stonerrock, doom, psychedelica en avant-garde metal om het kort
samen te vatten.
Ook de 21e editie was weer een groot succes, lees ik in de
media. Meer dan honderd groepen traden op. Groepen met nu eens
poëtische dan weer duistere namen - van Dark Buddha Rising
tot Full of Hell, van Paradise Lost tot Neurosis,
en van Peter Pan Speedrock tot The Skull. Zelf heb
ik deze keer geen noot gehoord. Alleen maar gekeken naar en af
en toe gepraat met de bezoekers in de lange wachtrijen tussen
Het Patronaat en 013.
Roadburners gaan beslist niet uniform gekleed al voeren
donkere kleuren en zwart wel de boventoon in hun kledij. De
variëteit aan T-shirts is groot. Hoewel de daarop aangebrachte
teksten en afbeeldingen bijna altijd in het teken staan van dood
en verdoemenis, kijken de meeste dragers toch heel tevreden de
wereld in - ze hebben er duidelijk zin in. Er lijken trouwens
steeds meer vrouwen bij te zijn. (En neemt het aantal baarden
niet eerder af dan toe?).
Een vriendelijke Italiaanse Bulgaar die meteen een
duivelsteken maakte toen ik mijn camera op hem richtte, was in
het gezelschap van een Argentijn die een jaar gespaard zei te
hebben om dit festival mee te kunnen maken. "Mijn eerste
buitenlandse reis, ik heb 35 uur reizen achter de rug."
Ook kreeg ik een kaartje in de hand gedrukt waarop enkel
Treurwilg stond. Kennelijk een Tilburgse band. "We
hopen nog eens zelf op Roadburn te staan", zei een bandlid
vrolijk lachend. Nou, wat hun naam betreft, zitten ze denk ik in
elk geval alvast goed. En de tekst die ik even later op de
website van hardrockcafé Little Devil vind, liegt er ook niet
om: