CUBRA

INHOUD PIERRE VAN BEEK
HOME 
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
TEKSTEN
AUTEURS
AUDIO
SPECIAAL

PRINT

Pierre van Beek - Heemkunde-artikelen

 redactie: Ben van de Pol

 

De "Oude Hondsberg" gezien op mistige herfstdag

Het Nieuwsblad van het Zuiden - dinsdag 26 november 1968

De "Oude Hondsberg". Dat is de naam van een 83 ha groot landgoed onder de gemeenten Oisterwijk en Moergestel, dat een aantal jaren geleden eigendom werd van de Stichting "Het Noordbrabantse Landschap" en daarmede tot in lengte van dagen gevrijwaard is voor vernieling of verdere versnippering. Vóór het zover was, heeft er inderdaad al versnippering van dit uitzonderlijk mooi stuk natuurschoon plaatsgehad. De eigenlijke Hondsberg, waarvan in Oisterwijk mensengeslachten gesproken hebben, omvat namelijk veel meer dan dat wat momenteel in het bezit is van "Het Noordbrabantse Landschap". Er ligt o.a. een psychiatrische inrichting, waarvan een in neo-Lodewijk XVI-stijl opgetrokken villa eigenlijk de Hondsbergkern vormt. We hebben daar te maken met een afgesloten gebied, dat in het grote bossen- en vennengebied van Oisterwijk geen functie vervult als recreatieoord voor het grote publiek. Zo kan het gebeuren, dat men wandelend door prachtige lanen plotseling op prikkeldraad of op "Verboden Toegang" stuit.

De naam "Honsberch" duikt voor het eerst al in 1591 op bij 'n scheiding en deling en komt ook in de 17de eeuw voor. Er is dan enige malen sprake van "Den Hontsberg onder Huyckelom". De tot nu toe gevonden gegevens zijn maar povertjes en in ieder geval onvoldoende om uit te maken of de Oude Hondsberg van thans identiek is met de Hondsberg, waarvan vroeger sprake was. Aan geen twijfel onderhevig is echter het feit, dat het huidige bezit van "Het Noordbrabantse Landschap" een bijzonder attractief brok natuurschoon in zich sluit, dat in bredere kring bekendheid verdient.

 

 

Schrijvend over Oisterwijks natuurschoon voor onze contreien kunt ge het gevoel krijgen een open deur in te trappen. Toch geldt dit zeker niet voor de Hondsberg van "Het Brabantse Landschap". Gedurende een lange reeks van jaren is dit deel van de Hondsberg namelijk afgesloten gebied geweest. Daarna was het alleen toegankelijk voor houders van wandelkaarten van "Het Landschap", maar sinds korte tijd zijn zelfs die kaarten niet meer nodig. Dit betekent dat men er even vrij kan wandelen als in welke andere gedeelten ook van de veel vroeger ontsloten gedeelten van de Oisterwijkse bossen en vennen. Gezien de geschetste situatie van het verleden is - hoe beroemd Oisterwijks bossen dan ook mogen zijn - de Hondsberg voor velen "terra incognita". Daarom vallen hier nog ontdekkingen te doen. De omstandigheid dat het tot het westelijke gedeelte van het vennengebied behoort, terwijl de grote zondagse drukte zich meer naar het oosten pleegt te concentreren, draagt in niet geringe mate bij tot een rustige ontspanning.

 

Openluchttheater

Terugdenkend aan het isolement van weleer kunnen we niet voorbijgaan aan vroegere hoogtijdagen, toen - ondanks de afsluiting - toch drommen toneelminnaars via een weggetje in de nabijheid van de toen nog sobere uitspanning "Klein Speyck" de Hondsberg "bestormden". Reeds vóór de eerste wereldoorlog bezat Oisterwijk dankzij de activiteit van kapelaan N.A.J. Huybers, die in 1903 in Oisterwijk was gekomen, een bloeiend toneelleven. In 1915 werd in Oisterwijk op de Hondsberg het eerste openluchtspel op zijn initiatief gegeven. En het was het beroepsgezelschap van de oud-Tilburger Vincent Berghegge (vader van Fientje Berghegge, die we nog wel eens op de televisie te zien krijgen), die met medewerking van amateurfiguranten de eerste openluchtvoorstellingen verzorgde. Het gold "De verloren zoon" van de priester Willem Smulders, dat - ondanks de minder fraaie zomer - veertig maal ging van 18 juli tot 9 september en 20.000 bezoekers trok. Zestig extra treinen voerden van heinde en ver bezoekers aan. Maar het was dan ook mobilisatietijd, waardoor Nederland geheel op zijn eigen amusement was aangewezen.

