CUBRA

INHOUD PIERRE VAN BEEK
HOME 
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
TEKSTEN
AUTEURS
AUDIO
SPECIAAL

PRINT

Pierre van Beek - Heemkunde-artikelen

 redactie: Ben van de Pol

 

"De grootste show op aarde"

Het Nieuwsblad van het Zuiden - donderdag 2 september 1976

 

Heel wat sinds het begin van deze eeuw opgegroeide Tilburgse generaties hebben zich, op gezette tijden, geconfronteerd gezien met daverende verhalen over een inmiddels legendarisch geworden Barnum en Baily-show. Telkens wanneer er een of ander circus in Tilburg zijn tenten had opgeslagen, was het opgelegd pandoer, dat er oudere generaties naar voren traden, die het allemaal reeds grootser en geweldiger beleefd hadden, want zij waren immers "naar Barnum en Baily geweest, die in den Besterd stond". De jongeren hielden dan maar geïmponeerd hun mond want tegen die troef van de vaders en de opa's kon niemand op. Barnum en Baily... Gewoonweg het einde! Dat gezien hebbend kondt ge rustig naar het hiernamaals vertrekken...

We hebben tegenover die verhalen nogal vrij sceptisch gestaan, daarbij uitgaand van de bekende ervaring, dat muggen soms olifanten worden naarmate het verleden verder terugwijkt. Met andere, mildere woorden: De herinnering verguldt de dingen graag. Omdat het in de herfst van dit jaar driekwart eeuw geleden is, dat het fenomeen Barnum en Baily zich in Tilburg voltrok, zijn we eens op zoek gegaan naar de waarheid van B. en B. en naar de eventuele grenzen van "Dichtung und Wahrheit". Slecht uitgepakt heeft dat niet. We weten nu, dat "De grootste show op aarde" inderdaad een gebeurtenis van formaat is geweest, die terecht op de verbeelding van onze stadgenoten zó sterk blijkt te hebben ingewerkt, dat het evenement een eigen leven kon gaan leiden in de herinnering van de mensen van toen.

 

Groot tamtam

Ze waren wel goed opgewarmd, die Tilburgers van toen. Enige dagen van te voren wierp - zoals het grote gebeurtenissen betaamt - de show zijn schaduw vooruit. Dit gebeurde in een 'n halve pagina grote, met tekeningen geïllustreerde advertentie in de twee Tilburgse kranten van zondag 29 september 1901 (die zondag is geen zetfout), waarin de show werd aangekondigd, tegen donderdag drie oktober. Die advertentie was een opeenstapeling van superlatieven over een reeks attracties om van te duizelen. Een snorkende humbug, er kennelijk op berekend alles en iedereen te overdonderen. Wie dat allemaal leest, moet wel gewetenswroeging krijgen als hij zulk een gelegenheid ongebruikt voorbij laat gaan. Dacht u soms van niet? Nou, kijk dan maar eens.

De show zou in Tilburg arriveren met vier eigen treinen, elke trein bestaande uit zeventien, speciaal ingerichte wagons. De hele inventaris was ondergebracht in twaalf reuzententen, waarvan de grootste 12.000 zitplaatsen bezat. Er werd gesproken over een circus, hippodroom, een onmetelijke renbaan, menselijke abnormaliteiten, menagerie, 400 paarden, 20 olifanten, drie maneges, twee "geweldige tonelen", 700 arbeiders, een hele reeks variéténummers met "kampioenen op elk gebied die alle records slaan", twintig internationale pantomimenummers met clowns, wilde beesten bij de vleet... zo snorkte het verder. Tot zeker niet het minst spectaculaire maar mogelijk wel het minst fijngevoelige - aangenomen tenminste dat er geen "nep" bij was - behoorde de show van menselijke abnormaliteiten: een knaap met een hondekop, mannen zonder armen, mannen zonder benen, vrouw met een baard, dwergen, geraamte van een grizzlybeer, magnetische dame, de dikste man, het meisje met het moshaar, het getatoeëerde paar, een Siamese tweeling, de man met de harde schedel, Borneo-dwergen enz. Moet je nog peultjes!

