Geef
uw ogen de kost. Kijk rond en overal waar ge kijkt, is het
interessant! Zoals een profeet in eigen land zelden de nodige
waardering ondervindt, zo is het ook gesteld met de streek,
waarmee men vertrouwd is. Als ge nooit een berkeboom gezien
had en men zou u vertellen, dat er ergens op de wereld witte
bomen groeiden, dan zoudt gij er een verre reis voor over
hebben om zulk een wonder te aanschouwen. Nu ligt het wonder
voor de deur. Bij wijze van spreken kunt ge het iedere dag
beleven en dan is het geen wonder meer.
Met
deze gedachten voorop willen wij hier voor u eens een tochtje
uitstippelen, dat vandaag een antwoord kan geven op de vaak
terugkerende vraag: "Waar gaan we zondag eens naar
toe?" Het is een tochtje per fiets, per brommer of per
auto en het verste punt ligt slechts 20 kilometer van Tilburg
verwijderd. We stellen alleen de voorwaarde, dat men op pad
tijgt met de uitdrukkelijke intentie van nu eens echt te
genieten van de vreugde van het buitenzijn. Dus oog, hart en
ziel wijd opengezet met de bereidheid van ontvangen.
Daar
gaan we dan! Vanaf het Tilburgse startpunt over de oude
Goirleseweg naar Goirle. Als de bomen in het blad staan en de
zon te hulp komt, behoort deze weg tot een van de mooiste
wegen, die we in Brabant kennen. Bij de oude Goirlese kerk van
St. Jan de Doper linksaf en dan bij het einde van het dorp
rechtsaf de Beekse Dijk op, een kort stukje klinkerweg en dan
asfalt tot aan Hilvarenbeek. Men passeert het riviertje de Ley
en men zit dan al direct op 't grondgebied van de gemeente
Hilvarenbeek, dat zich - merkwaardig genoeg - tegen de
Goirlese dorpskom aandrukt.
Direct
na de Ley ligt rechts het lage gebied "De Brant",
waar in een grijs verleden de mensen van Goirle hun turf voor
de kachel of het open vuur vandaan haalden. Het gebied
behoorde tot "de gemeijnt van Goirle", was
oorspronkelijk bezit van de hertogen van Brabant en werd reeds
in 1329 als woeste grond voor gemeenschappelijk gebruik aan de
Goirlenaren afgestaan. Nu is het laag grasland, dat in
winters, waarin de Ley niet alles verwerken kan, wel eens
onder water schiet.
Ook
het uitgestrekte terrein - hoofdzakelijk weiland - links van
de weg, "De Donck", een naam die duidt op hogere
gronden te midden van broek- of moerasland, duikt regelmatig
op in de annalen van de geschiedenis. De oudste vermelding,
die speurders naar plaatselijke historie hebben kunnen
ontdekken, was 1390. Het was het jaar, dat de hertogin Johanna
van Brabant op haar tocht van Brussel naar Den Bosch met haar
rijtuigen verdwaalde en in "De Donck" bleef
vaststeken. Het waren de mensen van "De Westerik"
onder Hilvarenbeek, die haar bevrijd hebben. Uit dank daarvoor
schonk de hertogin het gebied als gemeenschappelijk bezit voor
de bewoners van "De Westerik". Deze Beekse
buurtschap bezit nog een in een haag staand kruis met het
jaartal 1390 er op als herinnering aan het historische feit.
Tot aan het uitbreken van de eerste wereldoorlog werd zelfs in
Hilvarenbeek ter herinnering aan het gebeuren, iedere avond om
negen uur het Westerikse klokje geluid. Wij herinneren ons nog
de tijd, dat grote delen van "De Donck" woest waren
en er ook het diepweggezonken Donckven lag. Nu is het alles
vlakke weidegrond, een eindeloos verre kijk, waarbij men bij
helder weer de Liza's Hoeve aan de weg Tilburg - Hilvarenbeek
in de nabijheid van de "Beekse Bergen" kan zien
staan. Ook ontdekt men links in de verte bossen. Het zijn de
zg. "Zeven vennen", een naam, die een teken is. Het
terrein is echter niet openbaar. Voortgaande ontstaat ergernis
door een afschuwelijke, met allerlei soort blik afgemaakte
hooischuur.
Op het
nu vlakke akkerland van kwade grond lagen tot voor nog niet
zoveel jaren terug de restanten van de Hoeveberg, waarin nog
altijd de overblijfselen zichtbaar waren van de in de
mobilisatiejaren van 1914-1918 door militairen gegraven
loopgraven. Landschappelijk was de Hoeveberg bijzonder
aantrekkelijk: een met mastebomen begroeide heuvel, een
zandafgraving, heidebeplanting en aan de voet nog een
vennetje. Geen enkele tastbare herinnering is aan dit alles
overgebleven.
