Nieuwe
Tilburgse Courant - zaterdag 9 augustus 1941
Petunia's
De petunia's in de bloembakken aan
weerszijden van een erker dragen de glimlach van mijn
huis. Maar ze weten er zelf niets van! 't Komt misschien
wel daardoor, dat ze, gelijk een argelooze, jonge vrouw,
zoo schoon zijn! Ze kennen geen verwatenheid. Ze
schreeuwen niet en dringen zich niet op maar doen
doodgewoon hun plicht van bloem te zijn. Zoo'n tuil van
lof kunt ge de menschen niet steeds offreeren...
Mijn huis krijgt z'n vriendelijk gezicht
omstreeks midden Juni. Ge zult dat wel laat vinden. Ik
weet het. Mijn buurman steekt me reeds vanaf de halve
Mei met zijn petunia's de oogen uit. Die komen uit de
glazen kas van den bloemist. De mijne zorgen echter voor
zichzelf. Van 't eene jaar in 't andere. Ze bloeien in
den hoogzomer. In het najaar zaaien ze haar eigen zaad.
Dit overwintert in den grond om te schieten als de
natuur het met een bezonden vinger op den schouder tikt.
Bloem-zaad-bloem, bloem-zaad-bloem: Mijn petunia's
blijven steeds familie van elkaar. Drie jaar reeds
voltrekt zich deze kringloop zoo. Wat een
erkentelijkheid voor 't kleine plekske grond, dat ik
haar ter beschikking stel! Laat dan de plantjes uit den
erker van hiernaast maar bibberen in de vlagen van de
beruchte Nederlandsche Mei en in den rijpen zomer door
geraniums overwoekerd worden...
Mijn petunia's haasten zich langzaam.
Éénmaal haar kelken opgestoken vouwen zij ze echter niet
meer dicht aleer het najaar aan het vagebondeeren slaat.
Altijd staan er nieuwe kelken klaar om vermoeide zusters
te vervangen. Zoo leeft de weelde maanden lang aan twee
kanten voor mijn raam met het gezicht naar de zon. De
kleuren van mijn petunia's loopen van diepblauw naar
paars en violet. In het blauw zie ik het azuur van de
Middellandsche Zee, die al de sprookjes van Afrika en
het Oosten kent... Het paars spreekt van het bosch, dat
op zijn hurken tegen een avondhemel te filosofeeren zit
over zijn eigen mysteries... Het violet vertelt van een
wijden horizon, waarachter de vreemde landen schuilen,
die ge alle nog eens wilt bezoeken...
Ja, nu weet ik het opeens waarom ik zoo
van petunia's houd. Ze dragen niet alleen den
uiterlijken glimlach van mijn huis maar evenzeer de
gestalte van wenschen en verlangens. Verlangens, welke
in schoonheid haast altijd hun vervulling overtreffen.
Volgend jaar moeten er nog veel méér petunia's bloeien
in mijn tuin! Zaai er ook wat in den uwe!...
CANTECLEER