Vanaf 1921 speelde het traditie geworden toneelgebeuren zich nadien voortaan jaarlijks af op de Hondsberg bij het kleine Radven, dat als voorgrond en afscheiding van het publiek diende. Dit vennetje heeft de vorm van een nier. In de inkeping lag het natuurlijke podium, waar de eenvoudige decors stonden opgebouwd onder hoge dennebomen. In 'n droge zomer is het wel eens voorgekomen, dat het nietige vennetje geheel droog stond en tijdens de spelen op kunstmatige wijze van water moest worden voorzien. De accommodatie was er niet zo bijzonder, doch dit werd weer goedgemaakt door de intimiteit van het plekje, waar het publiek zich goed thuis bleek te voelen. In 1936 werd het huidige natuurtheater aan de Gemullenhoekenweg in gebruik genomen, nadat in 1935 op een terrein aan de Dorpsstraat nog een reeks opvoeringen had plaatsgehad.

Over het intieme theatertje van de Hondsberg was weer de grote stilte en het "Verboden Toegang" gevallen. Ook het Radvennetje viel terug in zijn stille gepeinzen en het is nog altijd niet uitgepeinsd over zijn oude glorie en de vergankelijkheid der dingen... Het vennetje ligt echter niet in het gebied van "Het Landschap". Men kan het nog wel zien vanachter een afrastering van prikkeldraad. Men bereikt dit punt via een weggetje tussen het Zwartlaantje en Klein Speyck.

 

"Enclave"

De Oude Hondsberg van "Het Noordbrabantse Landschap" wordt aan de westkant begrensd door de weg Moergestel - Tilburg, die hier onder zware beukenbomen doorloopt, welke de weg tot een tunnel maken, die donkerder is in de zomer omdat hij aan de kant naar Tilburg ook weer aan bossen grenst. Deze behoorden vroeger ook nog tot het gebied van de Hondsberg. Zij zijn eveneens sinds enige jaren eigendom van "Het Landschap" en worden Ter Braakloop genoemd.

Te midden van al deze bossen valt dan de grote lichtklad van het welbekende restaurant "De Jonge Hertog", het rustpunt bij uitstek voor de wandelaars van de Hondsberg. Meer bejaarde lezers herinneren zich vermoedelijk nog wel, dat de door de heer C. Schade uit Moergestel gebouwde "Jonge Hertog" thans de plaats inneemt van een oude boerderij, waaraan ook een café verbonden was. Maar dit was gene "Hertog". Naar de naam "Oude Hertog" luistert een café in de Pastoor van Beugenstraat te Oisterwijk. Toen de zoon van de eigenaar daarvan aan de Moergestelseweg bij de Hondsberg begon, werd dat natuurlijk "De Jonge Hertog". Voila! Zoals de Belgische gebiedsdelen bij Baarle-Nassau in Nederland, zo ligt thans "De Jonge Hertog" als een enclave in de bezittingen van "Het Noordbrabantse Landschap".

 

Oriëntering

Vanaf de Moergestelseweg kunt ge op méér dan één manier op de Oude Hondsberg geraken. De eenvoudigste voor wie er onbekend is, vormt misschien wel het bosweggetje langs de grens van het bezit. U vindt er een vijftiental parkeerhaventjes voor auto's. Met piketpalen met rode koppen werd door het belangrijkste deel van het gebied een wandeling van 4 kilometer uitgezet, die een uitstekend beeld van de Hondsberg biedt en de wandelaar weer op zijn punt van uitgang terugvoert.

