Nieuwe
Tilburgse Courant - vrijdag 19 juli 1940
De brief
Ik heb een brief ontvangen. Als een
eilandje van verwachten ligt hij daar nu op mijn
schrijftafel. Gij en ik, wij krijgen vele brieven. Alle
menschen krijgen brieven omdat ge daaraan zelf niets
doen kunt. Ze sluipen soms met ingetrokken schouders in
de gleuf van uw brievenbus. Ge weet vaak niet van waar
en hoe, en dan ondergaat ge zooiets maar. Niet alle
menschen schrijven brieven want dat verlangt een vrije
daad van uw vrije hand, welke niet den penhouder stuurt
als gij dat zelf niet wenscht.
Brieven kunnen dragers zijn van schoone
gedachten, die als op vleugelen uit den hemel tot u
komen. Een brief kan de aether zijn van het draadlooze
contact tusschen voor elkaar warmkloppende
menschenharten zooals die van een moeder en haar kind,
van een jonge vrouw en haar verloofde, van u en uw
verren vriend. Een brief kan de boodschapper zijn van
het nieuwe leven, dat geboren werd; van een geluk, dat
in de wereld kwam. Maar ook kan hij tot u dragen de mare
van het leed en de droefenis van het huis, waar klopte
aan de deur de dood, wiens komst door menschen niet
begrepen werd. Niet één brief is gelijk aan de andere!
Alle brieven hebben een gezicht, dat
steekt in hun uiterlijk kleed of in de hand van het
adres. Belastingbrieven dragen een raampje bovendien.
Zij kijken u daarmede aan als door een bril en verraden
zich meteen. Dit zijn brieven met het hart op de tong,
waar ge niet over peinzen maar alleen op vloeken kunt.
Daarom zijn ze mij niet sympathiek. Ook de brief op mijn
schrijftafel heeft zijn eigen gezicht. En nog wel een,
dat ik nooit eerder zag. Nimmer nog kreeg ik zoo'n stuk
bezield papier van zulk een rose kleur. De menschen, die
mij kennen, weten, dat ik niet van rose houd, omdat die
kleur te laf is om rood te durven zijn. Ik kan haar
alleen waardeeren voor pasgeboren kinderkes en fondant.
Wat trouwens hetzelfde is als ge beiden in een wiegske
legt...
Toch draagt die brief mijn adres, met
zorg geschreven in een fijne hand, die ik niet ken. En
uit het papier komt een geur van lavendel op zijn teenen
naar mij toegewandeld. Ge behoeft geen grafoloog te zijn
om te begrijpen, dat hier onmiskenbaar de brief van een
vrouw voor u ligt... Vrouwen schrijven heel veel brieven
- vooral als zij niet getrouwd zijn. Zij schrijven zulke
brieven! Maar waar op de wereld, in welke stad, in welk
huis woont toch de vrouw, die een brief schrijft aan
mij, die niets bezit dan mijn boeken en de eenzaamheid
van mijn gedachten?... Ik zal het spoedig weten want ik
ga den brief nu openmaken...
CANTECLEER