"Beekse
Bergen"
Nu
komt men spoedig aan het punt, waar vanuit de richting Goirle
een zandpad uitmondt op de asfaltweg. Dit zandpad vormt de
oude baan, waarlangs destijds de tram van Tilburg via Goirle
naar Hilvarenbeek, Esbeek en Poppel-grens reed. Na de laatste,
nieuwe boerderij vergezelt links een uitzonderlijk woest
gedeelte geaccidenteerde heide met zandige koppen de weg. Het
is verboden terrein. Ware dit niet het geval, dan zoudt ge
hier op avontuur kunnen gaan om, vaak baggerend door het mulle
zand, te belanden bij vrij grote zandverstuivingen, die oude
Tilburgers als de "Beekse Bergen" kennen. Eens was
het een graag bezocht speelterrein van de Tilburgse kleine man
met zijn kinderen, totdat ook hier het "Verboden
Toegang" met nog een paar andere "verboden"
verrees. Dit zijn de originele "Beekse Bergen" voor
de Tilburgers geweest en dat is een ander - hoewel niet zo ver
er van verwijderd liggend - gebied dan dat wat thans als
strandbad de "Beekse Bergen" reputatie geniet.
"Witte
duinen"
Ook
aan de rechterkant van de weg hebben u reeds bossen vergezeld.
Deze behoren tot het gebied van het Bankven, dat voor het
grote publiek niet zonder vergunning toegankelijk is. Daarop
aansluitend beginnen de Hilvarenbeekse gemeentebossen,
waarachter zich vroeger in zuidwestelijke richting een
bijzonder mooie zandverstuiving uitstrekte, waar geen enkel
pad naar toe leidde. Reeds langs de openbare weg lagen hoge
beboste heuvels en daarachter kwamen dan witte toppen en diepe
dalen van de zandverstuiving. Udenhoutse duinen in miniatuur!
In een periode van werkloosheid heeft de gemeente Hilvarenbeek,
bij wijze van werkverschaffing, de zandverstuiving
geëgaliseerd en met mast beplant, waardoor een uniek stuk
natuurschoon definitief verloren is gegaan. De boompjes van
toen zijn intussen grote bomen geworden. Midden in de bossen
heeft men zo pas echter een perceel gerooid en zo is hier weer
ruimte ontstaan voor de ademende mens. Het is er goed toeven.
Niet alleen vanwege de rust, maar ook omdat de witte berken,
die de hele ruimte omzomen, mooi afsteken tegen de donkere
dennen. Hier voelt ge u buiten en eindeloos ver weg van het
rumoer van de wereld. Het loont de moeite de auto even tegen
de kant te zetten al is het zand van de dreven dan ook nog zo
mul. De mensen van Goirle noemden dit gedeelte weleer ook...
"Beekse Bergen". Dat is dus de derde maal, dat wij
die naam voor verschillende gebieden tegenkomen. Onze oude
stafkaart spreekt echter van de "Witte Duinen",
voldoende waarborg voor de bodemgesteldheid van de streek.
Dan
maken, nog steeds aan de rechterkant, de bossen plaats voor
weilanden, op de verre achtergrond waarvan zich de bossen van
"Gorp" en de "Roovert" uitstrekken. Aan de
huidige weiden is het voormalige Huisven - eens des winters
gezocht voor de schaatssport - reeds lang geleden ten offer
gevallen. Links is men intussen voorbij hotel-restaurant
"Het Kasteeltje" gereden in de nabijheid waarvan de
"Hilvaria Studio's" in de bossen verscholen liggen.
Direct voorbij het witte pension "De Kwartel" strekt
zich rechts - even van de hoofdweg verwijderd - een fraai
bosje uit. Het is het oefenterrein van de Politiehonden
Dressuurvereniging "De Vriendschap". Er wordt iedere
zondag van 9 tot 12 uur geoefend en vanaf mei ook des
zaterdags van 2 tot 5 uur. Een spectaculair gebeuren, vooral
het zg. "pakwerk" of het werken met "de
boef". De koninklijk erkende vereniging richt honden af
voor politie, boswachters en bewaking van boerderijen, villa's
enz. Kijkers zijn bij de oefeningen van harte welkom.
In
vele bochten, waardoor de weg zich zo heerlijk onderscheidt
van hoofdverkeerswegen, slingert hij zich naar Hilvarenbeek,
waarvan het silhouet met zijn allesoverheersende, uitdagende
toren, die daar oprijst als een wachter over de wereld, al
enige tijd de aandacht heeft getrokken. Via "Den
Hemel", een café dat vroeger in de tegenovergelegen
boerderij was gevestigd, komt men op de voorrangsweg Tilburg -
Hilvarenbeek.
Bezonken
rust
Hilvarenbeek
zou een verhaal apart waardig zijn. Waar vindt men zo'n plein
vol serene rust en sfeer als het Beekse Vrijthof, waar de
bezonken rust een aanklacht vormt tegen de haast van de tijd.
