CUBRA

INHOUD PIERRE VAN BEEK
HOME 

Pierre van Beek - Heemkunde-artikelen

  Redactie: Ben van de Pol - Foto: Archief Pierre van Beek

 

Goirle's Regte Heide, de gekwelde heide

Het Nieuwsblad van het Zuiden - zaterdag 10 april 1976

 

Goirle - Regte Heide

 

Als we de Regte Heide onder Goirle in historisch perspectief bekijken en haar een kwalificatie zouden moeten toekennen, dan zouden we graag spreken van "de gekwelde, de gemartelde heide". Met die oerheide van weleer is - vooral in onze eeuw - van alles gebeurd maar vaak niet veel goeds. Begrippen als natuurmonument en natuurbescherming leefden alleen nog maar in de geesten van enkelingen, die dan nog als buitenbeentjes beschouwd werden. Hei was hei, woeste grond en daar doe je mee wat je wilt. Toe maar: Vooruit met de geit! Maar de Regte Heide beschikte over natuurlijke verdedigingsmiddelen. Daaraan is het ongetwijfeld voor een groot deel te danken geweest, dat zij haar leven heeft kunnen rekken tot de betere tijden van vandaag. En dan: die heide kan prat gaan op het bezit van een uniek prehistorisch monument als getuigenis, dat zij reeds in de bronstijd (ca. 1500 v. Chr.) bewoning gekend heeft. We denken hierbij aan de opgraving en restauratie van de zg. Vijfberg. Het woord "prat" dient ge evenwel tussen aanhalingstekens te lezen want al jaren verkeren deze eens met zorg onderzochte "bouwstenen voor de Brabantse oergeschiedenis" in een desolate toestand, prijsgegeven aan vernielzucht. Al zeer lang geleden werd tot nieuwe restauratie besloten. Dit jaar zal dat werk, waarvoor de gemeente Tilburg als eigenaresse van de hei aansprakelijk is, eindelijk worden uitgevoerd. Als nabloeiertje van het voorbije Monumentenjaar?

 

De naam

De Regte Heide met een oppervlakte van 250 ha kwam in 1910 in het bezit van de gemeente Tilburg door aankoop van Goirle als oefenplaats voor het kersverse Tilburgse garnizoen. Bleven die oefeningen met het lichte materiaal uit die dagen vrij beperkt, met de mobilisatiejaren (1914-1918), waarin Goirle als grensdorp plotseling met duizenden militairen van allerlei wapens overspoeld werd, kreeg de hei een extra functie. Op die heide verrezen oefenloopgraven, er werd gepionierd, er was enige tijd een zg. handgranatenschool. In veel latere tijd werd er gereden en gerost met zwaar materiaal. Er ontstonden grote, kale plekken, er werd geëgaliseerd en de dag van vandaag vindt er militair parachutespringen plaats. En dan niet te vergeten de ontginningen, die aan de noordelijke kant geleidelijk aan heel wat van de heide hebben weggevreten. De Gas-Unie heeft er ook nog eens een keer dwars door heen gegraven en ter plekke ontdekten we vorig jaar, tussen de woestenij van hei, zowaar een bietenveld!... Aan ontginningen is ook een aantal vennen ten offer gevallen. Derhalve: Regte Heide, gekwelde heide!

In het verleden werd algemeen aangenomen, dat de hei haar naam ontleent aan de rechtspraak, die hier in de Graventijd zou gehouden zijn. We hebben evenwel ook een verklaring gehoord, die het een stuk dichter bij huis zoekt. Een groot deel der heide valt op door zijn vlakke ligging. Nu spreekt de boer van vandaag nog van een "rechte akker", waarmee hij een vlak liggende akker bedoelt. Waarom dus geen vlakke of rechte hei? Een kaart van de topografische dienst van plm. 1900 schrijft "Rechte Heide", de kaart van Verhees van 1794 doet het met "Regt Heyden". Zijnen vermeldt in 1760 "Regte Heide". We zullen het de geleerden maar laten uitzoeken!

