Hoe
"Luther" terecht kwam in een stil grensdorpje
Het
Nieuwsblad van het Zuiden - vrijdag 30 augustus 1968
Panneven - archief Pierre van Beek
Al
enige keren hebben we op deze plaats aandacht geschonken aan
het landgoed "De Utrecht" bij Esbeek. Merkwaardig
genoeg hebben we daarbij eigenlijk nauwelijks stilgestaan bij
wat we de hartslagader zouden willen noemen. Ongetwijfeld is
het de Prins Hendriklaan, die op deze naam aanspraak maakt.
Ongeveer in het midden van de bossen kruist zij de betonweg
van Hilvarenbeek naar Reusel. Links leidt ze naar het gebied
van "De Flaas", waar wij u reeds eerder heenvoerden,
rechts gaat ze als prachtige asfaltweg van verscheidene
kilometers lengte naar de Belgische grens, maar vormt, voor
wie haar tijdig verlaat, een attractief gedeelte voor een
rondrit, die in een wijde boog om Hooge Mierde heentrekt, daar
- bij wijze van spreken - de bewoonde wereld verlaat om ten
slotte uit te komen vlak bij het grenskantoor aan de grote weg
Reusel - Arendonk. Via Reusel kan men dan gemakkelijk over de
Kempenbaan weer naar Tilburg terug. Kenmerkend voor deze route
is weer de rijkdom aan natuurschoon, waarvoor "De
Utrecht" onuitputtelijk blijkt, het karakterverschil met
het gebied van "Flaas" en "Goor", de
plotselinge wijziging van het landschap als men de laatste,
aan "De Utrecht" grenzende bossen van de gemeente
Hooge en Lage Mierde achter de rug heeft en ten slotte de
grote stilte en eenzaamheid, welke vooral tot gelding komen op
het traject van Hooge Mierde naar Reusel-grens.
De
Prins Hendriklaan met haar zijdreven heeft de laatste jaren
haar vaste clientèle van de fijnproevers gekregen, maar dit
geldt in geen enkel opzicht voor 't gedeelte via Hooge Mierde
naar de grens. Daar komt eigenlijk geen kip. Omdat ge er
echter midden in het ruilverkavelingsgebied zit, zijn er
overal prima asfaltwegen en aan de hele rondrit komt geen
stukje zandweg te pas. Één waarschuwing echter: een auto is
een verraderlijk ding, die hier altijd te hard gaat. De
automobilist moet de moed hebben uit te stappen en niet te
gauw denken, dat hij het wel bekeken heeft want dan ziet hij
niets. Hij moet ook de bereidheid bezitten het hart open te
zetten om te ontvangen. Op een trieste regendag lukt dat niet
altijd. Gok daarom op zon voor deze nieuwe "route van de
stilte". Laat die verstek gaan, kies dan een dag dat ze
er wel is. Het scheelt méér dan de helft aan genot.
Komende
van Tilburg bij "De Utrecht" is de Prins Hendriklaan
de tweede laan rechts. Daar waar onder een rood pannedak een
dienstwoning staat aan de voorgevel waarvan weelderige klimop
langs frisgeschilderde rood-witte zandlopervenstertjes naar
boven kruipt maar beleefd genoeg is ruimte te laten voor het
grote tegeltableau, dat in duidelijke letters vermeldt:
"De ontginning van het landgoed 'De Utrecht' is
aangevangen 25 mei 1899". Hier hebt ge meteen het
aanknopingspunt met de tijd toen hier de aarde nog "woest
en ledig" was en de dorre grond er zes gulden per
tienduizend vierkante meter kostte... Wat er sindsdien gebeurd
is, kunt ge met eigen ogen zien. Weliswaar staat er een
"Verboden Toegang" bij de ingang van de laan, maar
dit heeft een ruime interpretatie. Men mag gebruik maken van
"zichtbaar bereden en begane paden" en dit uiteraard
met de conditie, dat men zich behoorlijk gedraagt. De bezoeker
heeft het derhalve allemaal zelf in de hand.
Velerlei
soort bos
Een
groot deel van de Prins Hendriklaan bestaat uit rechte stukken
asfaltweg, die hier een paar maal een flauwe bocht vormen en
de eentonigheid breken. Rechts en links van de weg bevindt ge
u tussen een rijke afwisseling van allerlei soort bos, die
echter pas tot gelding komt als ge wandelen gaat. Maar dan
spreekt "De Utrecht" ook haar eigen taal.
