De
kapel in de buurtschap Roovert onder Poppel werd opgericht in
1735 langs de weg Poppel - Hilvarenbeek "op 170 schreden
van de brug en de rivierscheiding tussen België en
Holland", zo zegt een kroniekschrijfster. Aanleiding er
toe was een heiligschennende diefstal. Op de avond van 13
oktober 1735 braken drie beruchte "baanstropers"
langs de deur de kerk van Poppel binnen. Ze braken het
tabernakel open en stalen de ciborie met de geconsacreerde
hostiën. Ook namen ze de reliquiën van de H. Valentinus en
de H. Willibrordus en de vaten met de H. Oliën mee. Ze
probeerden verder nog de sacristie open te breken, maar dat
lukte hun niet. De dieven werden in hun werk gestoord des
nachts om half twee toen een voerman bij een tegenover de kerk
gelegen café kwam aankloppen.
Er
heerste de volgende ochtend grote verslagenheid in Poppel toen
de inwoners vernamen wat er die nacht was gebeurd. Men toog
onmiddellijk op zoek naar de daders. Al heel vroeg reed men
daarbij ook naar Roovert. Bij de ruïne van de oude schuurkerk
trok een vers omwoeld hoopje zand de aandacht van een der
zoekers. Hij peuterde er eens met een stok in en toen kwamen
er hosties bloot. Dadelijk reed hij naar het dorp terug om
pastoor Van Rijckevorsel te waarschuwen, welke pastoor het
gebeurde later ook beschreven heeft. Hij organiseerde direct
een processie naar de plaats, waar de H. Hostiën lagen en men
bracht deze daarop vol eerbied naar de Poppelse kerk terug. De
pastoor beloofde toen op de vindplaats te Roovert een kapel te
laten bouwen.
Woord
gehouden
Aangenomen
werd, dat de rovers zich enige tijd in de ruïnes van de
schuurkerk hebben opgehouden om zich van de hosties te ontdoen
en de reliquiën uit hun zilver te halen. De daders, die
vermoedelijk naar Holland waren uitgeweken, heeft men nooit
achterhaald.
Pastoor
Van Rijckevorsel heeft zijn woord gehouden. Spoedig verrees de
kapel: "dertien voet lang en dertien voet breed".
Jaarlijks trok Poppel op Sacramentsdag na de H. Mis in
processie naar Roovert, waar een H. Mis werd gecelebreerd en
een preek gehouden. Dat gebeurde tot 1830 toen, vanwege de
"revolutie" in de kwestie België - Holland, de
processie werd geschorst. In 1844 werd de processie met
toestemming van kardinaal Sterckx van Mechelen hervat om in
1852 opnieuw gestaakt te worden op grond van moeilijkheden van
de kant der Hollandse protestanten. Sindsdien is zij
definitief afgeschaft, althans voor wat de toch naar Roovert
betreft.
Processiebaan
Wie
op de dag van heden van het bruggetje naar Poppel rijdt en
goed oplet zal, na een paar honderd meter, rechts van de rulle
zandweg de laatste tekenen van een overwoekerd en wat diep
gelegen karspoor vinden. Vanaf het beginpunt hiervan kijkt men
recht op het puntje van de Poppelse toren. Tenminste in de
winter en het voorjaar, later gaat de toren achter geboomte
schuil. Dit oude karspoor was de weg die de processie ging,
rechtstreeks over een weg als met de liniaal getrokken van de
kerk naar de kapel. En, heden ten dage wordt door de oude
ingezetenen van Roovert, Hulsel en Overbroek dit nagenoeg
verdwenen karspoor nog "de Processiebaan" genoemd.
Legende
Hierboven
hebben we de historisch vaststaande feiten gegeven. De mensen
zouden de mensen niet zijn als zij, om deze grote indruk
makende gebeurtenis, niet hun legende geweven hadden. De
uitvinder ervan is zoals gewoonlijk onbekend. Die legende nu
verhaalt, dat de vinder van de H. Hostiën een schaapherder
was, die de ontdekking deed omdat zijn schapen knielden op de
plaats, waar de H. Hostiën waren neergesmeten. Zo ook is het
verhaal uitgebeeld op een nog geen tien jaar oud schilderij in
olieverf, dat in de kapel boven het altaar is opgehangen en
waarbij 'n onderschrift van de Poppelse inbraak melding maakt.
Dit heel verdienstelijk in pasteltinten geschilderd werk is
van de hand van een zuster van het H. Graf uit Turnhout. Wel
vinden we, dat het lichte, vrolijke landschap van deze streek
op het schilderij een te sombere toets gekregen heeft.
Alleen
begrip
Hoe
Roovert eens in de belangstelling heeft gestaan, kan ook nog
blijken uit het feit, dat het zijn eigen kermis had. Tot op de
dag van vandaag spreken de mensen uit de omgeving nog altijd
van "Roovertse kermis". Eigenlijk is er alleen nog
maar het begrip van overgebleven. We hebben hier dus te maken
met een kermis, die geen kermis is.
Maar
aan het tijdstip wordt nog altijd vastgehouden. Roovertse
kermis valt op 14 dagen na Pinksteren. Dat is dit jaar zondag
31 mei. Dan is de kapel open. Ook is zij geopend op
Sacramentsdag, donderdag 28 mei en volgens sommigen - maar
daarover liepen de lezingen uiteen - ook op de dagen tussen 28
en 31 mei. De kapel bezit ook een zg. koster, die op Hulsel
woont terwijl te Poppel bij Jan van Hest een sleutel wordt
bewaard.
In
vroeger jaren was er een echte kermis. Omstreeks 1912 dreef de
Belg Gust Verwimp in "Het Wit Huis" "op het
Hollands" een café. Hulsel had bij Vic Hagen zijn
staminee. Rechts van het huidige bruggetje van de kapel uit
gezien stond - praktisch tegen de Ley aan - op Belgisch
gebied, naast een nu verdwenen houten brug, het staminee van
Thijske van Beurden, waar achtereenvolgens nog "den ouden
Sas", officieel Van Laarhoven, en Frits Krayenbrink als
laatsten de "bokskes" tapte. Onnodig te zeggen, dat
menige smokkelaar hier zijn dorst gelaafd heeft.
Moppen
en pikken
Voor
de jeugd was de clou van de Roovertse kermis Jan Bruers uit
Poppel, die naast de kapel met een kraam stond, waar hij
"moppen en pikken" verkocht, zoals ze ons in Poppel
vertelden met de verduidelijking, dat "den
Hollander" tegen "pikken" snoepjes zegt.
Alle
cafés zijn op Roovert verdwenen, er staat geen kraam meer,
maar als het kermis is, gaat de kapel open. En is het niet
leuk als doel van een uitstapje een kermis te kiezen, die geen
kermis is. Zeker wanneer de gedachte daaraan leeft in een
streek, die zoveel interessants biedt en die zo in de historie
vergroeid zit als met Roovert het geval is. Brabant is het
schoonste land en wij hebben daar in onze buurt een flinke
brok van. Ge moet het allemaal maar weten te vinden.
PIERRE
VAN BEEK