CUBRA

INHOUD PIERRE VAN BEEK
HOME 

Pierre van Beek - Heemkunde-artikelen

 Redactie: Ben van de Pol - Foto: Archief Pierre van Beek

 

Naar Hilvarenbeek dwars door een natuurparadijs

Het Nieuwsblad van het Zuiden - maandag 20 mei 1968

De Leij en de Goolse Vloed

 

Ditmaal willen we de natuurgenieters onder onze lezers eens een ongewone weg van Tilburg naar Hilvarenbeek wijzen. Het wordt een route, die wellicht tot de mooiste en afwisselingrijkste behoort, die er in onze naaste omgeving te ontdekken valt, namelijk de route via Goirle en de gebieden van "Gorp" en "Roovert". We stellen ons daarbij voor de aandacht te vestigen op de kleine zaken, waaraan ge gemakkelijk voorbijrijdt, maar tevens op de dingen die verleden tijd zijn geworden doch die wij toch nog wel van betekenis achten om de streek te doen leven en te omlijsten.

Wandelaars, fietsers en bromfietsers zullen er geen moeite mee hebben. Bij de verwende automobilisten roepen we enige clementie in. Het traject loopt nagenoeg voortdurend over zandwegen, die daarenboven in niet al te beste staat verkeren. Zij die onze taal verstaan, kunnen er echter van verzekerd zijn voor hun moeite ruimschoots beloond te worden in de vorm van natuurgenot en levensvreugd. Daar gaan we dan!

 

Men rijdt eerst naar Goirle (4,7 km), slaat bij de oude kerk rechtsaf en neemt de hobbelige keiweg van de eerste zijstraat links, waar een ANWB-paddestoel u al vertelt, dat Gorp 4,3 km en Roovert 5,8 km verwijderd ligt. Spoedig passeert ge het riviertje de Ley. Links van de brug bevond zich vroeger jaren een watermolen met een groot molenwiel. De Ley kronkelde zich daar in vele bochten doch is later rechtgetrokken. Restanten van de afgesneden bochten vormen nu nog een vijver in de tuin van een villa. Van de nu lokkende klinkerweg langs de Ley mag u geen gebruik maken. Het is een particuliere weg. Ge moet de daarnaast liggende met gras begroeide en weinig onderhouden zandweg nemen, die zich voortkronkelt over de Molendijk - ook wel de Breeheese Dijk genoemd.

 

"De Vloed"

De laag gelegen weilanden aan de rechterkant vormen de voormalige "Goolse Vloed", ook bij oude Tilburgers nog bekend vanwege het schaatsenrijden rond het einde van de negentiende eeuw (plusminus 1890). "De Vloed" werd ooit gedacht als bevloeiingsveld maar heeft niet aan de verwachtingen voldaan. Laag is het land er echter gebleven en in de wintermaanden staat ook nu nog telkens een deel ervan onder water. Het grootste deel van "De Vloed" is eens beplant geweest met Canadapopulieren, waar klompen van worden gemaakt. Aangezien de Canadapopulier de enige boom zou zijn die in een mensenleeftijd volwassen wordt, hebben die bomen hun rente al opgebracht. Jaren geleden zijn ze gerooid. Vermoedelijke tijdgenoten vindt ge nog op het perceel links van de brug over de Ley. Vroeger besloeg "De Vloed" een oppervlakte van 18 ha. Reeds in de vijftiende eeuw (1462) wordt zij genoemd als een leengoed van de hertogen van Brabant.

Na een 700 meter over de dijk te hebben gereden, stuit ge op een mooie, naar rechts afbuigende asfaltweg daar waar ANWB-paddestoel nr. 1510 verder uw doel aangeeft. Links een fraai bosje van gemengd hout, even later gevolgd door een niet toegankelijk, particulier dennebos, waarin - vlak langs de asfaltweg - een vennetje ligt te dromen. Het is het restant van wat eens de "Holle vennen" werd genoemd. Aan de overkant van de weg lag destijds - toen hier de heide nog geen plaats voor weiland had gemaakt - een soortgelijk vennetje. Over de wijde bouw- en weilanden aan de rechterkant heen ziet ge nog net het verkeer over de weg Goirle - Poppel voorbijgaan. Daar tussen vindt het oog echter een rustpunt op de aan een zijweg gelegen boerderij van Van Raak, die het met aanhorige gebouwen en bomen daar uitstekend doet.

