CUBRA

INHOUD PIERRE VAN BEEK
HOME 
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
TEKSTEN
AUTEURS
AUDIO
SPECIAAL

PRINT

Pierre van Beek - Heemkunde-artikelen

 redactie: Ben van de Pol

 

Tilburg - Esbeek

Het Nieuwsblad van het Zuiden - zaterdag 4 mei 1968

Geef uw ogen de kost. Kijk rond en overal waar ge kijkt, is het interessant! Zoals een profeet in eigen land zelden de nodige waardering ondervindt, zo is het ook gesteld met de streek, waarmee men vertrouwd is. Als ge nooit een berkeboom gezien had en men zou u vertellen, dat er ergens op de wereld witte bomen groeiden, dan zoudt gij er een verre reis voor over hebben om zulk een wonder te aanschouwen. Nu ligt het wonder voor de deur. Bij wijze van spreken kunt ge het iedere dag beleven en dan is het geen wonder meer.

Met deze gedachten voorop willen wij hier voor u eens een tochtje uitstippelen, dat vandaag een antwoord kan geven op de vaak terugkerende vraag: "Waar gaan we zondag eens naar toe?" Het is een tochtje per fiets, per brommer of per auto en het verste punt ligt slechts 20 kilometer van Tilburg verwijderd. We stellen alleen de voorwaarde, dat men op pad tijgt met de uitdrukkelijke intentie van nu eens echt te genieten van de vreugde van het buitenzijn. Dus oog, hart en ziel wijd opengezet met de bereidheid van ontvangen.

 

Daar gaan we dan! Vanaf het Tilburgse startpunt over de oude Goirleseweg naar Goirle. Als de bomen in het blad staan en de zon te hulp komt, behoort deze weg tot een van de mooiste wegen, die we in Brabant kennen. Bij de oude Goirlese kerk van St. Jan de Doper linksaf en dan bij het einde van het dorp rechtsaf de Beekse Dijk op, een kort stukje klinkerweg en dan asfalt tot aan Hilvarenbeek. Men passeert het riviertje de Ley en men zit dan al direct op 't grondgebied van de gemeente Hilvarenbeek, dat zich - merkwaardig genoeg - tegen de Goirlese dorpskom aandrukt.

Direct na de Ley ligt rechts het lage gebied "De Brant", waar in een grijs verleden de mensen van Goirle hun turf voor de kachel of het open vuur vandaan haalden. Het gebied behoorde tot "de gemeijnt van Goirle", was oorspronkelijk bezit van de hertogen van Brabant en werd reeds in 1329 als woeste grond voor gemeenschappelijk gebruik aan de Goirlenaren afgestaan. Nu is het laag grasland, dat in winters, waarin de Ley niet alles verwerken kan, wel eens onder water schiet.

Ook het uitgestrekte terrein - hoofdzakelijk weiland - links van de weg, "De Donck", een naam die duidt op hogere gronden te midden van broek- of moerasland, duikt regelmatig op in de annalen van de geschiedenis. De oudste vermelding, die speurders naar plaatselijke historie hebben kunnen ontdekken, was 1390. Het was het jaar, dat de hertogin Johanna van Brabant op haar tocht van Brussel naar Den Bosch met haar rijtuigen verdwaalde en in "De Donck" bleef vaststeken. Het waren de mensen van "De Westerik" onder Hilvarenbeek, die haar bevrijd hebben. Uit dank daarvoor schonk de hertogin het gebied als gemeenschappelijk bezit voor de bewoners van "De Westerik". Deze Beekse buurtschap bezit nog een in een haag staand kruis met het jaartal 1390 er op als herinnering aan het historische feit. Tot aan het uitbreken van de eerste wereldoorlog werd zelfs in Hilvarenbeek ter herinnering aan het gebeuren, iedere avond om negen uur het Westerikse klokje geluid. Wij herinneren ons nog de tijd, dat grote delen van "De Donck" woest waren en er ook het diepweggezonken Donckven lag. Nu is het alles vlakke weidegrond, een eindeloos verre kijk, waarbij men bij helder weer de Liza's Hoeve aan de weg Tilburg - Hilvarenbeek in de nabijheid van de "Beekse Bergen" kan zien staan. Ook ontdekt men links in de verte bossen. Het zijn de zg. "Zeven vennen", een naam, die een teken is. Het terrein is echter niet openbaar. Voortgaande ontstaat ergernis door een afschuwelijke, met allerlei soort blik afgemaakte hooischuur.

Op het nu vlakke akkerland van kwade grond lagen tot voor nog niet zoveel jaren terug de restanten van de Hoeveberg, waarin nog altijd de overblijfselen zichtbaar waren van de in de mobilisatiejaren van 1914-1918 door militairen gegraven loopgraven. Landschappelijk was de Hoeveberg bijzonder aantrekkelijk: een met mastebomen begroeide heuvel, een zandafgraving, heidebeplanting en aan de voet nog een vennetje. Geen enkele tastbare herinnering is aan dit alles overgebleven.

