Wie
kent "De Graaf van Loon"?
Het
Nieuwsblad van het Zuiden -zaterdag 3 augustus 1974
De 'Graaf van Loon' - archief Pierre van
Beek
De Graaf
van Luxemburg, die zijn hele geld had van
tjoeke-tjoeke-tjoek... slaat bij menigeen misschien nog
wel jeugdherinneringen wakker, maar wie kent er "De
Graaf van Loon"? Wij ontdekten hem op een landkaart van
de Topografische dienst toen we in de geest rondzwierven
in het Nederlands-Belgische grensgebied ten zuiden van
Borkel en Schaft. Het gaat hier om een grenssteen, die
zich bevindt tussen de gietijzeren grenspalen 182 en
183. Grensstenen kennen we bij de vleet maar onder deze
weten wij er geen enkele, die de eer geniet met een naam
- laat staan zo'n deftige! - te worden aangeduid. Zoiets
werkt fascinerend en daarom duurde het niet lang meer of
wij stonden met deze "Graaf van Loon" oog in oog. Het
betekende een kennismaking, die ons tegelijkertijd
confronteerde met een in onze contreien volledig
onbekend natuurgebied, dat bij uitstek tot het rijk van
de stilte mag gerekend worden. Zo vingen we twee vliegen
in één klap, genoeg om er iets meer over te vertellen.
Maar hoe komt die grenssteen nu aan zijn uitzonderlijke
naam? Dat is de vraag, die niet onbeantwoord mag
blijven.
"De
Graaf van Loon" houdt de herinnering levendig aan de
meest noordelijke punt van het voormalige graafschap van
die naam oftewel "Tlandt van Loen", dat o.a. het
Belgische Limburg besloeg. We raken met dat graafschap
diep in de Middeleeuwen verzeild. Rond de elfde eeuw
regeerden de graven van Loon over een gebied ten zuiden
van de Demer gelegen met het kasteel Loon als kern en
het ten westen van de Maas liggende landschap Hocht. De
graven van Loon legden in de elfde en twaalfde eeuw
nogal wat expansiedrang aan de dag. Deze was er op
gericht aangrenzende gebieden op verschillende haalbare
manieren in bezit te krijgen. Één zo'n manier was een
berekenende huwelijkspolitiek. Tevens slaagden zij er in
voogdijrechten te verkrijgen op verschillende enclaves,
die in bezit waren van kerkelijke instellingen, abdijen
en kapittels. Macht en aanzien van de graven van Loon
bereikten hun hoogtepunt rond 1200 maar in de veertiende
en vijftiende eeuw speelden de graven nog steeds een
rol. De abdij van Averbode kwam in 1134-1135 met de
steun van de graven tot stand. Na 1232 was Hasselt de
voornaamste stad uit hun gebied.
In het
dorpje Brustem bij Leuven kunt ge thans, op een
kunstmatige, beboste heuvel, nog de ruïne zien van een
achtkantige toren van de burcht, welke de graaf van Loon
in 1170 liet oprichten. Tussen haakjes - dat Brustem
bezit ook 'n merkwaardige, folkloristische bedevaart met
wonderputjes en de drie maagden van Brustem, de H.H.
Bertila, Eutropia en Genoveva als middelpunt. Het hele
jaar en bijzonder in mei is het daar druk.
Ingemetseld
Het
gebied van het graafschap Loon boorde zich eertijds met
een uitstekende punt in het huidige, Nederlandse
territoir. Vlak bij het gehucht de Achterste Brug, waar
de rivier de Dommel thans de Nederlandse grens
overschrijdt. In het Dommeldal ligt hier een beemd Het
Kuiperke genaamd en daarin "huist" de stenen "Graaf van
Loon", iets ten zuidoosten van de kern van het gehucht.
Hij laat zich niet gemakkelijk ontdekken, want hij zit
verscholen tussen hoog opgaand loofhout en weelderig
tierend onkruid aan de rand van een vrij brede maar
ondiepe uitgedroogde sloot langs akkerland. Bovendien
leidt de weg erheen over particulier terrein, waar
echter geen "Verboden Toegang" staat. Een speurtocht
naar "De Graaf van Loon" betekent een klein avontuur.
Ge wordt
geconfronteerd met een grote wat vierkante zwerfkei
zoals we die in onze Kempische gebieden ook aantreffen.
Hij staat loodrecht ingemetseld in een cementen
voetstuk, waar hij - naar schatting - een 80 cm bovenuit
steekt. Zijn werkelijke lengte moet ongetwijfeld méér
dan een meter zijn. Niet altijd heeft onze "Graaf" zo
gekluisterd gezeten. Hij wijt dit aan een studentengrap,
waarbij hij jaren geleden werd "ontvoerd". Herhaling
daarvan zal zich nu niet meer zo gemakkelijk voordoen.
Volgens een oude foto, die wij in handen kregen, lag de
steen oorspronkelijk in schuine positie.