Misschien bent u, vóór de aanvang van de tocht, ergens gestuit op een bord "Noordbrabants Landschap. Vrije wandeling op wegen en voetpaden voor houders van wandelkaarten", maar daarvan behoeft u zich - voor wat die kaarten betreft - niets aan te trekken. Dat is verouderd en in de onmiddellijke nabijheid doet trouwens het bekende groene bord met het wandelend paartje mededeling van de vrije openstelling en de voorwaarden, waaraan men zich te houden heeft.

 

Altijd zichzelf

Als we hier voor u op verkenning gaan, is het een mistige herfstmiddag, waarop de zon geen schijn van kans krijgt. Er is wel zicht door de bossen, maar vroeger dan onder andere omstandigheden vervagen de bomen tot niet meer dan een impressie om zich geleidelijk op te lossen in die grijze nevelmuur, waarachter allerlei mysteries huizen. We zijn hier geraakt door een gat van een strook Amerikaanse onderbeplanting, waarop het laatste herfstrood wiegt terwijl de reeds vergeelde bladeren triest de kop laten hangen.

Hoge dennebomen staan breed uiteen, verspreid over het zacht golvend terrein. De bodem is er bedekt met een dikke laag dennenaalden, die daalt en rijst met het gaan van de voeten en bij iedere stap vernielt ge wel ergens een klein grijs spinnewebje, zoals die overal als motiefjes van oud zilver in het naaldtapijt verwerkt zitten. Opeens beseft ge het weer opnieuw wat ge eigenlijk altijd wel geweten hebt: er bestaan geen méér altruïstische bomen dan de denneboom en de spar. Zij stappen niet zo uitdagend mee in de tred van de seizoenen door uit- en aankleedpartijen, maar blijven onverstoorbaar zichzelf, wat betekent: altijd mooi.

En zo dwalend over die herfstachtige Hondsberg dringt zich onweerstaanbaar de vraag op, waar toch dat misverstand vandaan komt, dat het zomer moet zijn om door de bossen te wandelen. Ja, de drie hier aanwezige picknicksets, die rustieke tafels met aan weerskanten een leuningloze bank en een houten prullebak als page er naast, staan nu wel op non-actief maar in deze mistige herfstdag, waarop zij donker afsteken tegen de nevelsluiers hebben ze de functie gekregen van decoratief element, dat de sfeer van zo'n ongewone dag beklemtoont.

Op de piketpaaltjes, die de Hondsbergroute uitstippelen, behoeft ge niet speciaal te letten om bij het Rietven te belanden, dat ge bij méér zicht zeker al wel eerder door de bomen ontdekt zoudt hebben. Het Rietven vormt één "pièce de résistance" van het menu, dat de Oude Hondsberg voorschotelt. Het verdient deze kwalificatie niet enkel uit een oogpunt van natuurschoon, maar het is ook een merkwaardig ven. Het blijkt door enige sloten met de er achter liggende Achterste Stroom of Reusel verbonden. Aan de andere zijde mondt er de kleine, van het westen komende Braakloop in uit, welke via het ven zijn water naar de Reusel voert. Deze situatie brengt met zich mee, dat het water verontreinigd wordt door ontginningswater.

 

Rijk en arm

Als we in Tilburg het woord "verontreiniging" horen, denken we al gemakkelijk aan een "blauwe Ley" en beruchte blauwsloten van weleer. Daar gaat het hier echter niet om. Wél om ontginningswater. Hoewel niet met het blote oog te zien, noemt men dit water "verontreinigd", omdat het vrij veel kunstmeststoffen bevat en ook een hoger zoutgehalte. Wat dit alles om het lijf heeft? Nou, dit vormt nu juist een wezenlijk verschil tussen voedselarme en voedselrijke milieus, waarvan de botanici spreken en is dientengevolge van invloed op de aard van de plantengroei. Ontginningswater maakt een voedselarm milieu rijker en verdringt daardoor de oorspronkelijke plantengroei.

Aan voedselrijke milieus hebben we in Nederland geen gebrek, de voedselarme zijn veel zeldzamer en het is juist in deze, dat men dus mag verwachten zeldzame planten aan te treffen. Totaal geïsoleerde vennen bezitten meestal het voor deze planten vereiste milieu. Voedselarme vennen zijn een kostbaar bezit, omdat zij micro-organismen bevatten, zowel dieren als planten, die van belang zijn voor de wetenschap. Bij het Rietven doet zich nu de tweeslachtigheid voor, dat sommige delen wél, maar andere niet of nauwelijks door het ontginningswater beïnvloed worden. Voedselarme en voedselrijke milieus treft ge hier met al hun overgangen naast elkaar aan. Dat tekent zich af in de plantengroei. Naast algemeen voorkomende planten vindt ge er zeldzaamheden als bijvoorbeeld de beenbreek.