 

"Beekse Bergen"

Nu komt men spoedig aan het punt, waar vanuit de richting Goirle een zandpad uitmondt op de asfaltweg. Dit zandpad vormt de oude baan, waarlangs destijds de tram van Tilburg via Goirle naar Hilvarenbeek, Esbeek en Poppel-grens reed. Na de laatste, nieuwe boerderij vergezelt links een uitzonderlijk woest gedeelte geaccidenteerde heide met zandige koppen de weg. Het is verboden terrein. Ware dit niet het geval, dan zoudt ge hier op avontuur kunnen gaan om, vaak baggerend door het mulle zand, te belanden bij vrij grote zandverstuivingen, die oude Tilburgers als de "Beekse Bergen" kennen. Eens was het een graag bezocht speelterrein van de Tilburgse kleine man met zijn kinderen, totdat ook hier het "Verboden Toegang" met nog een paar andere "verboden" verrees. Dit zijn de originele "Beekse Bergen" voor de Tilburgers geweest en dat is een ander - hoewel niet zo ver er van verwijderd liggend - gebied dan dat wat thans als strandbad de "Beekse Bergen" reputatie geniet.

 

"Witte duinen"

Ook aan de rechterkant van de weg hebben u reeds bossen vergezeld. Deze behoren tot het gebied van het Bankven, dat voor het grote publiek niet zonder vergunning toegankelijk is. Daarop aansluitend beginnen de Hilvarenbeekse gemeentebossen, waarachter zich vroeger in zuidwestelijke richting een bijzonder mooie zandverstuiving uitstrekte, waar geen enkel pad naar toe leidde. Reeds langs de openbare weg lagen hoge beboste heuvels en daarachter kwamen dan witte toppen en diepe dalen van de zandverstuiving. Udenhoutse duinen in miniatuur! In een periode van werkloosheid heeft de gemeente Hilvarenbeek, bij wijze van werkverschaffing, de zandverstuiving geëgaliseerd en met mast beplant, waardoor een uniek stuk natuurschoon definitief verloren is gegaan. De boompjes van toen zijn intussen grote bomen geworden. Midden in de bossen heeft men zo pas echter een perceel gerooid en zo is hier weer ruimte ontstaan voor de ademende mens. Het is er goed toeven. Niet alleen vanwege de rust, maar ook omdat de witte berken, die de hele ruimte omzomen, mooi afsteken tegen de donkere dennen. Hier voelt ge u buiten en eindeloos ver weg van het rumoer van de wereld. Het loont de moeite de auto even tegen de kant te zetten al is het zand van de dreven dan ook nog zo mul. De mensen van Goirle noemden dit gedeelte weleer ook... "Beekse Bergen". Dat is dus de derde maal, dat wij die naam voor verschillende gebieden tegenkomen. Onze oude stafkaart spreekt echter van de "Witte Duinen", voldoende waarborg voor de bodemgesteldheid van de streek.

 

Dan maken, nog steeds aan de rechterkant, de bossen plaats voor weilanden, op de verre achtergrond waarvan zich de bossen van "Gorp" en de "Roovert" uitstrekken. Aan de huidige weiden is het voormalige Huisven - eens des winters gezocht voor de schaatssport - reeds lang geleden ten offer gevallen. Links is men intussen voorbij hotel-restaurant "Het Kasteeltje" gereden in de nabijheid waarvan de "Hilvaria Studio's" in de bossen verscholen liggen. Direct voorbij het witte pension "De Kwartel" strekt zich rechts - even van de hoofdweg verwijderd - een fraai bosje uit. Het is het oefenterrein van de Politiehonden Dressuurvereniging "De Vriendschap". Er wordt iedere zondag van 9 tot 12 uur geoefend en vanaf mei ook des zaterdags van 2 tot 5 uur. Een spectaculair gebeuren, vooral het zg. "pakwerk" of het werken met "de boef". De koninklijk erkende vereniging richt honden af voor politie, boswachters en bewaking van boerderijen, villa's enz. Kijkers zijn bij de oefeningen van harte welkom.

In vele bochten, waardoor de weg zich zo heerlijk onderscheidt van hoofdverkeerswegen, slingert hij zich naar Hilvarenbeek, waarvan het silhouet met zijn allesoverheersende, uitdagende toren, die daar oprijst als een wachter over de wereld, al enige tijd de aandacht heeft getrokken. Via "Den Hemel", een café dat vroeger in de tegenovergelegen boerderij was gevestigd, komt men op de voorrangsweg Tilburg - Hilvarenbeek.