Dit alles en nog veel meer werd dan gedekt door de titel "The greatest show on earth", de grootste show op aarde. Het woord circus kwam er nauwelijks aan te pas. Men sprak van "Reuzen ontspannings-etablissement met een 50-jarige reputatie in Amerika". Tot voor de Tilburgers ongelooflijke zaken behoorde het feit, dat deze hele onderneming maar één dag in onze stad zou verblijven, om daar eventjes twee voorstellingen te geven. Opbouw en afbreken plus het hele transport inbegrepen. En dan was het parool alleen nog maar: Weg wezen!

 

De aankomst

Geen wonder, dat er heel wat Tilburgers hun nachtrust aan spendeerden om van de aankomst van die vier extra treinen getuige te zijn. Bij het ochtendkrieken spoedden de kijkers zich naar de drie uitgangen van het spoorwegemplacement en de anders zo stille stad was vol beweeg op het prille uur. Duizenden nieuwsgierigen bevolkten de Spoorlaan. Vooral de exotische dieren die over de straat trokken zoals olifanten, kamelen, zebra's enz. trokken veel bekijks. De eerste trein liep tegen twaalf uur in de nacht binnen en de laatste kwart voor vijf. Er bleken 106 wagens te zijn. Alles liep als gesmeerd en bij aankomst van de laatste trein was in den Besterd, onder de ogen van veel toeschouwers, reeds zo'n massa gebeurd, dat daar om elf uur 's morgens de rariteitenshow al werd opengesteld. In een paar uur bleek de dorre Besterdvlakte omgetoverd in één grote tentenstad. Het entree voor de rariteitenshow bedroeg 30 cent. Aan kijkers geen gebrek. De explicateur had hier een foefje om zijn clientèle snel te "laden en te lossen". Hij behoefde slechts te roepen: "De grote voorstelling gaat beginnen" en het geboeide publiek stoof naar buiten en maakte zo telkens plaats voor een volgende groep...

Die grote voorstelling begon 's middags om 2 uur en de avondvoorstelling om half acht. Wat het entree bedroeg? Hier is het: Zitplaats f 0,60 en f 1,25. Gereserveerde plaats f 2,-, geres. klapstoel f 3,- en loge f 4,-. Kinderen beneden 10 jaar half geld behalve op rang van 60 cent. Een biljet gaf toegang tot de voorstelling in de grote tent en tot alle bezienswaardigheden. Boekhandel Anton Bergmans, Heuvelstraat 184, zorgde voor voorverkoop. Er werd ook een officiële gids uitgegeven "Het boek der wonderen" met het program en de portretten van de heren Barnum en Baily.

In de grote voorstelling werd gewerkt in drie maneges, op twee tonelen en in de lucht. Dit allemaal tegelijkertijd. Wie wel eens een circus met drie maneges heeft bezig gezien, kan zich voorstellen wat dat betekende. Een weliswaar straf georganiseerde en vlot lopende gang van zaken maar desniettemin een duizelingwekkende wirwar van attracties. Als toeschouwer weet ge niet waar te kijken en ge hebt voortdurend het gevoel heel wat gemist te hebben.

 

Kritische geluiden

De pers was enthousiast maar een journalist, die blijkbaar al verder dan Tilburg had rondgekeken, maakte toch de kritische opmerking "dat verschillende nummers - ook wat de paardendressuur betreft - niet in de schaduw van Carré, Schumann en Renz kunnen staan". Bij de avondvoorstelling zat hem ook iets dwars. Daar werd het springnummer dat de vele kleurige affiches in de stad sierde, niet meer uitgevoerd. "Voornaamste paard is ziek", zei perschef Bauer. De verlichting in de tent deugde niet meer en... de nummers werden afgejakkerd. De afbraak geschiedde bijna boven en onder de toeschouwers tegelijk. Tot hun schrik schoot er telkens een zwerm van de totaal 700 arbeiders van onder de banken te voorschijn om weg te ruimen wat niet meer nodig was. De bezoekers zagen het circusinterieur geleidelijk "wegsmelten", terwijl er steeds nog nummers draaiden. Bij het laatste nummer in de tent stond aan het station de eerste trein al gedeeltelijk geladen.