De massale toren (einde 15de eeuw) vol zelfverzekering telt
tien jaar telkens maar als één. Het is alsof hij de waarden
van het heden zeeft, voortdurend het kaf van het koren
scheidt. Daar zijn de oude lindeboom met de dorpspomp, het
protestantse kerkje, de huizen met hun twee verdiepingen, een
echt dorpscafé, waar een paar jaar geleden koningin Juliana
op het terras zat en prins Bernhard tegen een stijl van het
deurgat leunde. In Beek moet ge uitstappen. Minstens te voet
een rondgang om het plein maken en trachten iets mee te nemen,
te proeven of op te snuiven van eerbiedwaardige schoonheid.
Hilvarenbeek
- Vrijthof
Hilvarenbeek
bezit ook fraaie, nieuwe wijken: het villapark en de zg.
"witte wijk". Langs deze laatste voert toevallig de
voor u uitgestippelde route. Ge verlaat het Vrijthof door de
Wouwerstraat en rijdt achter het links liggende sportterrein
van "Hilvaria" de nieuwe Kasteelstraat in. Juist
halverwege deze even uitstappen bij de IJpelaarstraat, aan het
eind waarvan de Beekse toren boven de daken van het dorp
oprijst. Nu zit ge in de "witte wijk", die haar naam
eer aandoet door de riante landhuizen en bungalows.
"Hoog
spul"
Zijn
weg vervolgend komt men bij villa "De Rommelpot".
Daar rechtsaf en harde weg volgen in zuidelijke richting. Men
komt hier in de buurtschappen het "Hoog Spul" en
"Veldhoven", welke laatste door de wegaanleg iets
van zijn vroegere schilderachtigheid heeft ingeboet. Een naar
links afbuigend harde weg laten liggen doch steeds verder
zuidwaarts rijden. Als ge zo ver zijt, heeft het echte
Brabantse land zich reeds in al zijn glorie opengevouwen. De
weg slingert er zich doorheen als een rivier. Verkeer is er
niet. Uitgestrekte weidevelden, vaak omzoomd door
akkermaalshout, knusse veldweggetjes, ver weg verspreid
staande boerderijen en een boog van bossen aan de zuidelijke
horizont. Dit is het moment om weer eens uit of af te stappen
en een terugblik te werpen op Hilvarenbeek. Juist vanuit het
zuiden biedt het silhouet van het dorp het meest boeiende
lijnenspel tegen de lucht.
Vrijheid
Hier
ruikt ge de geur van het Brabantse land, voelt ge de zachte
ademgang van al wat er leeft onder die immense hemel, daalt er
een rust over u neer, die niet meer van deze wereld lijkt en
ondergaat ge een vrijheid, die dwingt beide armen van blijheid
de lucht in te slaan. Toch is dit allemaal uw eigen land. Zo
dicht bij huis... zo ongeweten... Zo onbekend!...
De heilige Cornelius |
De
weg vervolgend komt een spits kerktorentje, dat reeds
eerder de aandacht heeft getrokken en de vraag
opgeworpen welk dorp dit toch wel kan zijn, steeds
dichterbij. Het is Esbeek, dat daar wenkt! Ge passeert
links nog een wat van de weg verwijderd bosje met
houten huisjes: des zomers een jeugdvakantiekamp van
de sportvereniging Feyenoord uit Rotterdam. Het zal
niet lang meer duren of de vlag wappert er weer. Nu
bereiken we spoedig een open hooischuur. Een
klinkerpaadje buigt hiervoor rechtsaf. Nog een goede
honderd meter en ge staat in "de
Oranjebond". Auto of voertuig aan de kant en tijd
voor een fikse wandeling in de bossen. Over dit gebied
hebben we u reeds uitvoeriger georiënteerd.
"De
route van de stilte"
Daarna
terug naar de asfaltweg, voorbij een woning, die de
naam "Winterkoning" draagt. De Esbeekse
toren is nu heel dichtbij gerukt. We komen uit op de
oude Trambaan en |
vandaar
gaat het links naar de kerk, waar de H. Cornelius als
beschermheilige tegen de stuipen bij kinderen in voorbije
decennia vele bedevaartgangers getrokken heeft. Rechts aan de
kerk voorbij of vóór de kerk rechts afbuigend wordt direct
de betonweg Hilvarenbeek - Reusel bereikt, die dwars door
"De Utrecht" voert. Dit landgoed kunt ge rechts of
links van de weg als eindpunt kiezen om te genieten van de
vele mogelijkheden aan natuurgenot, die hier voor het grijpen
liggen. We zijn dan nog altijd niet meer dan twintig kilometer
ver van huis geraakt.
Het
zal wel duidelijk zijn geworden, dat men deze route niet met
een auto moet afrazen. Maar dat behoeft ook niet. Het
kenmerkende ervan is het weinige verkeer of de nagenoeg totale
afwezigheid daarvan, zodat men zelf zijn tempo kan bepalen.
Daarom hebben we voor onszelf deze route "de route van de
stilte" gedoopt!...
PIERRE
VAN BEEK