We zijn nu op het gehucht "Breehees" beland bij een groepje boerderijen nadat we paddestoel 1290 achter ons hebben gelaten. Hij vertelt o.a. dat ge pas 7 km van Tilburg verwijderd zijt. De oudste vermelding van de naam "Breehees" valt in 1433. In 'n stuk van 1419 is echter al sprake van "Breeheese Rijt". Met "hees" werd vroeger een met kreupelhout begroeid stuk grond, dat bij hoog water onderliep, aangeduid. "Bree" slaat op groot oppervlak. "Breehees" betekent dus: een grote oppervlakte van heesgronden. Bij het naderen van het gehucht vragen we speciaal aandacht voor de achterzijde van de eerste boerderij aan de rechterkant. Met bijbehorend schuurtje en fruitbomen, die bij ons bezoek in volle bloei stonden, vormt zij een aantrekkelijk motief voor een foto.

Even nadat de asfaltweg ophoudt, kunt ge, bij wijze van spreken, ook aan de "beschaving" vaarwel roepen. Het bos omvaamt u op overrompelende wijze als met duizend armen. Het slokt u op als een deel ervan en het zal u niet meer loslaten voordat de tocht bijna ten einde is. Stap nu uit want ge staat in een prachtige berkelaan. De zon (voor vandaag gerequireerd) kijkt met miljoenen ogen door het gebladerte en tovert overal lichtvlekken en grillige schaduwen. En ook overal zingen en sjierpen de vogels. Haal nu diep adem; laat het geluk als een hemelse dauw over u komen en kijk en luister en droom door een heilige schroom bevangen.

 

In volle glorie

Na de berken komen de beuken, waarin de spechten hun nesten gehakt hebben. Misschien hoort ge de jongen wel sjielpen uit het zwarte gat. Dan verrijzen de zware eiken, die geslachten hebben zien komen en gaan, maar die vermoedelijk nog overtroefd worden door enige forse beuken. Intussen spreidt rechts en links van de weg het bos met zijn onderbeplanting al zijn glorie ten toon. De bosbes tiert er welig. Het is er echter wel verboden terrein. Ge moet dus op de weg blijven. Doch ook daar valt genoeg te beleven. Zie maar aan de rechterkant de schilderachtige, gerestaureerde "Groote Hoef" met haar kleine ruitjes, in rode en groene driehoeken geschilderde venstertjes, de halve deur, het rustieke schuurtje, de stapel hout en de bloeiende boomgaard er achter. Om je vingers af te likken!

 

Gorp

Hierna belandt ge op het hoogtepunt van de tocht. In de zevende hemel! Stap opnieuw uit bij het driehoekige "pleintje" met hoge dennen en eiken. Hier is Gorp, maar hier is ook Klondike het goudland voor de natuurvriend. Delf dus waar ge staat al gebeurt dat niet met de schop maar met de ogen van geest en gemoed. Enige jaren geleden hebben we reeds een uitvoerig artikel aan deze omgeving gewijd. Daarom willen we nu volstaan met een summiere aanduiding al is het ook moeilijk niet voor de zoveelste maal in vervoering te geraken en u in de ontroering te doen delen.

Ziedaar de merkwaardige boerderij met zeskantige koepel, bakhuis, gracht en brug, die zichzelf in het water bekijkt. Het is de "Leenhof". In de wandeling ook "De Koepel" genoemd. In deze boerderij, waarschijnlijk een Keltische nederzetting, werd in 1518 Goropius Becanus Johannes van Gorp uit Beek geboren. Hij was beroemd als medicus, geschiedschrijver en wijsgeer, lijfarts van Karel de Vijfde, de koninginnen van Frankrijk en Hongarije. Hij was ook een van de eersten, die zich met vergelijkende taalwetenschap bezig hield. De man bracht nogal wat beroering met zijn conclusie dat Adam en Eva Nederlands gesproken moesten hebben. Dat vertelt tenminste J.M. Lauwers. Wij weten alleen, dat onze Van Gorp het Antwerpse dialect als de oudste taal der wereld beschouwde. "Immers", zei hij, "duyts is douts. En duytse taal is dus 'de oudste' taal!" Nou, dan kan het al wel niet anders meer of die moeten Adam en Eva gesproken hebben!...

