Nieuwe Tilburgse Courant - dinsdag 4 augustus 1959
Recht uit Het Hart 6
Daar gaat het
niet om...
In
een tot contemplatie dwingend gedeelte van "Hart van
Brabant" belandden we in het paviljoen van de kunst.
Buiten de centrale verkeersader van de
tentoonstelling ligt het met "Onderwijs" in de
nabijheid van een "bosrand", waar enige banken tot
rusten noden en het Leypark zelfs nú nog park
gebleven is. Dit deel moet ge zien op een stralende
dag als de zon door de doorzichtige golfdaken van de
pergola's speelt en de kleuren gloed geeft... Op een
dag dat de vogels in de nabije bomen en struiken te
zingen zitten... En dat geluk hadden wij!
Het
kunstpaviljoen is maar klein en hetzelfde geldt
daardoor uiteraard van het aantal in hun werken
aanwezige kunstenaars. Wij benijden niet degenen,
die tot taak hadden de selectie te maken en dat wat
zij representatief vonden in dit keurslijf te
dwingen. Maar er moest uiteindelijk iets uit de bus
komen en daarom zullen er wel heel wat knopen
doorgehakt zijn.
De
expositie leert in ieder geval dat Brabant heus wel
"bij" is. Ook op het gebied van de kunst. Het ziet
er doorgaans nogal "modern" uit. Het meest van al
geldt dit de schilderkunst, waar men tot in 't
zuiver abstracte verzeild raakt. Nu zijn er nog
altijd een boel mensen die daar niet veel van
snappen. Ze lopen misschien wel naar waarzeggers om
de toekomst te kennen maar nooit kijken ze daarvoor
naar de kunstenaar. Toch zijn het juist dezen, die
in de tijd een slag vóór plegen te liggen en dus
iets vertellen kunnen! Gelukkig, dat dit ook van
onze Brabantse kunstenaars gezegd kan worden. Dezen
zullen de nadelige gevolgen daarvan wel graag op de
koop toenemen!
Kunsttentoonstellingen worden door een bepaald soort
publiek bezocht. Hier in het Leypark passeert nu
echter eens Jan en alleman. Ook degenen, die nooit
op een schilderijenexpositie komen! Onverhoeds zien
zij zich thans geplaatst voor wat algemeen als
uitstekende moderne kunst aanvaard wordt. Leuk (of
droevig?!) is het dan te horen en te zien hoe er
steeds naar de naturalistische voorstelling gezocht
wordt en men met kleuren geen weg weet. Het enige en
hoogste axioma schijnt nog altijd te zijn: kunnen
zien wat het voorstelt en liefst zo duidelijk
mogelijk. Een jarenlange evolutie is aan hen
ongemerkt voorbijgegaan en nu zien zij zich
plotseling voor een breuk geplaatst, die een
revolutie lijkt.
Een
naturalistisch landschap, portret of genrestuk wordt
door dezelfden graag aanvaard. Toch moet eens de
eerste schilder, die na de Middeleeuwen de profane
voorstellingen losmaakte uit het religieuze - stel
dat het ineens gegaan zou zijn! - een even groot
revolutionair geweest zijn als onze "modernen", die
zich om geen naturalisme meer bekommeren. Maar dat
is allemaal historie. Daar zijn we mee vertrouwd en
we weten niet meer beter. Alleen bij de hedendaagse
kunst ondergaan we nog een breuk. We missen de
aansluiting, wat uiteindelijk op een gebrek aan
artistieke opvoeding neerkomt.
Is
het nou per se nodig "te kunnen zien WAT het
voorstelt"? Kunt ge alleen verrukt zijn door
uitbundigheid van kleur zolang ge bijv. ook nog
duidelijk een veldboeket in een vaas onderkent? Zou
het dan werkelijk niet mogelijk zijn van boeket en
vaas te abstraheren en toch een ontroering van
schoonheid door enkel kleur en lijn te ondergaan?...
Ons lukt dat best! We pleiten niet voor louter vorm
maar als ons de diepere zin van de individuele
expressie van de kunstenaar ontgaat, zijn we nog
altijd tevreden met wat vreugde schenkt aan ons hart
daarbij bescheiden erkennend dat we méér begrijpen
van een toverlantaarn dan van driedimensionale
kleurentelevisie... Alles wat we zeggen wilden nu
zovelen in traditie vergroeiden onvoorbereid in een
galerij van moderne kunst verzeild zullen raken is
per saldo dit: probeer eens los te komen van dat
eeuwige: Wat is het?
Reacties van toeschouwers brachten ons tot dit
stukje. Overigens: Zó "erg" als u na bovenstaand
misschien denken zou is het op "Het Hart" nu ook
weer niet!...
FLANEUR