Na
de statige inrit van hoge eiken is er de schemering van een
gedund sparrebos, waarin de zon tintelt als lovertjes op de
japon van een filmdiva. Dicht op elkaar staande dennen, een
pas gerooid complex, dat op nieuwe beplanting wacht,
kaarsrechte dennen en sparren als rijzige scheepsmasten worden
opgevolgd door jonge aanplant of een complex lichtgroene
lariks om weer plaats te maken voor beuk met eik of
wijduitstaande dennen, doodgewone maar ook fraaie
douglasdennen. En altijd is er wel ergens langs de weg een rij
hoogopgeschoten berken, de charmantste en vriendelijkste aller
bomen met een tikje ijdelheid van een jonge bruid omdat ze
fraaier gekleed gaan en frêler lijken dan alles wat er aan
bos met hen mee marcheert.
Links
en rechts hebt ge al een nieuwsgierige blik geworpen in de
velerlei dreven, die op de hoofdweg uitmonden. Nu eens een
brede zandweg, waar het naar hars ruikt vanwege de op maat
gezaagde en van hun schors ontdane bomen, dan weer een met
gras begroeide dreef. Alle wegen, die naar ergens of naar
nergens leiden, die nieuwsgierigheid gaande maken, waarvan ge
alle geheimen zoudt willen kennen en welke stuk voor stuk
geschikt zijn om de auto maar helemaal aan de kant te zetten
en u "en famille" terug te trekken als een dame in
haar boudoir. Het is er op "De Utrecht" ruim genoeg
en er bestaat geen gevaar alle plaatsen bezet te vinden.
Eenzaam
graf
Het
zal u wel niet overkomen, maar ge zoudt er vreemd van opkijken
op zo'n heerlijke zonnedag, als de merels, de vinken en de
mezen hun hoogste lied uitzingen en de wereld te juichen
staat, hier in deze bossen op een mysterieus verscholen graf
te stuiten. Ergens, verwijderd van de hoofdwegen, in de
schemering van hoge bomen - en totdat gij er vlak voor staat
achter beplanting verscholen - staat daar, als een soldaat op
wacht, op een laag voetstuk een bijna twee meter hoge,
granieten zuil in de vorm van een obelisk. Van de eerste
verrassing bekomen leest ge op het glad gepolijste deel niets
anders dan: "Hanna Theresia Sissingh, Geb. 25 Juni 1907,
Overl. 22 maart 1910". Gehuld in raadselen blijft ge in
gedachten staan, waarbij de ene vraag de andere verdringt. Een
kind van nog geen drie jaar begraven midden in een afgelegen
deel van een bos... Meer dan een halve eeuw geleden. Welk
drama gaat hier achter schuil? Was er een moord in het spel?
Maar hier vindt ge geen antwoord op die kwellende vragen, want
ge zijt alleen en de sparren en beuken, die de geschiedenis
moeten kennen, spreken niet.
Stille
deelneming
Op
het voetstuk liggen, zeker bij gebrek aan bloemen, enige reeds
verdorde takjes van de rododendron, ongetwijfeld in een
opwelling van ontroering en in strijd met de voorschriften
afgeplukt in de nabijheid, als een stille betuiging van
medeleven in leed, dat hier in het begin van onze eeuw door
mensen geleden is. De zon is zo mild ook een straaltje bij te
dragen. Zij heeft tussen de dichte bomen een gaatje gevonden
en - alsof het opzet is - priemt ze - als een schutter die de
roos raakt - een bundeltje licht op de naam van het kind.
Vanaf de toppen der bomen tot de met bladeren bedekte bosgrond
heeft de zon een harp van goud neergezet. Er behoeft slechts
een blad op te vallen om de snaren een zilveren klank te
ontlokken, zoals ge die in hemelse engelenkoren of bij een
schilderij van Fra Angelico meent te kunnen horen. Maar dat
blad valt er niet. In de plaats daarvan streelt, bij het
minste briesje, een ijl takje van een conifeer de
piramidevormige spits van de obelisk zoals men een kind over
de haren strijkt. Ergens boven ons hoofd is het geluid van
twee tegen elkaar schurende takken. Het schijnt geen ander
doel te hebben dan de stilte tastbaar te maken. Dat duurt maar
zó lang tot een kraaienpaar op een al te luidruchtige wijze
zijn bestaan kenbaar maakt en een bosduif met overdreven
lawaaierig geklapwiek door het gebladerte de ruimte kiest...