Rond 1760 was de Regte Hei wel vier maal zo groot als thans. Zij strekte zich uit vanaf de huidige Rielse Dijk tot ongeveer de Ooievaarsnest op Nieuwkerk. Op het zuidelijke deel heeft Goirle in de jaren dertig bossen geplant. Ontginningen vonden o.a. plaats in het noordelijke deel. Deze eeuw kende daar nog het Klotven en het Groot en Klein Kraaiven. Namen, die enkel voortleven in straatnamen in Plan-West van Goirle in gezelschap van de Ezelvensestraat. Dit laatste ven bestaat nog steeds, zij het dan ook aangetast in zijn natuurlijke staat doordat militairen er eens een badgelegenheid in hebben uitgegraven. Aan de Rielse kant wordt de hei begrensd door de Aesvoirtsedijk. Dat is in zover interessant omdat de Aesvoirt (doorwaadbare plaats in de beek de Aa, oude Ley, alias de Donge) en die dijk verschillende keren in oude documenten voorkomt. De vroegste vermelding is 1295.

 

Meditatie

Hoe gemarteld ook, de Regte Hei blijft de bezoeker toch steeds weer opnieuw imponeren op die stille doordeweekse dagen, die nog altijd de meerderheid in trits van het jaar uitmaken. Dan rijden er geen auto's met dagjesmensen over de te vele en te brede paden. De natuurgenieter met de fijne neus zal echter terzijde van die wegen wel de ongerepte gebieden vinden om daar zijn geluidloos gesprek met de stilte te voeren. Onder een starre blauwe hemel als de zomerhitte te trillen hangt boven de bruine hei en de grijze vlekken van uitgedroogde plassen. Als de bolle, mooi-weer-wolken als schepen naar de einders en de havens van stilgekoesterde verlangens varen. Maar ook wanneer er donkere wolkenmassa's als gebalde vuisten dreigend overhenen jagen. Daar worden de uren, welke tot meditatie dwingen, geboren.

Rond 1600 liepen er op de Regte Heide nog zo'n achttienduizend schapen, nu geen enkel. Er is geen herder meer, die er - volgens het verstomde schoollied van weleer - met zijn witgewolde kudde eenzaam ronddwaalde. Maar groot is de heide nog altijd. Wij zien de heide graag als een oergebied. Toch is die hei niet steeds hei geweest. Vóór haar was daar het bos, naast dennen vooral loofbos, waarin de mens zijn vee hoedde en o.a. met ontginning roofbouw op het bos pleegde. Het bosbestand ging geleidelijk ten gronde. Elke opschietende, jonge boom werd reeds als jonge plant afgevreten. De heide kreeg de overhand: struikhei op de hogere, dophei op de lagere en vochtige plaatsen. Ge kunt dat op de Regte Hei nog altijd zien.

De voor de landbouw benodigde mest werd op de hei gewonnen, dankzij de schapenkudden, die heel wat produceerden. In de grote kooien werd de mest opgevangen en bewaard in heideplaggen. Er was in die dagen veel vertier op de heide. Niet alleen door het schapenhoeden maar ook door het winnen van plaggen, het drogen en het naar huis rijden ervan. Voor iedere hectare akker moest men over vier hectare plagbare hei beschikken. Hei vormde de basis van de landbouw - ja, van de totale economie van de heidestreken. Naast mest werden er op de hei nog allerhande andere zaken gewonnen t.w. honing, was, berkenrijs voor bezems en borstels. Het schapen-landbouwbedrijf op de hei werd pas plotseling antiek door de komst van het kunstmest. Grote heiden konden worden ontgonnen, vooral tussen beide wereldoorlogen en nadien. Er ontstond vraag naar mijnhout en zo kregen tal van heiden opnieuw bosbouw. Thans vooral naaldhout.

