CUBRA

INHOUD PIERRE VAN BEEK
HOME 
BRABANTS
AUTEURS

PRINT

Cantecleer (ps. van Pierre van Beek) - columns

 redactie: Ben van de Pol

 

Nieuwe Tilburgse Courant - vrijdag 19 juli 1940

 

 

De brief

 

Ik heb een brief ontvangen. Als een eilandje van verwachten ligt hij daar nu op mijn schrijftafel. Gij en ik, wij krijgen vele brieven. Alle menschen krijgen brieven omdat ge daaraan zelf niets doen kunt. Ze sluipen soms met ingetrokken schouders in de gleuf van uw brievenbus. Ge weet vaak niet van waar en hoe, en dan ondergaat ge zooiets maar. Niet alle menschen schrijven brieven want dat verlangt een vrije daad van uw vrije hand, welke niet den penhouder stuurt als gij dat zelf niet wenscht.

Brieven kunnen dragers zijn van schoone gedachten, die als op vleugelen uit den hemel tot u komen. Een brief kan de aether zijn van het draadlooze contact tusschen voor elkaar warmkloppende menschenharten zooals die van een moeder en haar kind, van een jonge vrouw en haar verloofde, van u en uw verren vriend. Een brief kan de boodschapper zijn van het nieuwe leven, dat geboren werd; van een geluk, dat in de wereld kwam. Maar ook kan hij tot u dragen de mare van het leed en de droefenis van het huis, waar klopte aan de deur de dood, wiens komst door menschen niet begrepen werd. Niet één brief is gelijk aan de andere!

Alle brieven hebben een gezicht, dat steekt in hun uiterlijk kleed of in de hand van het adres. Belastingbrieven dragen een raampje bovendien. Zij kijken u daarmede aan als door een bril en verraden zich meteen. Dit zijn brieven met het hart op de tong, waar ge niet over peinzen maar alleen op vloeken kunt. Daarom zijn ze mij niet sympathiek. Ook de brief op mijn schrijftafel heeft zijn eigen gezicht. En nog wel een, dat ik nooit eerder zag. Nimmer nog kreeg ik zoo'n stuk bezield papier van zulk een rose kleur. De menschen, die mij kennen, weten, dat ik niet van rose houd, omdat die kleur te laf is om rood te durven zijn. Ik kan haar alleen waardeeren voor pasgeboren kinderkes en fondant. Wat trouwens hetzelfde is als ge beiden in een wiegske legt...

Toch draagt die brief mijn adres, met zorg geschreven in een fijne hand, die ik niet ken. En uit het papier komt een geur van lavendel op zijn teenen naar mij toegewandeld. Ge behoeft geen grafoloog te zijn om te begrijpen, dat hier onmiskenbaar de brief van een vrouw voor u ligt... Vrouwen schrijven heel veel brieven - vooral als zij niet getrouwd zijn. Zij schrijven zulke brieven! Maar waar op de wereld, in welke stad, in welk huis woont toch de vrouw, die een brief schrijft aan mij, die niets bezit dan mijn boeken en de eenzaamheid van mijn gedachten?... Ik zal het spoedig weten want ik ga den brief nu openmaken...

 

CANTECLEER