 

Dam en eiland

Het geheel door riet omzoomde ven wordt door een omstreeks in 1913 gelegde dam in tweeën gedeeld, waarbij een klein bruggetje de verbinding vormt. Het totaal overzicht van het ven werd hierdoor nadelig beïnvloed wat niet wegneemt, dat de begroeide dam toch een schilderachtige doorgang vormt. Roerloos staat op deze herfstdag het riet met zijn pluimen in de top. Soms trillen er enige pluimen als er een wilde eend of waterhoentje wegschiet. Aan een oever hurkt onder een pannendak een in 't water uitgebouwd houten boothuisje, waarvan de vissersman nu verre is. Straks op een vrije middag zal hij terugkeren om met trage riemslag naar het midden van de plas te varen teneinde daar een zeelt, voorn, brasem, paling of zelfs een karper te verschalken. Dat zit er allemaal, al krijgt ge ze niet gemakkelijk te zien!

Aan de andere kant van het ven ligt een kunstmatig eiland. Een voormalige eigenaar van de Hondsberg, de Amsterdamse zakenman de heer Kleywegt-De Zwaan, liet het aanleggen. Via een speciaal daarvoor gebouwde steiger werd het benodigde zand met kipkarren aangevoerd, want aan geld was er geen gebrek. Het onbereikbare eilandje, dat misschien een doorsnee heeft van 25 meter en door geen mensenhand meer aangeraakt wordt, is uitgegroeid tot een burcht van metershoge rododendrons, waarvan enige dennen en berkebomen het echter in hoogte nog altijd winnen. Het is alsof de rietpluimen langs de oevers zachtjens fluisteren: Niet storen want hier sluimert Doorneroosje. Al kunnen we niet de ridder zijn, niets belet ons een stuk dood hout in de richting van de burcht in het water te werpen. De plets klinkt niet zo hard als verwacht. Er vliegt geen enkele vogel op. Het ven glimlacht even meewarig om zoveel naïviteit. Alleen de laatste van de steeds groter wordende kringen beroert nog juist het eiland. Dat is alles. Het watervlak mediteert met naar binnen gekeerd gezicht verder en denkt er niet aan iets van zijn mysterie prijs te geven.

 

Wisseling decor

Vanaf het einde van de dam kunt ge nu naar links, naar "De Koekoek", een witte in 1941 gebouwde woning met geel-rode zandlopersdeur en een geheel uit riet opgetrokken schuur er naast. Maar ge had naar rechts af moeten wijken, over een duiker, langs de moerassige beemden aan de vennerand, via een bruggetje van boomstammen over een glibberig pad vol herfstbladeren omhoog naar de beboste stuifruggen, waarvan de Hulterberg de hoogste is. Een hele decorwisseling heeft er plaatsgehad, want ge zijt nu in een hoog gelegen dennenbos, waar de bomen weer ver uiteenstaan. De weg daalt en klimt, passeert opnieuw een bruggetje en dan opent zich in het bos een open plek van geel zand. Een heerlijke speelplaats voor de kinderen.

Ondertussen zijt ge aan de linkerkant bijna voortdurend vergezeld geweest door de zg. Rietbeemden, een fascinerende wildernis met elzen en wilgen, waar overal troebelig water loert als een uitdagende dreiging voor de avonturier, die zich hierin zou willen wagen. Zo wordt het een soort bevrijding als de klimmende weg aan twee kanten wordt opgenomen door een bos van nu dicht opeenstaande oude en jonge sparren en dennen, waar plotseling ergens een bank tot rusten verleidt.

 

Dal van Reusel

Verschillende paadjes met onbekende bestemmingen wilt ge allemaal tegelijk volgen, want misschien zijt ge gegrepen door ontdekkingslust. Kies voorlopig maar de gemarkeerde hoofdweg. Als het bos wijkt en een grote weidevlakte openwaaiert, verandert het toneel opnieuw als bij toverslag. Dit is 't dal van de Reusel. De vrij brede beek verkeert hier in ongerepte natuurstaat, omdat tenminste dit gedeelte niet aan normalisatie ten offer viel. In de weide met een vernevelde boszoom in de verte vertonen zich nog restanten van een afgesneden stroomarm, die bijna weer geheel is dichtgegroeid. Links zijn weer de ondoordringbare bossen opgedoken, waar in de zomer de gagel heerlijk geuren moet. Het weggetje vertoont een eigenaardige karakteristiek doordat van de hoge Canadapopulieren om de andere boom er tot op een goede meter boven de grond werd afgezaagd en nu opnieuw takken heeft geschoten als kandidaat-knotwilg.

Keer liever hier op uw schreden terug om de Reusel even stroomopwaarts te volgen langs een klein wildernisje. De bodem is er bedekt met ongeremd tierende braamstruiken en brandnetels. Uitgedroogde kamperfoelieplanten en klimop hangen er als lianen van een oerwoud geslingerd om de hoge bomen. Onberoerd door mensenhanden gaat hier de natuur zijn gang in de schaduw van een paar torenhoge dennen. Des zomers in laaiende uitbundigheid, nu in de weemoed van een afscheid met daarachter echter altijd de zekere verwachting van een herleven in de eeuwige kringloop der seizoenen... van een eeuwig sterven gaan voor een opnieuw geboren worden.

 

Hondsberghoeve

Nog een weinig verder stroomopwaarts biedt een houten bruggetje gelegenheid de Reusel over te steken. Na een hoog sparrenbos en een complex Amerikaanse eik achter u te hebben gelaten, voert 'n statige laan van Amerikaanse eik midden door wei- en bouwland naar de door F. Kennis bewoonde Hondsberghoeve. Vlak langs de laan ligt in het weiland het Jennekensven. Nu niet veel meer dan een grote brandkuil of een veedrenkplaats, maar ook een tragisch voorbeeld van natuurschoonvernietiging als ontginning er de hand naar uitsteekt. Vroeger werden in dit ven schapen gewassen. De Hondsberghoeve is een kloek boerenbedrijf. Volgens een ingemetselde gevelsteen werd de eerste steen ervan gelegd op 2 augustus 1913 door E.W. Breda van Kerckhoven. De hoeve neemt de plaats in van een oud boerderijtje, dat rond 1913 door brand verwoest werd. Een brede zandweg langs de hoeve leidt zuidwaarts naar Moergestel en in noordelijke richting naar het punt van uitgang van de Hondsbergwandelaar.

De hele omgeving ademt een sfeer van landelijke rust. Ze wordt geaccentueerd doordat het begin van de avondschemer al zwaar weegt onder de koepel van de brede eikenlaan. Als de wandelaar dan hoopvol afstevent op een lichte plek in de verte, wordt hem even later de pas afgesneden in de nog verder doorlopende laan door een geel bord "Verboden Toegang". De grens van de St. Jozefstichting roept hem een halt toe. Het pad van de Hondsberg van "Het Noordbrabantse Landschap" buigt links af, langs de afrastering van St. Jozef. Weer langs een mooie bospartij met sparren, waaronder grote varens voor hun sterven staan.

Met overdreven lawaai fladdert een door ons gestoorde houtduif door de bomen. Een schrei van een fazanthaan, als een kreet van een levend wezen in doodsnood, maakt een nieuwe barst in de stilte. Nu nog langer ronddolen dreigt naar heiligschennis te gaan. Maar daar wenkt al een houten brug over de onverstoord voortstromende Reusel en achter de verlichte ramen van een bungalow lokt huiselijke gezelligheid. Nu rechtdoor naar de grote weg of links af langs "De Koekoek", die zijn visitekaartje op de zijgevel draagt, of via een ander paadje links, terug naar het Rietven. In beide gevallen bereikt ge snel de bewoonde wereld in de buurt van "De Jonge Hertog"-met-de-glanzende-beesten, die hier altijd als auto's op het witte grind staan.

 

PIERRE VAN BEEK