Op de landkaart treft men nog tal van heidenamen aan. Gaat ge daar echter eens kijken dan zult ge er geen hei meer maar naaldhout aantreffen in veel gevallen. Als ge in de meer verlaten gedeelten van de Regte Hei ronddoolt, zult ge daar tal van oude maar duidelijk waarneembare karresporen vinden op nu onmogelijk lijkende plaatsen. Het zijn de laatste overblijfselen van een tijd, dat de boer met de kar zijn plaggen - en hier en daar ook wat turf - uit ook deze hei haalde. Over heiden liepen eertijds de grote verbindingswegen van dorp tot dorp, van stad naar stad en van land naar land. Simpele zandwegen van urengaans achtereen en zo mogelijk rechtlijnig van kerktoren naar kerktoren getrokken.

 

"Oude baan"

Ook over de Regte Heide ging eens zo'n verbinding. De volksmond noemde haar "de Oude Baan" maar in oude stukken komt ze voor als "die Heerstraete". Het betreft hier de oudste weg, die Goirle kent. Hij liep op Goirles gebied vanaf "Conincksvoirt" (bij De Boskens), langs de Mortel, 't Ven, over het Hoogeind naar de Aesvoirt en vandaar via Alphen naar Hoogstraten en Antwerpen. Even vóór de Aesvoirt had die baan een aftakking, welke op Nieuwkerk (bij de Ludensvoirt in de buurt van de voormalige Dolmen, stenen Tafel of Romeinsche Bank) de Nieuwkerkse Ley kruiste en via de Elzenbos (bij Poppelseweg) en Overheide (thans deels boomgaard) naar Gorp liep. Zij boog, ter hoogte van "Het Paradijs", nog vóór de Paradijsbrug over de Rovertse Ley, af en mondde op Rovert in De Maastrichtse baan uit. Ook weer zo'n grote verbinding. De naam Heerstraete komt reeds in 1421 in stukken voor.

Wanneer een hei aan haar lot wordt overgelaten, althans niet het onderhoud krijgt dat zij nodig heeft, dan verdwijnt ze onherroepelijk zonder dat de mens er de hand aan slaat. Ze wordt geleidelijk aan bos, dennebos en loofbos. Voor wat dit laatste betreft in hoofdzaak berk. En in een bos groeit geen hei meer. Dit verschijnsel van natuurlijke bebossing had zich, in de loop van de jaren, in sterke mate op de hei te Goirle voorgedaan. In het noordelijke deel door steeds massaler en verder oprukkende vliegdennen en in het zuiden door berk. Dit is het gebied, dat wel als "Steenovens" wordt aangeduid omdat in 1820 graaf Jacques van Hogendorp hier in veldovens stenen heeft laten bakken. We hebben wel ooit de sporen van de leemgaten gevonden. Vlak hierbij viel eertijds ook nog iets te zien van een plaats, die eens met een wal omgeven was. Ze wordt "De Schans" genoemd naar een primitieve versterking van Staatse troepen, die in 1590 op de Regte Hei lagen. Sinds vorig jaar is het grootste deel van de bebossing verwijderd zodat de hei weer nieuwe kans krijgt.

 

Grafheuvels

Het eerste wordt de bezoeker van de hei geconfronteerd met de Keltische grafheuvels van de zg. Vijfberg, daar er van verschillende kanten paden naar toe leiden. Drie heuvels aan de ene en twee aan de andere zijde van het pad. Het betreft hier palissadeheuvels en een opmerkelijke ringwalheuvel. Deze laatste grenst aan het pad. Verder zuidwaarts op de hei werd een zesde grafheuvel onderzocht. Tal van getuigenissen van prehistorische bewoning kwamen aan het licht in 1935. Twee jaar later heeft dr. A.E. van Giffen hierover een wetenschappelijke met tekeningen en foto's verluchte publicatie het licht doen zien. Maar de Regte Hei heeft haar eigen geschiedenis zelf geschreven. Ge kunt die in de geest beleven als ge voor zoiets over het juiste instrument of instinct beschikt. Haast en gejaagdheid behoren niet daartoe want de ziel vraagt tot luisteren gezet te worden...

 

PIERRE VAN BEEK