De namen variëerden van Filiosofische Stilte tot Frietboer,
en van A Winged Victory for the Sullen tot Dead Rat
Orchestra. De muziekgenres variëerden van apocalyptic
folk tot indian classical music en van ambient
tot noise. En dan hebben we het alleen nog over de
tientallen groepen en individuele musici uit binnen- en
buitenland die tijdens het afgelopen Incubate-festival in
Tilburg te horen waren.
Natuurlijk, muziek is het hart van deze jaarlijkse 'celebration
of independent culture'. Maar kunst, film, theater en debat
maken er ook deel van uit. En dat gelukkig in toenemende mate.
Zo was er deze keer een grote tentoonstelling in de prachtige
Koepelhal van de voormalige NS-Werkplaats ingericht onder de
noemer 'Open Source'. Heel democratisch, iedereen mocht werk
insturen. Rijp en groen, prof en amateur door elkaar? Jazeker.
Maar dat gold ook voor de muziek. En rijp hoefde geen garantie
te zijn voor kwaliteit. Mooi trouwens dat overal in Tilburg,
vooral in de binnenstad, grote fotoportretten hingen van
moeders, na een oproep in de locale media ingestuurd door
talloze vaders en kinderen. Want, hoe internationaal men ook wil
zijn, ook op die manier probeerden de organisatoren - alle lof
voor hen - zoveel mogelijk mensen uit Tilburg en omgeving bij
het festival te betrekken.
En welke muziek vond ik nu het mooist? Laat ik zeggen dat ik
genieten kan van de enorme contrasten tussen hard (soms té
hard) en zacht, als je van de ene kroeg naar de andere
concertzaal loopt. De serene, melancholische zang van het
Servisch duo Mesta (begeleid door een toetsenist) in de
Pauluskerk behoorde voor mij tot de hoogtepunten. Net zoals de
muzikale hommage die de jazzmusici Trevor Watts en Veryan Weston
in Paradox brachten aan hun vakbroeder, de onlangs overleden
saxofonist Sean Bergin. De heren van Buzzcocks, muzikale slotact
van het festival, konden me daarentegen maar matig boeien. Rijp?
Overrijp!