De
gedeeltelijke oplossing van het raadsel van het graf hebben we
later gekregen. Hier ligt begraven het dochtertje van de
eerste houtvester van "De "Utrecht". Het kind
is verdronken in de ronde vijver achter de woning met
uitkijktoren aan de Torenlaan, waar wij u vroeger al eens
doorheen gevoerd hebben naar Tulder. Spelend is het kind in
een onbewaakt ogenblik met zijn wagentje over de vijverhelling
het water ingereden. Het voertuigje werd spoedig drijvende
aangetroffen en het daardoor ontstane angstige vermoeden bleek
droeve werkelijkheid... Rest nu nog alleen beantwoording van
de vraag waarom de begrafenis van het slachtoffer in het bos
plaats had. In latere jaren heeft de familie Sissingh "De
Utrecht" verlaten om naar het noorden te verhuizen.
Dit
is dan het geheim van de bossen van "De Utrecht".
Wij meenden het u niet te mogen onthouden. Tegelijkertijd
adviseren wij: Gaat u niet naar het graf zoeken. Het ligt
nogal verscholen en het is zeer twijfelachtig of de weg erheen
wel voldoet aan de in de aanvang van dit artikel vermelde
conditie van "zichtbaar bereden en begane paden".
Hier zou derhalve het "Verboden Toegang" wel eens
kunnen functioneren...
Onze
weg, na dit intermezzo vervolgend, bereiken we spoedig een
vijfsprong nadat we de "Boshoeve" met haar
fotogenieke open schuur onder haar breed, rieten dak achter
ons hebben gelaten. De vijfsprong vormt het hart van dit
gebied. Van hieruit leiden de wegen letterlijk naar alle
windstreken al ontbreekt er een wegwijzer, die er van veel nut
zou zijn.
De
weg, welke de Prins Hendriklaan kruist, is de van Mierde
komende Poppelse Dijk. Als zandweg voert hij in noordelijke
richting naar Poppel maar auto's mogen hier de grens niet
passeren. Het verlengde van de Prins Hendriklaan, waarvan het
asfalt zich nog een paar kilometers, als een slang, in vele
bochten voortkronkelt, kan u uiteindelijk naar Arendonk of
Weelde leiden. Ook hier is grensoverschrijding voor auto's
taboe. Er werd zelfs dit jaar een slagboom over het pad gezet
en ook midden op een tweede pad werd een belemmering voor het
gebied van de hier achter liggende Kruisberg met kapelletje
aangebracht. Een tweede zandweg bij de vijfsprong, de
Slingerdijk, doet zijn naam eer aan. In een eindeloos
gekronkel gaat hij midden door de bossen naar de betonweg
Esbeek - Reusel. Dan rest als vijfde het pas enige jaren
geleden verharde deel van de Poppelse Dijk in zuidelijk
richting naar de beide Mierdes.
De vijfsprong - archief Pierre van Beek
Sterke
verhalen
De
vijfsprong vormt een geliefkoosd punt van samenkomst -
speciaal op dinsdagmiddag - van gepensioneerden en
dagenmelkers uit alle windrichtingen - vaak internationaal. Ge
kunt er haast evengoed een "buurter" uit Poppel,
Weelde, Ravels of Arendonk als een uit de Nederlandse Kempen
aantreffen. Gezeten aan de boskant, in de zon of in de schaduw
- al naargelang het hun die dag belieft - roken ze er hun
pijpje, praten over vroeger en vertellen er hun sterke
verhalen... Zoals dat van de legendarisch geworden Duitsers,
die eens met stoommachines "De Utrecht" geploegd
hebben en waarvan de herinnering voortleeft door hun liefde
voor de Nederlandse jenever: "Ze goten hem als saus over
de aardappels!"... De bemoste plek achter de lage beuk,
waar witgeschilderde betonpalen als een waaier omheen
gedrapeerd liggen, heet in de volksmond "de
ossenstal". Toen op "De Utrecht" nog met ossen
werd geploegd, stond hier een stalling, waar de dieren
onderdak vonden.