Zo'n
schoorsteen
Een méér
afgelegen gehucht als de Achterste Brug zult ge niet
gemakkelijk ontdekken al vertoont ook dit zelfs
duidelijk de tekenen van onze tijd. Oorspronkelijk
bestond het uit zeven boerderijen, alle op de zon
gebouwd. Enige van deze zijn reeds, of worden momenteel,
gerestaureerd en verbouwd tot tweede woningen, waardoor
aan karakter wordt ingeboet. Dit is o.a. het geval met
een van de oudste boerderijen, die ge er onmiddellijk
tussenuit pikt door haar bizarre, achtkantige
schoorsteen, welke bij de restauratie gehandhaafd bleef.
De laatste, oorspronkelijk Achterste Bruggenaar was
zekere Aerts, die naar Borkel verhuisde.
Met
krantepapier dichtgeplakte werelden bestaan niet meer
maar bij de Achterste Brug krijgt ge toch wel het
gevoel, dat dit gehucht eens tot die wereld heeft
behoord. Dat heeft dan echter toch wel alleen betrekking
op de eerste helft van onze eeuw en laatste helft van de
negentiende.
Oude
posthut
In de
18de en eerste helft van de 19de liep de postroute
Breda-Maastricht over Schaft naar Achel, dwars door het
Dommeldal en vlak langs "De Graaf van Loon". Daartoe was
een dijk aangelegd door de reeds genoemde beemd Het
Kuiperke. Noordwaarts ging deze weg naar Valkenswaard en
over het westelijk deel van Aalst, langs het slot van
Aalst over Gennep naar Eindhoven. Langs zo'n weg
plachten posthutten te staan. De meeste hiervan zijn
verdwenen omdat er mede door hun eenzame ligging in
dorre heidestreken geen emplooi voor te vinden was. Tot
de laatst overgebleven posthutten behoort de "boerderij"
met de achthoekige schoorsteen aan de Achterste Brug. In
de veertiger jaren van onze eeuw vertoonde de boerderij
nog vele kenmerken van haar voormalige functie. Het
behoeft wel geen betoog, dat in zo'n posthut herberg
gehouden werd. Dat gold ook voor deze. De grootvader van
een eigenaar van deze boerderij behoorde nog tot het
gilde van de "haarteuten". Dat waren rondreizende
handelaars in mensenhaar, die waarachtig niet bij de
pappot bleven. Ons "boertje" reisde zelfs tot Frankfurt
aan de Main!...
Dit
volkje der teuten genoot in de 18de en 19de eeuw grote
bekendheid. Zij kwamen vooral uit de Nederlandse en
Belgische Kempen. Bekend zijn onze Kempische teuten, die
in koperwerk handelden en hun waar tot in Denemarken
brachten. Ze bleven soms drie tot vijf jaar weg van huis
en haard. Windeieren legde die handel niet, wat men nog
kan afleiden uit de "teutenhuizen", welke men in sommige
dorpen der Kempen en in het museum van Bokrijk (België)
aantreft.
Oerbodem
De
Achterste Brug wordt wel beschouwd als de oudste
nederzetting van Borkel. Archeologische vondsten en
namen van landerijen zouden daar op wijzen. Men moet
zich de omgeving dan voorstellen als "gemeyntgronden"
van heide en bossen en tal van verspreide vennen! Zo
zegt Van der Aa, dat er bv. te Borkel niet één huis
stond vanwaar men niet met een bal op de hei kon gooien.
Wat moet het dan wel niet aan de Achterste Brug geweest
zijn.
Een deel
van die gronden is in cultuur gebracht, maar daar bij de
Achterste Brug ligt er ook nog een stuk bij zoals het
uit Gods hand gevallen is. Ge vindt die woeste gronden
rechts en links, zuidelijk van het gehucht, langs een
naar Neerpelt leidende brede en in de hoge zomer
stoffige zandweg, die een inzinking in het gebied vormt.
Een deel van het woeste terrein is Nederlands, het
andere Belgisch territoir. De landsgrens steekt de
zandweg over bij de met vele kogelgaten doorboorde
grenspaal nr. 184. Het is ook hier, dat een voor
voetgangers vrij toegankelijk pad naar boven voert naar
het mooiste deel van het gebied. Al spoedig kijkt ge
vanaf een heuveltop op de sombere waterspiegel van het
tussen rossen ingebedde Kraaiven. Meer zuidelijk daarvan
stroomt de Dommel. Teruggekeerd op de zandweg en deze
zuidwaarts vervolgend, kort voordat de weg de stenen
Dommelbrug oversteekt, ligt een Nederlands-Belgisch
heidegebied, dat zich kenmerkt door een woeste
ongereptheid en dat langs de weg nog sporen van brand
vertoont.
Reservaat
Ge zijt
hier bij het als zodanig duidelijk aangegeven beschermde
natuurgebied van de gemeente Neerpelt, dat in de ter
plaatse aangebrachte verordening der gemeente "Grote
Heide ten N.W. van de Dommel" genoemd wordt. Het terrein
is op bepaalde wegen afgesloten van 14 februari tot 30
juni en derhalve opengesteld van 1 juli tot 14 februari.
