CUBRA

INHOUD PIERRE VAN BEEK
HOME 
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
TEKSTEN
AUTEURS
AUDIO
SPECIAAL

PRINT

Pierre van Beek - Heemkunde-artikelen

 redactie: Ben van de Pol

 

Malse straffen bij onderhandse rechtspraak naar "Soenrecht"

Het Nieuwsblad van het Zuiden - zaterdag 17 oktober 1970

 

Je zult als huisnummer op je woning 2060 hebben staan! Toch is dat ooit vertoond. Niet in een of andere wereldstad maar in ons bloedeigen Tilburg in een tijd dat dit Tilburg nog niet aan het huidige tippen kon. Pas in 1910 kwam daadwerkelijk verandering toen men afstapte van de tot dan toe bestaande wijknummering en voortaan de straten ging nummeren. Het was te bar geworden met de hoge nummers. Dat 2060 trof men op de Veldhoven aan. De wijk Kerk paradeerde met een 1591 en de Heuvel deed het, in alle bescheidenheid, met 1195 als maximum.

Deze interessante gegevens diepen we op uit het septembernummer van "Historische Bijdragen", het orgaan van de Heemkundige Kring "Tilborch", waarin C. Weijters de derde aflevering van zijn artikelenreeks "De Tilburgse Haardgangen" brengt.

 

Haardgangen

Daaruit blijkt, dat Tilburg - bij de aanvang van de Bataafse Republiek - in 1795 nog 12 haardgangen telde maar dat deze in 1809 door dertien met een letter aangeduide wijken verdrongen zijn. Administratief waren de "haardgangen" verdwenen doch als gehuchten en buurtschappen handhaafden er zich echter nog lang enige aan de rand van de stad. Na de Tweede Wereldoorlog herinneren alleen enkele hoofdstraten of banen aan die vroegere "haardgangen". In verband met de "haardgang"-studie geeft Ferd. W. Smulders in ditzelfde nummer een serie vermeldingen van "pastoria", welke hij - in de betekenis van "herdgang" of "gehucht" - in de Bossche Schepenprotokollen is tegengekomen.

 

Latijnse school

Frater M.D. Simons graaft in zijn onderwijsstudie dieper naar de oudste Latijnse school van Tilburg. Hij komt daarbij een stap verder dan dr. P.C. Boeren, die uit enkele titels van boeken voor één leerling tot het bestaan van een Latijnse school concludeerde met voorbijzien van de mogelijkheid van privé-onderwijs. Simons voert een serie nieuwe gegevens aan, die hem voldoende lijken om thans terecht van "schoolonderwijs" te mogen spreken. Het gaat hier om de 16de en 17de eeuw. Na 1681 heeft echter in Tilburg meer dan 100 jaar lang geen officiële Latijnse school meer bestaan. Het lokaal aan de Heikese kerk, dat er zo lang voor had gediend, werd in 1683 tot gemeentehuis ingericht en dat is het tot 1810 gebleven. Het komt ons voor, dat de schrijver in deze materie heel wat méér licht brengt dan er tot heden was.

 

Soen-actie

Bij archiefonderzoek wordt men meermalen geconfronteerd met een "soen-actie" of "soenbrief". Men komt die tegen in de criminele rechtspraak. Daarbij gaat het over een overeenkomst volgens welke vrienden en bloedverwanten van een verslagene met de moordenaar en zijn aanhang overeenkomen, dat zij dit vergrijp onderling, zonder tussenkomst van een rechter, zullen beslechten volgens het oude, Germaanse zoenrecht. Na een inleiding over oud strafrecht en rechtspraak vertelt C. Robben hoe dat met zo'n verzoening aan de steel zat. Dat onderling rechtertje spelen kan in onze ogen heel aardig lijken maar het was allesbehalve leuk als men ziet wat voor straf er werd uitgedeeld. De schrijver geeft het geval van Peter Pauwels, die in 1509 (dus lang genoeg geleden!) te Tilburg "dootslach" heeft begaan aan Embrecht Aert Smit. "Dootslager" Peter heeft een eindeloze litanie van boeten te doen voor de "verzoening". Het is moeilijk om bij het lezen daarvan ernstig te blijven en een "moet je nog peultjes!" te onderdrukken. De lust om het eens breed uit te meten is haast onweerstaanbaar. We proberen het echter wat summier te houden.

 

Hele waslijst

Peter Pauwels moet: Op een lendedoek na, spiernaakt naar de kerk komen. Knielend om vergiffenis smeken, een werk van barmhartigheid doen, ter beevaart naar Rome, Petrus en Pauluskerk bezoeken, vijftien keer op zijn knieën de trappen van die kerk bekruipen, bedevaarten naar Keulen. Dit alles binnen twee jaar. Doch daar is hij er niet mee. Zie maar. Hij moet ook nog: tweehonderd missen laten lezen, twee "dortichsten" laten doen in de kerk van Tilburg. Zo'n "dortichste" is de 30ste dag na iemands begrafenis, waarop de laatste zielemis wordt gelezen. Hij moet de kerk met twee flambouwen vereren. Hij wordt verbannen uit Den Bosch, Venloon, Tilburg en Goirle, mag daar alleen als passant komen, slechts één keer eten en nooit overnachten. Voorts moeten Peter en zijn vrienden binnen een maand veertig gulden betalen voor de Armen. Peter mag geen herbergen bezoeken, waar zich familieleden ophouden, met name ooms, tantes, neven en nichten...

Met dit alles ontspringt hij de martelingen van de scherprechter en houdt hij zijn hoofd. Er komt wel heel veel vromigheid aan te pas. De waslijst getuigt er echter niet van hoe lief de brave kinderkens van die tijd "malcander" hadden!

 

Niet tevergeefs

Een "leuk" Tilburgs verkeersongeval uit 1805 heeft W. van Hest uit oude papieren opgevist. Op weg naar de kerk blijkt Siena Smulders, de "dienstmaagd van Norbart de Kanter", ter hoogte van de Logt (Gasthuisring), door een kar met paard ondersteboven gereden. Ze wordt binnengedragen bij J.B. Geerts, die tegenover de politie met nog twee anderen als getuige optreedt. Chirurgijn Immens stelt vast dat Siens arm "aan stukken" is. Hij verzorgt hem "zoo meede de voet, die meede zeer ontsteld was". Waar nu dat beloofde "leuke" zit? In het feit, dat Siena op 5 mei 1806, dus een jaar later, trouwt met Jan Baptist Geerts. Dat binnendragen lijkt dus ook nog wel ergens anders goed voor geweest.

Voor de eerste keer komt in "Historische Bijdragen" ook de prehistorie aan bod en wel Tilburgse. R. Peeters vertelt van zijn vuursteenvondsten in 1968 en 1969 op het terrein achter de stalenmeubelenfabriek van Van Blerk in het Industrieterrein Noord. Hij geeft een nauwkeurige beschrijving van zijn artefacten en afslagen en verduidelijkt die met tekeningen. Nog altijd bezit Tilburgs bodem geheimen.

Een lijst van zestien nieuwe leden besluit deze septemberaflevering, die verder met nog twee tekeningen is verlucht. De ene brengt de plattegrond van de Heikese kerk en omgeving in de 17de eeuw en de andere de Heikese kerk met in het voorste gedeelte daarvan het Tilburgs gemeentehuis. Alles bijeen veel serieus en interessant werk, waarvoor men zich als Tilburger - ook zonder een historische knobbel! - wel moet interesseren.

 

PIERRE VAN BEEK