Verder vindt men hier in de buurt nog het zogenaamde kasteeltje, heel schilderachtig tussen het geboomte en met een Diana-beeld (godin van de jacht) er voor. Bij "De Koepel" wijst u paddestoel 1311 verder de weg. Niet naar Hilvarenbeek gaan, langs het kasteeltje, doch in tegenovergestelde richting, waar het rode paddestoelpijltje: "Roovert 1,5 km" aangeeft. Dit is de openbare - zij het een slechte - weg. De links van de paddestoel kaarsrecht door het bos lopende laan is verboden terrein.

 

"De Roovert"

Men passeert weer een aardig boerderijtje de "Kleine Hoef", waarvan de bekende boomgaard nu verdwenen blijkt. Aan uw rechterkant aan het eind van een akker een villa, die de naam "Paradijs" draagt. Bij een klein, driehoekig perceeltje met beplanting aanwijzing van paddestoel 1310 volgen. Na 1,1 km komt ge op de Roovert. Maar eerst zijt ge door een "tunnel" van bomen gereden over een weg met kuilen en een daarop aansluitende zandige weg. Bij paddestoel 1551 hebt ge rechts aangehouden en in bewondering gestaan bij de enorme beuk, volgesneden met namen en een bankje eronder.

Bij het verlaten van weer een fraaie berkelaan rijdt ge op het zogenaamde "Witte Huis", op kaarten als "De Rook" aangeduid. In 1830 stond aan deze baan een tolhuis, dat reeds "Het Witte Huis" heette. Hierin vond het huidige vermoedelijk zijn oorsprong. De aanwezigheid van een "grenskantoor" ter plaatse wijst op de belangrijkheid van deze stille zandige weg. Vóór 1853 was hij dan ook de grote verbinding van Turnhout via Poppel en Hilvarenbeek naar Tilburg.

 

Maarten van Rossum

Het verhaal gaat, dat de woeste legeraanvoerder Maarten van Rossum in "Het Witte Huis" eens zijn intrek heeft genomen toen zijn troepen de omgeving brandschatten en o.a. Hilvarenbeek plunderden. Dat moet dan in 1542 geweest zijn.

In 1390 passeerde hier Johanna, hertogin van Brabant, van wie Roovert een oud leengoed was. Het betreft hier de hertogin, die - zoals we reeds in een vorig artikel memoreerden - in dat jaar met haar rijtuig in het moerasgebied van "De Donk" bij Goirle kwam vast te zitten.

In het begin van deze eeuw werd in "Het Witte 'Huis" een stille kroeg gehouden. Ook werd er 's zondags clandestien gedanst. "Ik kwam er mee een blauw pak in en mee een rooi eruit", zei ons een man, die het nog heeft meegemaakt. En naar hij verder verklaarde kwam dat rood van het "rooisel", waarmee de plavuizen van het cafeetje werden rood gemaakt en dat bij de danspartijen overvloedig als stof opdwarrelde.

 

Over de grens

Er gebeurden hier in het grensgebied - buiten het smokkelen en stropen - nog wel andere clandestiene zaken volgens een andere zegsman. Er zou bij "Het Witte Huis" eens een merrie gedekt worden door een niet-goedgekeurde hengst. De Hilvarenbeekse veldwachter kwam er op uit om de dekking te verhinderen. Geen nood, men ging met beide paarden over het nog geen honderd meter verwijderd liggende bruggetje. Daar op Belgisch gebied deed de hengst zijn plicht onder het oog van de machteloos toeziende veldwachter en tot hilariteit van de snode "wetsovertreders"...

Zware lindebomen overschaduwden nog niet zo lang geleden "Het Witte Huis". Men heeft ze bij de grond afgezaagd en nu schieten ze opnieuw uit. Zet de auto hier maar aan de kant. Nu te voet rechtsaf naar het oplopende stenen bruggetje over de Ley dat de - als gezegd - grensscheiding met België vormt zoals grenspaal 209 aangeeft. De paal heeft weer eens een nieuw verfje gekregen zodat de namenkrassers naar hartelust opnieuw hun gang kunnen gaan...

Een honderd meter op Belgisch gebied wenkt de witte Roovertse kapel. Over de historie van dit gebied en de "Dichtung und Wahrheit" van kapel met legende schreven wij reeds enige jaren geleden, reden waarom we hierbij nu thans niet stilstaan. De sfeer van dit hele gebied is er altijd een van ingetogenheid en meditatie geweest.

Van Belgische zijde wordt momenteel een betonweg tot aan het Leybruggetje gelegd. Als verbinding met Poppel vormt hij een grote verbetering, want het kan hier 's zomers ongelooflijk zandig zijn; uit een oogpunt van landschapsschoon betekent hij een verslechtering. Hetzelfde geldt voor een pas verrezen betonschutting voor twee bungalows, nagenoeg tegen de Ley op Belgisch gebied. Boeiend is de kijk over de weilanden in zuidelijke richting, waar men aan den einder de bossen van "De Pannehoef" (gemeente Poppel) ziet liggen.

 

Naar Hilvarenbeek

Teruggekeerd bij "De Rook" volgen we de aanwijzing van de daar aanwezige paddestoel, die voor Hilvarenbeek 4,1 km aangeeft. Van Goirle zijt ge nu nog maar 5,8 km verwijderd. Dus nog geen elf kilometer van Tilburg. De belevenissen zijn al vele geweest en de reeks wordt nog met één vermeerderd door een terugblik in de berkenlaan tegenover "Het Witte Huis".

Nog geen honderd meter in richting Hilvarenbeek, aan de rechterkant weer een opvallende "boerderij". Opmerkelijk door de vakwerkbouw, die in onze streek niet voorkomt. Het vakwerk is niet oorspronkelijk. Het werd in de jaren vóór de oorlog bij een restauratie aangebracht. Het daarbij gebruikte hout is echter wel zeer oud. Een balk in het aangebouwde schuurdeel draagt ook een zeer oude datum, die we vergeten zijn maar vele jaren geleden met eigen ogen hebben gezien.

De weg naar Hilvarenbeek is vooral zandig ter hoogte van de "Roovertse Bergen", een schilderachtige zandafgraving aan de rechterkant. Men zit hier aan de uiterste kant van de bossen van de voormalige Oranjebond. Dan laten u de bossen aan weerszijden plotseling geheel los en overrompeld springt de Hilvarenbeekse toren te voorschijn. Hij werkt van hieruit als een reus, die geen partij is voor de lage huizen, waar hij overheen staat. Dr. A. Eerens, de overleden oud-archivaris van de abdij van Tongerlo, was van oordeel, dat oude verkeersbanen vaak lijnrecht van kerk tot kerk gingen. Welnu, de kerk van Hilvarenbeek staat recht achter de weg. Naar het zuiden vormde de Poppelse toren het eindpunt van de rechte lijn in de tijd, dat de oude "processiebaan" nog werd gebruikt. Een dergelijke ligging van een weg verraadt ook de gesteldheid der streek. Alleen door woeste gebieden trok men die rechte lijn. Lagen er daarentegen onderweg vruchtbare akkers dan ging men grif met bochten om de akkers heen. Dit zou een verklaring zijn van bv. de vele kronkels in de weg van Best naar St. Oedenrode...

Paddestoel 1313 hebt ge nu wel niet meer nodig, want een beter baken in dit weideland met schilderachtige boerderijgroepen van het Groot Loo links in de verte dan de Beekse toren bestaat er niet. Rechts tussen de bomen door priemt het als een tandestoker zo spitse torentje van Esbeek. Een intense rust weegt er over de akkers en weiden met onbewogen grazende koeien. Ze komen soms naar de weg gelopen en blijven u achter de prikkel- of schrikdraad met grote lodderogen vragend aanstaren.

 

Machtig gezicht

Tussen de boerderijen van het Klein Loo door, waar ge eindelijk weer eens op verharde weg geraakt zijt, wilt ge - triomferend als na een zegetocht - Hilvarenbeek binnenrijden. Niet zo haastig, want van deze kant uit is het silhouet van Hilvarenbeek het duidelijkst en het mooist. Stap even uit bij het sportveld van "Hilvaria", sta in bewondering en verbaas u. Oog in oog geconfronteerd met die toren, die bij het naderen steeds meer details en kleur heeft onthuld. De zon van het zuidwesten vangt hem in twee flanken, de ene hel verlicht, de andere met licht en donkere slagschaduwen zodat het reliëf hem nog forser maakt dan hij al is. In welk dorp vindt ge eigenlijk zulk een toren? Nu is het geen tweehonderd meter meer of ge staat op het Vrijthof, waar het zoet rusten is na onze expeditie. Maar negen kilometer en ge zijt weer in Tilburg. In totaal 24 kilometer uit en thuis.

 

De wegen zijn het best na een regendag - erg stoffig na vele dagen droogte. Goed succes!

 

PIERRE VAN BEEK

 

De Leij en de Goolse Vloed