Rechtsaf leidt in zuidwestelijke richting een ruw
heidepad naar grenspaal nr. 185, waar de grens een
ietwat stompe hoek naar het noordwesten maakt.
Opgesloten tussen dit pad en de Nederlandse grens
mediteert het langgerekte Hageven, vergezeld van een
paar kleinere satelliet-vennetjes. Westelijk hiervan
strekt zich een wild, geaccidenteerd met wat laag
loofhout en dennen beplant Nederlands gebied uit, dat de
Franse naam van de Plateaux draagt.
Het hele
complex van de Achterste Brug, dat we hier bespreken,
wordt ten westen afgesloten door de grote weg
Valkenswaard-Hasselt en aan de oostkant door de Dommel.
Met het dun bevolkte achterland vormt deze situatie
wellicht een verklaring voor de ongereptheid van deze
uithoek aan de grens.
Voor
eenlingen
Een
toeristische aangelegenheid betreft het hier niet. Het
gaat om een van die steeds schaarser wordende, onbekende
paradijzen voor de individuele natuurzwerver, die zijn
vreugden beleeft aan het beluisteren van de taal van de
stilte, het gaan over ongerepte, oervaderlijke bodem,
het geritsel van het heidekruid aan zijn voeten en aan
een immense hemel met een stralende zon boven zijn
hoofd. Zó vonden wij die Plateaux en dit deel van
Neerpelts Grote Heide. Beschutting tegen die zon is er
nauwelijks te vinden maar dat accentueert juist de
eenzaamheid. De heel ver weg in het zuidwesten tegen de
lucht afgetekende schoorstenen van de Lommelse
zinkfabriek doen daaraan weinig afbreuk. En dit geldt
gelukkig ook nog voor die schaarse auto van een inwoner
van Neerpelt, die weet dat voor hem de kortste weg van
zijn woonplaats naar Borkel en Schaft over de Achterste
Brug gaat. Hoe lang zal hij nog eenling blijven? Zelfs
deze vergeten lijkende hoek zou bedreigd worden door
plannen voor de aanleg van een autoweg A24, die een
nieuwe verbinding Eindhoven-Hoey moet vormen. Deze weg
zou door dit natuurgebied geprojecteerd zijn. Inmiddels
heeft een Belgische actiegroep uit Neerpelt hiertegen
protest laten horen zonder daarbij tot heden de
verhoopte weerklank te vinden. Afgezien van de schending
van de natuur en de hoge kosten acht zij de weg ook
overbodig daar hij parallel komt te lopen met de niet
ver verwijderde, reeds bestaande weg Eindhoven-Hasselt.
Route
Het zal
wel duidelijk zijn, dat de massarecreant aan de
Achterste Brug en bij "De Graaf van Loon" niets te
zoeken heeft. Hij kan er alleen teleurstelling opdoen.
Mocht er echter een of andere enkeling nieuwsgierig
zijn, iets voelen van de tinteling van het avontuur in
het onbekende... dan hier een vingeraanwijzing:
Ge rijdt
van Tilburg het best over Reusel, Bladel, Eersel naar
Bergeyk. Daar staat ge voor de keus tussen twee
mogelijkheden. De meest logische lijkt op het eerste
gezicht vandaar direct over de Borkelse Dijk, langs het
natuurgebied "Het Schut" (met picknickbank) naar Borkel
te rijden en dan via het gehucht Voorste Brug naar de
Achterste Brug. Weet dan dat ge bij deze keus zijt
overgeleverd aan de marteling van een slingerende keiweg
van de meest abominabele "kinderkopjes", die bovendien
nog zeer ongelijk liggen. Met twee wielen over een berm
rijden is er ook niet bij. De Achterste Brug ligt een
half uur gaans van Borkel, maar over die keiweg lijkt
het een stuk verder...
Betere keus
Wij
geven de voorkeur aan de asfaltweg van Bergeyk, dwars
door "De Maaij", die uitmondt op de grote weg
Valkenswaard-Hasselt. Onderweg komt ge door voor
recreanten opengestelde bossen met picknickgelegenheid
en als bijzondere attractie daarin de in drie delen
gesplitste vennen van de Pastoorsweijer. Ten zuidwesten
van de Maaijweg, die tegenwoordig de modernere naam van
Burgemeester Aartslaan blijkt te dragen, liggen ook
uitgebreide bossen met daarin de viskwekerij van de
Liskes. Alles bijeen een mooi aaneengesloten
natuurgebied, dat aansluiting heeft aan het hierboven
reeds vermelde "Het Schut". Aangekomen op de weg naar
Hasselt ca. anderhalve kilometer noordoostwaarts
richting Valkenswaard rijden. Bij kilometerpaal nr. 50,
aan de rechterkant van de weg, leidt een brede, goed
berijdbare zandweg nagenoeg lijnrecht naar de Achterste
Brug. Ge kunt het gehucht niet meer missen.
Succes
met uw avontuur!
Eersel - Achterste brug - archief Pierre van Beek
PIERRE
VAN BEEK