We
volgen nu de verharde Poppels Dijk in zuidelijke richting en
komen dan al spoedig aan het rechts van de weg liggende
Panneven, een typisch voorbeeld van een Kempisch heideven. U
hebt dan inmiddels het terrein van "De Utrecht" voor
dat van Hooge en Lage Mierde verruild. Dit gebied is eigenlijk
pas door de aanleg van de asfaltweg ontsloten. Vóór die tijd
was het hier het einde der wereld en lag het ven er, slechts
beroerd door de wind, in filosofische zelfbespiegeling de
dagen aan elkaar te dromen. Des winters een grote plas, 's
zomers teruggetrokken van zijn oevers van waaruit de
veenvegetatie, die nu haar kans kreeg, in grillige vormen 't
terugtrekkende water op de voet volgde. Rondom 'n verre
horizon vol bossen met als enig richtpunt de daarboven
uitstekende spits van de kerktoren van Hooge Mierde.
Nergens
was de hemel zó hoog, de wereld zó wijd, het drijven van de
wolken zó majestueus, de verlatenheid zó intens als hier aan
het Panneven. Op een stille doordeweekse dag is dat eigenlijk
nog zo. De zoeker naar stilte en het kleine avontuur komt er
dan nog altijd aan zijn trekken. Het ven kent echter nu ook
andere dagen. Dagen van een paar auto's aan de kant,
picknickende families tussen de vliegdennen aan de oever en
spelende kinderen in het water. Maar als de zomer naar zijn
einde neigt, valt er wel weer de grote stilte want de mensen
hebben evengoed hun seizoenen als de natuur...
Decorverandering
Het
Panneven voorbij verandert na de laatste bossen het landschap
als bij toverslag. De bossen hebben plaats gemaakt voor
uitgebreide wei- en bouwlanden. Ge zit in het gebied van de
ruilverkaveling. Dat betekent: mooie wegen en mopperende
boeren... "Het duurt allemaal maar te lang", zeggen
ze. Een pessimist: "Dat is nog in geen tien jaar
klaar!" En dan die voorlopige toewijzingen. "Vandaag
krijg je een stuk en morgen moet je het weer afgeven. Niemand
weet waar hij aan toe is. Geen mens heeft nog een definitieve
toewijzing!" zo luidt het.
Maar
ja, we waren voor ons plezier hier. Nu gaan we rijden door het
wijde land tegen de grens. Bij een wegkruising volgen we de
met een naambord aangeduide Twisseltse Baan (rechts). Deze in
zuidwestelijke richting afrijden tot het einde. Eerste harde
weg rechts voorbijrijden. Het is de Weeldese Dijk, die naar
Weelde leidt. Volgende harde weg links, Baan geheten, die
direct naar Hooge Mierde gaat, ook voorbij. Steeds doorrijden
naar de bossen op de horizon en dan bij het bord Lotterstraat
in een rechte hoek linksaf. Via de Smidstraat komt ge dan aan
het uiteinde van de kom van Hooge Mierde. In 'n grote boog
zijt ge om het dorp heengereden en intussen ongeveer 27 km van
Tilburg verwijderd geraakt. Desgewenst kunt ge nu over Lage
Mierde en Hilvarenbeek naar de stad terugrijden.
De Luther - archief Pierre van Beek
Boerderij
van 1758
Voor
wie het verder zoekt, raden we nog de volgende etappe aan: op
het einde van de Smidstraat, bij de spie rechts, de linker weg
nemen, die de vreemde naam Luther draagt. Vrij spoedig vraagt
dan een oude boerderij met lindebomen ervoor de aandacht. De
geasfalteerde landweg dankt zijn naam aan deze boerderij, die
"De Luther" wordt genoemd. Zoals de in de voorgevel
ingemetselde, in vroeger jaren blauwig grijze maar nu
witgelakte stenen verkonden, dateert de boerderij van 1758.
Het is de oudste boerderij van Hooge Mierde.
In
de loop der tijden heeft ze verschillende verbouwingen
ondergaan. Het deel van de voorgevel met de cijfers en de
linkerzijgevel zijn echter nog origineel, evenals het zich
achter de voordeur aan de binnenzijde bevindende portiekje. De
aandacht trekt ook de gemetselde deurboog met het cirkelrond
raampje daarboven. Twee zaken, die men bij geen enkele
Brabantse boerderij pleegt aan te treffen, evenmin als een wit
gelakte deur. Als de boerderij kon spreken, zou ze veel
verhalen vertellen. Zij is ooit een herberg geweest en heeft
rumoerige tijden zien komen en gaan. Tot de jongste behoren
wel die van de Belgische opstand in 1830.
