CUBRA

INHOUD PIERRE VAN BEEK
HOME 
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
TEKSTEN
AUTEURS
AUDIO
SPECIAAL

print pagina

Pierre van Beek - Heemkunde-artikelen

 redactie: Ben van de Pol - foto: Rob Siers


 

Vele mensen vragen zich af: Wie was Mie Pieters?

Het Nieuwsblad van het Zuiden - zaterdag 20 juni 1964

Ergens tussen Tilburg en Oisterwijk, een eindje van het Schapenven, en niet ver van de Pierenberg, ligt "Mie Pieters", een begrip voor elke boer uit de nabije omtrek. Voor de Tilburgers is het veelal niet meer dan een pleisterplaats in de vele "gezinsfietstochtjes", een plaatsje met schaduw onder de bomen, waar de kinderen het glaasje limonade krijgen, waar ze al de hele middag om zaniken, en waar pa dan toch ook maar een pilsje pakt, en zich zuchtend met de zakdoek het gezicht afwist... Een enkeling komt dan wel eens tot de vraag, wie Mie Pieters was, en waarom dit cafeetje twee namen heeft: "Mie Pieters" en "Jagers- en Visserslust".

We zijn ook eens een pilsje gaan pakken bij Mie Pieters, op een rustige middag "door de week" en we zijn binnen gaan zitten, omdat het buiten te koud was, én omdat we de baas wel eens wilden spreken. Daar zaten twee mensen samen aan een glas "oud bruin" de krant te lezen en overal commentaar op te geven, zonder zich er echter druk over te maken. De oudste van de twee, een gezellig klein baasje, dat zich na elke slok de mond tot ver buiten de lippen aflikte, had de meeste praats en was denkelijk de baas. We richten ons dus tot hem en vroegen om een pilsje. Mis! De jongeman, die eigenlijk nog niets gezegd had, was de kastelein.

Knol in drie dimensies

We keken eens rond en bewonderden de muurschilderingen, die kikkers voorstelden in allerlei standen en de meest eigenaardige kleding. Helemaal op de achterwand zagen we echter een vrouwenfiguur, nog in de Brabantse klederdracht gestoken, die voer strooide voor haar kippen, en we vermoedden als dat dit Mie Pieters moest zijn. Het oude baasje kwam onmiddellijk met commentaar op onze studie van de muren: "Dat is een vakman, die dat gemaakt heeft. Maar ge moet daar eens achter die deur gaan kijken. Ja daar!" We zagen een paard, een echte Brabantse knol, die een kar trok en recht op ons af kwam. "Nou moete eens naar buiten gaan en nog eens kijken", zei het mannetje terwijl zijn ogen glinsterden alsof hij het kunstwerk zelf had gemaakt. We deden het en zagen tot onze verrassing de knol nu weer op ons afkomen, terwijl we er nu heel anders voorstonden. Het mannetje ("Noem me maar Fransje - ik ben maar een heikneuter") las de verbazing in onze ogen. "Ziede nou, dat hier n'n vent aan het werk is geweest, die zijn vak kende?"

Al honderd jaar

Toen vroegen we de tegenwoordige kastelein, die inmiddels ons pilsje had ingeschonken, of hij nog wist wie Mie Pieters was. Nee, dat wist hij niet, maar zijn vader, Piet Coolen, die vorig jaar pas gestorven was, had haar nog goed gekend. De zaak bestond al meer dan honderd jaar. "Kijk, dat is allemaal zó gegaan", nam Fransje weer over. "Vroeger gingen de heren van Van den Berg nogal eens jagen hier in de omtrek. Dees boerderijke was van Louike van den Berg en die heeft er toen een jachthuis van gemaakt. Als dan de heren moe waren van het jagen of vissen, dan kwamen ze hier uitrusten, natuurlijk met de nodige borreltjes! Louike van den Berg heeft het toen verpacht aan Mie Pieters." "Zijn vader," en daarbij wijst Fransje naar de kastelein, "nam de zaak in '25 of '26 van Mie over en kocht bovendien de zaak van Van den Berg. Mie Pieters is toen naar het gasthuis in Oisterwijk gegaan en is een paar jaar later gestorven. Maar Mie heeft er zeker 45 jaar ingezeten! En dat is een weldaad voor de hele omtrek geweest".

Koppelaarster

"Kijk eens," legt Fransje uit, "in de omtrek was geen enen goeie weg. Hier lag alleen de hei, het bos en hier en daar wat moeras. Alle mensen hier uit de omtrek leefden van de hei, net zoals ik, we strikten af en toe een haasje, of we vingen een paar visjes, en daar leefden we van. Maar er was geen bioscoop hier, of andere dingen waar we ons mee konden vermaken. We hadden alleen maar Mie en Mie was werkelijk alles voor ons. Ge kont er niet komen, of ze stond voor oe klaar. Het was een en al vriendelijkheid, maar ook was ze eenvoudig. Het was een geweldig mens. Ik mocht er graag komen, want als ik eens een tijdje niks gevangen had en ik had honger, dan kon ik wel bij Mie terecht. Ze gaf alles weg wat ze had. Hier in de buurt waren bijna alle huwelijken uit die tijd gekoppeld door Mie Pieters ofschoon ze zelf nooit getrouwd is. Toen ze weg ging, vond iedereen het vreselijk. Het café bleef nog wel Jagers- en Visserslust heten, maar de mensen noemden het voortaan Mie Pieters en daarom heeft Piet Coolen er maar een dubbele naam van gemaakt. En daarom prijkt er boven de deur in het "nieuwe" gedeelte, dat pas in ???? aan de bestaande bouw is aangebouwd, de plaat met het opschrift "Mie Pieters" en op de zijgevel van de boerderij, die volgens Fransje al meer dan honderd jaar oud is, het opschrift "Jagers en Visserslust".

PIERRE VAN BEEK