 

Bezonken rust

Hilvarenbeek zou een verhaal apart waardig zijn. Waar vindt men zo'n plein vol serene rust en sfeer als het Beekse Vrijthof, waar de bezonken rust een aanklacht vormt tegen de haast van de tijd. De massale toren (einde 15de eeuw) vol zelfverzekering telt tien jaar telkens maar als één. Het is alsof hij de waarden van het heden zeeft, voortdurend het kaf van het koren scheidt. Daar zijn de oude lindeboom met de dorpspomp, het protestantse kerkje, de huizen met hun twee verdiepingen, een echt dorpscafé, waar een paar jaar geleden koningin Juliana op het terras zat en prins Bernhard tegen een stijl van het deurgat leunde. In Beek moet ge uitstappen. Minstens te voet een rondgang om het plein maken en trachten iets mee te nemen, te proeven of op te snuiven van eerbiedwaardige schoonheid.

Hilvarenbeek - Vrijthof

Hilvarenbeek bezit ook fraaie, nieuwe wijken: het villapark en de zg. "witte wijk". Langs deze laatste voert toevallig de voor u uitgestippelde route. Ge verlaat het Vrijthof door de Wouwerstraat en rijdt achter het links liggende sportterrein van "Hilvaria" de nieuwe Kasteelstraat in. Juist halverwege deze even uitstappen bij de IJpelaarstraat, aan het eind waarvan de Beekse toren boven de daken van het dorp oprijst. Nu zit ge in de "witte wijk", die haar naam eer aandoet door de riante landhuizen en bungalows.

 

"Hoog spul"

Zijn weg vervolgend komt men bij villa "De Rommelpot". Daar rechtsaf en harde weg volgen in zuidelijke richting. Men komt hier in de buurtschappen het "Hoog Spul" en "Veldhoven", welke laatste door de wegaanleg iets van zijn vroegere schilderachtigheid heeft ingeboet. Een naar links afbuigend harde weg laten liggen doch steeds verder zuidwaarts rijden. Als ge zo ver zijt, heeft het echte Brabantse land zich reeds in al zijn glorie opengevouwen. De weg slingert er zich doorheen als een rivier. Verkeer is er niet. Uitgestrekte weidevelden, vaak omzoomd door akkermaalshout, knusse veldweggetjes, ver weg verspreid staande boerderijen en een boog van bossen aan de zuidelijke horizont. Dit is het moment om weer eens uit of af te stappen en een terugblik te werpen op Hilvarenbeek. Juist vanuit het zuiden biedt het silhouet van het dorp het meest boeiende lijnenspel tegen de lucht.

 

Vrijheid

Hier ruikt ge de geur van het Brabantse land, voelt ge de zachte ademgang van al wat er leeft onder die immense hemel, daalt er een rust over u neer, die niet meer van deze wereld lijkt en ondergaat ge een vrijheid, die dwingt beide armen van blijheid de lucht in te slaan. Toch is dit allemaal uw eigen land. Zo dicht bij huis... zo ongeweten... Zo onbekend!...


De heilige Cornelius

De weg vervolgend komt een spits kerktorentje, dat reeds eerder de aandacht heeft getrokken en de vraag opgeworpen welk dorp dit toch wel kan zijn, steeds dichterbij. Het is Esbeek, dat daar wenkt! Ge passeert links nog een wat van de weg verwijderd bosje met houten huisjes: des zomers een jeugdvakantiekamp van de sportvereniging Feyenoord uit Rotterdam. Het zal niet lang meer duren of de vlag wappert er weer. Nu bereiken we spoedig een open hooischuur. Een klinkerpaadje buigt hiervoor rechtsaf. Nog een goede honderd meter en ge staat in "de Oranjebond". Auto of voertuig aan de kant en tijd voor een fikse wandeling in de bossen. Over dit gebied hebben we u reeds uitvoeriger georiënteerd.

 

"De route van de stilte"

Daarna terug naar de asfaltweg, voorbij een woning, die de naam "Winterkoning" draagt. De Esbeekse toren is nu heel dichtbij gerukt. We komen uit op de oude Trambaan en

 vandaar gaat het links naar de kerk, waar de H. Cornelius als beschermheilige tegen de stuipen bij kinderen in voorbije decennia vele bedevaartgangers getrokken heeft. Rechts aan de kerk voorbij of vóór de kerk rechts afbuigend wordt direct de betonweg Hilvarenbeek - Reusel bereikt, die dwars door "De Utrecht" voert. Dit landgoed kunt ge rechts of links van de weg als eindpunt kiezen om te genieten van de vele mogelijkheden aan natuurgenot, die hier voor het grijpen liggen. We zijn dan nog altijd niet meer dan twintig kilometer ver van huis geraakt.

Het zal wel duidelijk zijn geworden, dat men deze route niet met een auto moet afrazen. Maar dat behoeft ook niet. Het kenmerkende ervan is het weinige verkeer of de nagenoeg totale afwezigheid daarvan, zodat men zelf zijn tempo kan bepalen. Daarom hebben we voor onszelf deze route "de route van de stilte" gedoopt!...

 

PIERRE VAN BEEK