Het
café droeg de naam "De Liter". Het is door een
verbastering hiervan, dat de naam van de in deze streken toch
zeker niet beminde en geëerde hervormer zijn intrede heeft
gedaan en nu nog tegen een huis als naambord prijkt. Met de
hervorming als zodanig heeft de boerderij dus in het geheel
niets te maken. Bij wijze van symbool of uithangbord hing hier
vroeger een literse bierkruik met tinnen deksel naast de deur.
Maar
ook voor de naam "De Liter" heeft een bejaarde
Mierdenaar een verklaring. Vroeger trokken de jonge mannen op
zondag "met de compagnie" uit. "Zo noemden ze
dat hier." Het had niets met soldaten te maken maar alles
met gezelschap. Een van hen was de "beursedrager" -
hij had de portemonnaie zouden we nu zeggen. Gezamenlijk kocht
men een liter bier in een kruik van grijze steen met een
blauwe streep of bloem er op en met een tinnen deksel. De hele
"compagnie" dronk dan om beurten uit dezelfde
literse kruik.
"Goede"
oude tijd
In
zijn gloriedagen was "De Liter" een drukbezochte
herberg. Er werd per week een vat bier leeggetapt. Dat wilde
honderdvijftig jaar geleden wat zeggen. "De Liter"
lag dan ook aan de baan naar België. Die van Beek gingen te
voet door bos en hei naar Arendonk. Bij "De Liter"
was dan de dorst wel ondraaglijk geworden.
Die
van Hooge Mierde trokken te voet met de boterkorf naar de
Tilburgse markt. Het kon ook met de kar, maar dat kostte
allicht een kwartje tot dertig cent. Daarvoor kon men beter
lopen, want dat was het dagloon van een boerenarbeider, die
van 's morgens zeven uur tot des avonds werkte.
In
Hooge Mierde is men altijd wat meer "Bels"
georiënteerd geweest dan bij de "wat anders
geaarde" gemeentegenoten van Lage Mierde, waar - tot
spijt van de eerstgenoemden - het gemeentehuis staat.
"Als ze konden, zouden ze het opvatten en naar Hooge
Mierde dragen!" Maar dat was er natuurlijk een uit Lage
Mierde, die dit zei!...
Van
Hooge Mierde bracht men graag te voet over de Turnhoutse Pad
de eieren naar Turnhout, waar ook inkopen werden gedaan. Dit
laatste bij voorkeur op zondag en dan in Turnhout naar de mis.
Voor "een bont hemd" moest ge in Turnhout zijn en
ook voor "gitten" van Turks leer. Die laatste waren
in Holland niet eens te krijgen. Men heeft ons duidelijk
gemaakt, dat het een soort beenkappen waren met knoopjes aan
de zijkant, een gesp bovenaan en beneden een klep die over de
klomp viel. De boeren gebruikten ze als ze in mest moesten
werken.
Al
deze herinneringen borrelen naar boven bij een babbeltje in
dit Mierdse land.
Door
het Beleven
Nu
rijden we verder over de kaarsrechte weg door dit stille land
van ruilverkaveling: weiden en akkers met niets dan hier en
daar een nieuwe boerderij. Uiteindelijk zou die weg u naar
Arendonk voeren als ook hier de grenspassage niet verboden
was. Daarom eerder linksaf, waar het bordje
"Beleven" staat. Nu even de ogen dichtknijpen en de
onafzienbare Reuselse heide van weleer voor de geest halen met
verstrooid liggende waterplassen, waarvan het Beleven wel het
grootste was. Er plachten schapen in te worden gewassen. Dat
alles is verleden tijd: geen heide meer en geen schapen,
alleen de naam Beleven leeft nog voort. Verkeer is er op deze
wegen nauwelijks of het moet op een weekse dag een
boerentractor zijn. De lange strook met eigenaardige bouwsels
over het land heen aan de rechterkant van het Beleven is de
nog door Duitsers gebouwde Navo-dump, juist over de grens op
Arendonks gebied.
Nu
duurt het nog maar even of ge komt uit op de grote weg
Arendonk - Reusel. Ge zult een goede dertig kilometer hebben
afgelegd. Ge kunt over Arendonk en Poppel naar Tilburg
terugrijden of direct via Reusel over de Kempenbaan en
Hilvarenbeek. Van het punt van terugkeer in de bewoonde wereld
zal het naar Tilburg nog ongeveer 27 kilometer zijn. Uw middag
zal goed besteed zijn aan deze tocht van nauwelijks zestig
kilometer totaal.
PIERRE
VAN BEEK