Des morgens half tien was het hele Besterdterrein ontruimd. Er bleef geen paaltje van het circus achter. Zaagsel, stro, paardemest, papier en diepe karresporen herinnerden aan de humbugshow van één dag. Om half elf vertrok de eerste circustrein en om één uur de laatste. Verder op rondreis door Europa. Voor de komst in Tilburg had Barnum en Baily reeds tal van andere Nederlandse plaatsen bezocht. In sommige steden draaide men twee dagen. Amsterdam had een week toegemeten gekregen. Tilburg had het ook beleefd en kon nu weer op adem komen.

Vele jaren leverde het evenement, dat inderdaad zijn weerga niet meer gevonden heeft, stof voor gesprekken, waarin dan de trots te beluisteren viel van hem, die er zelf bij geweest was. Later ging het verhaal, dat het circus bij de terugtocht naar Amerika in een storm vergaan was. Wij hebben dat niet bevestigd gevonden. Het schijnt, dat Amerika nog steeds een Barnum en Baily kent. Die naam is trouwens een waarmerk gebleven tot in onze dagen. Ge kunt hem soms aantreffen op kermistenten.

 

Wilt u weten wat voor figuren die mensen waren wier namen tot een teken van het grote spektakel werden? Het meeste vonden wij omtrent Barnum over wiens leven tal van boeken zijn verschenen. Er zijn eigenlijk twee Barnums bij betrokken. Stamvader was de in 1810 geboren Phineas Taylor Barnum, die zich reeds op 15-jarige leeftijd als halfwees genoodzaakt zag voor zijn moeder plus vijf zusters en broers te zorgen. Hij trouwde op 19-jarige leeftijd met een 21-jarig meisje en kreeg uit dit huwelijk vier dochters. Hij werd drie keer gearresteerd wegens belediging in geschrift, waardoor hij juist grote bekendheid kreeg. Uitgaande van de gedachte, dat een mens wel eens iets anders wil dan de loodzware ernst, wierp hij zich op een bepaald facet van de showwereld: het bizarre en extreme. Zo maakte hij in 1834 in New York City furore met een "ingeschrompelde negerin", die hij met veel bravoure adverteerde als de 161 jaar oude kindermeid van Generaal George Washington.

Daarna verkreeg hij het John Scudder American Museum in New York, een vijf verdiepingen hoog gebouw, opgepropt met opgezette dieren, wassen beelden en allerhande rommel. Van al die dooie dingen maakte hij een dolle boel van levende attracties en dramatische zaken. Handig bespeelde hij de hang van het publiek naar het bizarre en het ongelooflijke. Daartoe speurde hij de hele wereld af naar al wat er in zijn kraam te pas kwam. Dood of levend, echt of je reinste nep - het deed er allemaal niet toe. Hij besefte de waarde van publiciteit en buitte die uit door sterk overdreven reclame en het gebruik van alle superlatieven, die de taal hem bood, of die hij zelf maakte. Tussen 1842 en 1868 brandde dit museum twee keer totaal af.

 

82 miljoen bezoekers

Intussen had mijnheer Barnum toch maar eventjes tweeëntachtig miljoen bezoekers getrokken, waaronder tal van bekende persoonlijkheden o.a. Edward VII, de toenmalige prins van Wales, en Charles Dickens, de schrijver. Tot de succesnummers behoorde een levende zeemeermin, die later uiteraard bedrog bleek te zijn. De reus Charles Stratton, die hij als generaal Tom Thumb bracht, bleek goed voor twee miljoen entreekaartjes. Na de verwoesting van zijn onderneming trad Barnum als impresario op. In die functie zette hij zijn hebben en houden op het spel door een in Amerika totaal onbekende Zweedse zangeres miss Jenny Lind, "de Zweedse nachtegaal", in zijn land te introduceren. De gok werd een enorm succes.

