CUBRA

INHOUD PIERRE VAN BEEK
HOME 
BRABANTS
AUTEURS

PRINT

Cantecleer (ps. van Pierre van Beek) - columns

 redactie: Ben van de Pol

 

Nieuwe Tilburgse Courant - vrijdag 27 juni 1941

 

 

Zomerherinnering

 

't Zomert! 't Zomert overal! In de stad, op het land, in de harten, in de gedachten en wellicht ook in 't roodgedakte huis, duizend kilometer hier vandaan, waar ge het meisje met de vergeet-me-nietjes-oogen hebt gezoend achter de ligusterhaag. Sindsdien zijn vele zomers over de wereld gegaan. Zal het huis daar nog hurken onder den wilden kastanjeboom, waarvan de kroonluchters der bloesems sinds eenigen tijd staan uitgedoofd? Ach, wat vraagt ge dat aan mij! Ge kunt u beter wenden tot de zon. Die registreert al de schoone geheimen van de wereld.

Des zomers ritselen er extra veel. Vandaar, dat zij dan zulke lange dagen maakt... De zon kan u vertellen hoe de oogen, die u als jongeling zóó bekoorden, dat gij nu nog aan haar denkt, thans naar het leven zien. Of ze twinkelen als weleer, lijk sterren in een zomernacht... Of zij zich nog vaak in zaligheid geloken hebben als bij dien eersten ambrozijnen kus... Of ze misschien van hopen en vragen moe geworden... rood geweend... of vóór haar tijd gebroken zijn?... De zon van den zomerdag, die de luchten wijder spant en de verbeelding zoo gemakkelijk naar onwezenlijke verten stuurt, weet het al! Maar of zij het u daarom ook onthullen zal?...

De zomersche zon is zoo goed. En de vele domheden van de menschen hebben haar zoo wijs gemaakt! Gelijk een kind zijn speeltuig openbreekt om 't geheim van het mechaniek te zien, zoudt gij uw herinnering, die de afstand heeft verguld, uit elkander slaan indien ge antwoord op de vragen kreegt. Vóórdat gij zelf het wist, zou er in uw leven een vreugde minder zijn. De vragen moeten daarom vragen blijven. En daarvoor zal de milde zon wel waken want zij weet, dat herinneringen de eenige paradijzen zijn, die op aarde voor de menschen openstaan...

 

CANTECLEER