat nu om het St. Jorisgilde te Oisterwijk. Dit gilde is waarschijnlijk op het einde van de 19de eeuw uitgestorven. Een reeks koningsschilden (tussen 1792 en 1892) plus enige andere emblemen bleven bewaard. Ze worden hier summier op rij gezet.

 

Varia

Voorts bevat de aflevering een tweetal "Varia". Ir. C.H.J. van den Brekel ontdekte een aantekening van 1686 door notaris Antonie Beens te Oisterwijk, waaruit blijkt, dat het in deze gemeente in die tijd niet boterde tussen de protestantse dominee De Langhe en diens geloofsgenoot, de koster Geert van Hoogerlinden. W. de Bakker vermoedt nog een uit Achel naar Moergestel gekomen non, Jacoba van Loon, te hebben ontdekt. Haar naam werd niet aangetroffen bij de zusters van Sinte Catharinedael.

 

Alles bijeen weer een lezenswaardig nummer.

 

PIERRE VAN BEEK