Op het toppunt van zijn glorie bewoonde hij een groot, Oosters huis van drie verdiepingen, waar bij beroemde figuren als gast ontving. Tot zijn persoonlijke ambities behoorden politiek en schrijven. Zo werd hij burgemeester van Bridgeport. Toen hij in 1855 zijn memoires publiceerde en daarin zonder terughoudendheid etaleerde hoe hij de goegemeente vaak beduveld had, kreeg hij het van de kritiek zwaar te verduren. Zijn boek beleefde echter verschillende telkens bijgewerkte drukken en de verkoop liep op tot één miljoen exemplaren. Dat de cynische uitspraak "There's a sucker born every minute" (Er wordt iedere minuut een stommeling geboren) van hem zou stammen is niet bewezen.

 

Humbug

Dat hij de zaken overdreef en de mensen belaaitafelde, wist hij en hij wilde het weten. Hij noemde zichzelf "De Prins van de humbug". Voor zijn doen nogal bescheiden, want het had eigenlijk toch "koning" moeten zijn. Humbug heeft verschillende betekenissen maar geen enkele positieve. Enige er van zijn: zwendel, kouwe drukte, nonsens, opschepperij en bedrog. De wereld wil toch immers bedrogen zijn! Barnum was een handige jongen, enigszins in de geest van de onrechtvaardige rentmeester van het evangelie, die niet geprezen werd om zijn oneerlijkheid maar wel om zijn psychologisch inzicht.

 

Minder geluk dan in zaken had Barnum in zijn huwelijk. Hij kreeg wel een paar dochters maar het gemis aan een stamhouder zat hem niet lekker. Na een 44-jarig huwelijk stierf hij in 1873. Een aanzienlijk deel van zijn nalatenschap liet hij aan zijn schoonzoon na, onder voorwaarde, dat deze de naam Barnum aan de zijne zou toevoegen. Die schoonzoon trouwde een jaar later (toen 64 jaar) met een 24-jarig meisje, dochter van een Britse Barnum-bewonderaar. Dat jonge dingetje was zijn tweede vrouw. Deze Barnum nummer II stamde zelf helemaal niet uit de show- of circuswereld. Pas op zijn 60ste jaar was hij daarin verzeild geraakt. Barnum II, de laatgeroepene in de circuswereld, was daar eigenlijk zijn carrière begonnen met de aankoop van een olifant van 6,5 ton gewicht. In de kortste keren leverde dat "beestje" het geïnvesteerde geld terug.

Met zijn partner James A. Baily bezorgde hij Amerika een verrassing door te besluiten, dat wat als "The greatest show on earth" (De grootste show ter aarde") bekend stond, ook naar Europa en Tilburg zou gaan. Barnum II stierf, na een korte ziekte, op 81-jarige leeftijd in zijn huis te Connecticut op 7 april 1891. Vlak voor zijn dood had hij nog de recettes van zijn laatste circusvoorstelling gecontroleerd. Tekenend voor ook deze figuur is, dat hij zijn eigen "In Memoriam" nog te lezen kreeg. Op zijn uitdrukkelijk verzoek was dit even voor zijn dood gepubliceerd in een New Yorkse krant. De man wilde wel eens zien wat men over hem als dooie vertellen zou... Uit bovenstaand blijkt, dat noch Barnum I noch Barnum II de "schoonste stad van 't laand" ooit mocht aanschouwen.

Bij het overlijden van Barnum I schreef destijds de Times: "Zijn naam is als een spreekwoord en zal een spreekwoord blijven". Nu, 93 jaar na zijn dood is de klank van de naam "Barnum en Baily" nog steeds niet verklonken...

 

PIERRE VAN BEEK