Oude familiefoto's hebben iets moois maar ook iets triests.
Sterk heb ik dat ervaren toen ik een aantal jaren terug een boek
maakte over Tilburgse familiealbums. Ook Jan werkte eraan mee.
Afgelopen dinsdag toen ik hoorde dat hij overleden was, nam ik
het boek nog eens ter hand. En, geloof het of niet, het viel
juist open op de plek van zijn hoofdstuk. 'Rythm op z'n Tilburgs'
luidt de titel. Over dat 'rythm' zal ik het direct nog hebben
maar dat 'Tilburgs' mag nu al onderstreept worden. Want ik ken
weinig Tilburgers die zo Tilburgs waren als Jan - al heette hij
dan ook Van Amersfort.
Waar zat dat 'Tilburgse' in? Ik denk op de eerste plaats in
die typische mengeling van eenvoud en trots, in een bepaald
soort humor én in een aanstekelijke manier van vertellen. Ik
vond het altijd een genot om naar Jans verhalen te luisteren. Al
hoorde ik ze soms al voor de vierde keer, ik kreeg er niet
genoeg van. Zoals van dat ene verhaal over de beroemdste
gitarist die Tilburg ooit gekend heeft, Bill Coolen. D'n Bill
noemde Jan hem. Hij had er les van gekregen net zoals zijn broer
Theo met wie hij in een Hawaï-orkestje had gezeten.
D'n Bill, zo ging het verhaal, had ooit een heel speciale
gitaar laten bouwen waar niemand dan hij, de maestro, op mocht
spelen. "Daar mochte nog niet naar kijken", zei Jan.
En hij vervolgde: "Eddy Christiani wilde die gitaar kopen.
Dè's goed, zei Bill. Maar dan moette één ding beloven. En dè
is? zei Cristiani. Dè ge irst`gitaar leert spelen. Nou, die
Cristiani was zó vertrokken!"
De gebroeders Van Amersfort hebben na de Hawaï-periode ook
nog een soort jazzbandje gehad, 't Rythum Kwartet, dus het
Engelse Rythm op z'n Tilburgs. Maar op zeker moment heeft Jan de
gitaar toch ingeruild voor iets anders, iets dat zijn hele leven
ging beheersen: de fotografie. En ik neem aan dat de meeste
mensen Jan van Amersfort eerder kennen als
fotograaf dan als muzikant.
Zelf maakte ik voor het eerst kennis met hem toen ik voor het
Nieuwblad een stukje moest schrijven over een expositie van
amateurfotografen. Jan was meen ik de enige exposant die zich
richtte op modelfotografie. Dat was niet alleen zijn specialisme
maar ook zijn grote passie. Niet dat het hem erom ging om zoveel
mogelijk Playboy-achtige modellen voor zijn lens te krijgen.
Nee, het liefst werkte hij langere tijd met hetzelfde model om
te variëren op het eeuwige thema van de vrouwelijke schoonheid.
En - wat minstens zo belangrijk was - die schoonheid kwam
volgens hem het beste tot zijn recht in gomdrukken en andere
edele drukken, zoals ze al gemaakt werden door de 19e eeuwse
pioniers van de fotografie.
Nee, je moest bij Jan niet aankomen met digitale camera's -
dat had volgens hem weinig of niets met fotograferen te maken.
En al had hij daarin zeker geen gelijk, ik vond zijn hang naar
het ambachtelijke en schilderachtige wel mooi. In de
plaatselijke fotoclub was hij wat dat betreft een roepende in de
woestijn.
Gelukkig dat hij zijn liefde voor de analoge fotografie kon
delen met een landelijke werkgroep die eens in de zoveel tijd
bij elkaar komt. Eén keer ben ik meegeweest. Het was waarempel
in Amersfoort te doen. En ik heb Jan daar echt in zijn element
gezien tussen die andere mannen en een enkele vrouw. Hij was de
oudste maar zeker niet de minst enthousiaste van het gezelschap.
Een paar maanden geleden vertelde Jan me dat hij na lang
zoeken gelukkig weer een goed en aardig model had gevonden met
wie hij graag werkte. Maar toen ik hem een tijdje later belde om
weer eens bij te praten, schrok ik van de stem die ik hoorde aan
de andere kant van de lijn. Hij bleek in het ziekenhuis te
liggen. "Het gaat niet goed, Joep", zei hij. Dat had
ik hem nog nooit horen zeggen. Jan had op medisch gebied al heel
wat voor zijn kiezen gehad en daar hoorde je hem amper over
klagen. Maar dit was anders. Dit klonk meteen als een verloren
wedstrijd.
Ik geloof niet dat ik gelovig ben maar af en toe zou ik
willen dat de Hemel bestond. Al was het maar om Jan van
Amersfort te horen spelen in het orkestje van d'n Bill. Maar
evengoed kom ik hem daar niet een-twee-drie tegen omdat hij met
zijn fotocamera op jacht is achter een of andere schitterende
engel aan.
Ja, oude familiefoto's hebben iets moois maar ook iets
triests. Dat komt omdat er vaak mensen op staan die al dood
zijn. Net zoals Jan nu. Maar Jan leeft voor mij voort. In zijn
foto's, zeker, maar meer nog in zijn verhalen, zijn lachende
gezicht -, ook al was hij de tachtig gepasseerd, nog steeds had
hij iets van de jongen die het eerste levenslicht zag in de
Tilburgse Textielbuurt...
Voor werk van Jan van Amersfort in
de CuBrarubriek Brabants Licht zie: