Bij
opgravingen in Hilvarenbeek vondsten uit 1000 tot 700 v.
Chr.
Het
Nieuwsblad van het Zuiden - zaterdag 8 november 1969
Opgravingen Hoog Spul, Hilvarenbeek - Archief
Pierre van Beek
Dat de
prehistorische mens zich ook in de contreien van
Hilvarenbeek heeft opgehouden, wisten we al. Dit is weer
eens opnieuw bevestigd door de thans aldaar op het Laag Spul
aan de gang zijnde opgravingen, die de volgende week hun
beslag zullen hebben. Tenminste voor wat het graven betreft.
Dan komt pas de studie aan de orde. En er valt weer wat te
bestuderen, want bij de opgravingen heeft men een grafveld
blootgelegd, dat bestaat uit een aantal ronde kringgreppels
terwijl ook een aantal zg. lange bedden, gelijk die reeds
vroeger te Goirle aan het daglicht kwamen, blootgelegd werd.
Daarenboven kwam ook een aantal urnen te voorschijn. De
vondsten stammen uit de tijd van 1000 tot 700 jaar vóór
Christus. Dat is uit het einde van de bronstijd en het begin
van het ijzertijdperk.
In de
nabijheid van het huidige terrein werd reeds in 1957 door
Modderman van het Rijks Oudheidkundig Bodemonderzoek een
gedeelte van een grafveld blootgelegd, waar ook urnen werden
gevonden. Dat vormde toen aanleiding 't aangrenzende terrein
voorlopig op de lijst van monumenten te plaatsen en dan maar
een goede gelegenheid af te wachten. Die deed zich voor toen
het bewuste perceel door de Ned. Heidemaatschappij ontzand
zou worden voor de aanleg van 'n nieuwe weg. Nu zitten de
liefhebbers van prehistorie in Hilvarenbeek niet te slapen.
Zo trok dan enige tijd geleden het Instituut voor
Prehistorie uit Leiden, onder leiding van drs. G.J. Verwers
en diens assistent K. Friezen met de technische tekenaars D.
Dekker en J. Bogerd vol verwachting aan de slag, waarbij de
Ned. Heidemaatschappij voor de eerste grondverplaatsing
zorgde. Eerst het grove werk met de dragline en toen het
deskundige schaafwerk met de schop. Successievelijk werd een
oppervlakte van 65 bij 85 vierkante meter onderzocht. De
diepte van 't terrein, waar men de prehistorische
nalatenschap ontdekte, varieerde nogal. Het diepste punt
bleek één meter te bedragen. Duidelijk waarneembaar tekenen
zich thans in het rode zand in 't nog open liggend gedeelte,
waar de tekenaars zich beijveren alles nauwgezet in kaart te
brengen, de zwarte kringen af.
Enige van de
gevonden urnen kregen wij te zien. Het waren er van
verschillende afmetingen en vorm, waarvan de grootste een
hoogte had van 36 centimeter. Sommige waren voorzien van
één, andere van twee oren. De meeste vertoonden allerlei
lijnversieringen. Één was geheel bedekt met nagelindrukken,
waardoor hij dus 'n zeer ruwe buitenkant vertoonde. De
meeste werden als scherven gevonden maar men bleek er aardig
in geslaagd deze weer tot een hele urn samen te lijmen.
Tot de
ontdekkingen behoorden 50 crematieresten: as en botjes. Zes
van deze resten werden in urnen aangetroffen. Kleine al of
niet versierde potjes bleken als bijzettingen gediend te
hebben. Opgevallen was het grote aantal halve potten,
waarvan men de juiste betekenis nog niet weet. Een rijk
grafveld mag het niet heten. Sieraden ontbraken met
uitzondering van zich een in een klein potje bevindende
bronzen ring.
Teeltbedden?
Zogenaamde
lange bedden werden er acht tot tien blootgelegd. Ze hadden
een breedte van 3 meter en een lengte van 20 meter en waren
aan de uiteinden boogvormig afgesloten. Urnen werden
opgedolven zowel uit de "koppen" als uit de middenstukken
van de bedden. Deze "lange bedden" hebben de deskundigen
steeds voor een raadsel gesteld. Velen zijn thans echter van
mening, dat men hier te maken had met teeltbedden. In de
greppels heeft men nog al veel sporen van landbouwprodukten
aangetroffen. Een andere belangrijke vondst was die van 2
plattegronden van huizen. Uit welke tijd die stammen, kon
niet direct worden vastgesteld.
Alle
materialen en gegevens gaan voorlopig naar het Instituut
voor Prehistorie te Leiden, waarna er later publicaties over
zullen volgen. Daarna zal de beslissing vallen welk museum
de vondsten krijgt.
Opgravingen Hoog Spul, Hilvarenbeek - Archief
Pierre van Beek
PIERRE VAN
BEEK