In
dankbare herinnering aan Riet van Beurden (1926-2012)
Joep Eijkens
Riet, 29 januari 2003.
Riet samen met haar 'evacuatievriendin' Nelleke Wiltingh
herinneringen ophalend aan oorlog en bevrijding.
Riet en Adje die ze nog kende van sociaal pension
Transvaalplein.
Riet bij mijn jaarlijkse boekenkraam op het Willemsplein in
gesprek met dichter Jef van Kempen en fotograaf Wijnand van
Lieshout.
Riet en haar buurvrouw Paula met wie ze zoveel lief en leed
deelde.
Riet met Lotje 2, het onafscheidelijke poedeltje dat ze zo
verwende.
Riet op haar tachtigste verjaardag.
Riet aan de wandel met Lotje 2.
Riet voor haar huis. 'Verdorie waar blijft onze historie?'
staat er op de poster voor het raam.
Riet bij het portret van Peer de Koning, de boerenknecht die
ze in Goirle 'Pietje de Vuilik' noemden.
Riet in haar tuin waar ze ook kippen hield.
Riet met Angelique, de vrouw van Gerrit Poels, de Broodpater.
Riet, voorjaar 2010.
Riet met 1e jaars psychologiestudenten die Tilburg verkennen.
Riet met Adje die ook ouder wordt.
Riet tijdens de reünie van oud-bewoners van De Koningswei.
Zo zouden de bijschriften kunnen luiden bij een deel van de
foto's die ik de afgelopen tien jaar bij diverse gelegenheden
maakte van Riet van Beurden. Een markante Tilburgse wier naam
voor altijd verbonden is met het behoud van Huize Nazareth waar
ze tegenover woonde in de Nazarethstraat.
Nu ik al die foto's waar Riet op staat terugzie, vind ik haar
er zorgelijker uitzien dan ik me herinner. Misschien vond ze het
niet zo leuk om op de foto te gaan. Misschien associeerde ze het
op de foto gaan met ernstig kijken, serieus zijn. Bovendien had
ze nu eenmaal haar momenten dat ze zich kwaad maakte en dan zag
je niet de vrolijke, enthousiaste, levendige vrouw zoals ze toch
op de eerste plaats in miij voortleeft.
Waar ze zich druk of kwaad om maakte? Niet op de laatste
plaats om mensen die anderen het leven zuur maakten. Riet van
Beurden had een groot rechtvaardigheidsgevoel en kwam altijd op
voor de mensen die het minder goed getroffen hadden. 'Ik ben zo
blij dat ik sociaal voelende ouders heb gehad', vertrouwde ze me
eens toe. Ze mocht dan wel ooit gezelschapsjuffrouw zijn geweest
bij een rijke dame op een kasteel, haar mooiste jaren bracht ze
als vrijwilligster door tussen zwervers, junks, daklozen en
alleenstaande moeders met kinderen in sociaal pension
Transvaalplein.
Wijnand van Lieshout noemde haar 'een Coba Pulskens-typeke'.
Een beetje oneerbiedig? Nee hoor, zo had de Tilburgse kunstenaar
het zeker niet bedoeld. Riet van Beurden had in elk geval ook
het strijdbare van Tilburgs bekendste verzetsstrijdster.
Ze zal al tegen de zestig gelopen hebben toen ik voor de
eerste keer kennis met haar maakte. Ik werkte toen bij het
Nieuwsblad van het Zuiden (later: Brabants Dagblad) waar ik
onder meer schreef over onderwerpen uit de Tilburgse
geschiedenis. Nou, heemkunde en historie waren een kolfje naar
Riets hand. En dat liet ze merken. Ik weet niet hoe vaak ik
gebeld werd op de krant. En als je ze eenmaal aan de lijn had,
was je zomaar niet van haar af. Want Riet had altijd wat
meegemaakt en zat vol mooie verhalen. Ik heb haar wel eens
gezegd dat ze alles eens op papier moest zetten - maar daar was
het de vrouw niet naar. Ze vond het gewoon leuk om te vertellen.
Dat zal ik, denk ik, ook het meest missen: gewoon even bij Riet
langs, even op de koffie en luisteren. En lachen. Het waren nu
eenmaal vaak verhalen van een lach en een traan.
Wél viel me op dat ze de laatste jaren wel eens minder
vrolijk gestemd was. Natuurlijk had dat ook te maken met
gezondheidsproblemen. Maar werd ze ook niet pessimistischer? Ook
de vele krantenartikelen over seksueel misbruik in de katholieke
kerk vielen haar zwaar. Zelfs de Fraters van Tilburg bleken
erbij betrokken, nota bene van hetzelfde Huize Nazareth dat mede
dankzij haar inzet gespaard was gebleven voor de slopershamer.
Maar ik geloof dat ze ook wel bleef vinden dat het meeste wat de
fraters gedaan hadden voor Tilburg goed was.
De laatste keer dat ik haar fotografeerde was afgelopen
najaar tijdens een mooie reünie van oud-bewoners van de
roemruchte volkswijk De Koningswei. Het was denk ik al geen goed
teken dat ze er maar even haar gezicht liet zien.
Daarna kwam ik haar nog een paar keer tegen op straat met
haar onafscheidelijk Lotje 2.
Ja, ik heb nog een paar foto's van haar gemaakt. Maar dat was
op 25 mei j.l. toen ze opgebaard lag in een rouwcentrum.
De dag erna kreeg ze een mooie uitvaartdienst in de Heikese
kerk. En vond ze tenslotte een laatste rustplaats op
begraafplaats St. Jan te Goirle, naast haar ouders. Het kind is
weer thuis. Een mooi kind, een goed mens. Ik ben dankbaar dat ik
haar mee heb mogen maken.
|