Lied
van de stadsreiniging, de waterleiding en de wilhelminaboom
tekst
& muziek: dhr. Smeulders, Tilburg
Mevr.
Staps-v.d. Pol, Tilburg
Tilburg
dat is een schone stad
maar
daar viel nog veel aan te verand'ren
de
straten die zijn en bleven nat
het
lijkt er wel een modderbad
en
ging men soms hier, daar eens kijken
dan
liep je wijd en zijd
tot
je enkels toe in 't slijk
maar
nu voortaan, verstaat me wel
heeft
men aan elke vuilniskar een bel
maar
nu voortaan, verstaat me wel
heeft
men aan elke vuilniskar een bel
och
was de waterleiding klaar
zo
hoort men menig huisvrouw zuchten
de
waterleiding was dan klaar
maar
niemand sloot nog bij hun aan
men
zei: we moeten deh t'rugbetalen
vijf
gulden 'n meterhuur
en
dat was ook veel te duur
en
we lieten de waterleiding staan
voor
ons part kon ze naar de maan toe gaan
en
we lieten de waterleiding staan
voor
ons part kon ze naar de maan toe gaan
-
maar zij op hunne beurt
hebben
onze pompen en ons putten afgekeurd
en
toen moezen m' er aan
en
toen moezen m' er aan
het
kroningsfeest was mooi geweest
des
avonds gingen me naar den Besterd
een
ieder die prees het om het meest
't
vuurwerk was ook duivelsmooi geweest
maar
wat hoorden wij in die vroege morgen
ze
hadden met groot geweld
de
boom in 't park ontveld
en
welke premie men ook biedt
de
rechte daders vond men niet
en
welke premie men ook biedt
de
rechte daders vond men niet
een
variant van dit laatste couplet gaat:
't
was 's avonds in den Besterd feest
en
ieder huppelde daarhenen
't
was ook zo bliksemsmooi geweest
en
allen waren blij van geest
maar
wat zag men in de vroege morgen
men
had met groot geweld
den
boom in 't park ontveld
en
welke premie men ook biedt
de
waren dader vindt men niet
en
welke premie men ook biedt
den
waren dader vindt men niet
|