Joep Eijkens

Carnaval in Oeteldonk en Kruikenstad

 

 

 

 

Vanwege een feestje in de familie moest ik afgelopen zondag een flink deel van de carnavalsoptocht in Tilburg missen. Daar stond tegenover dat ik een uur of wat kon zien hoe ze in Oeteldonk alias 's-Hertogensbosch carnaval vieren. Zo gaan de meeste mensen daar uniform gekleed met als belangrijkste kledingstuk een zwart of blauw jasje, bezaaid met emblemen. En dragen ze in Tilburg oranje-groene shawls, die van Oeteldonk zijn rood, wit en geel. Wie voor een andere outfit kiest, valt daardoor uiteraard extra op. Zoals de mannen in gevangeniskledij die ik op weg naar de binnenstad een zebra over zag steken met op de achtergrond een lichtkrant die waarschuwde voor zakkenrollers.

Toen ik bij de Markt arriveerde had Prins Amadeiro XXVI net zijn toespraak beëindigd. Oeteldonk Leeft! luidde het niet bijster origineel klinkende carnavalsmotto van dit jaar. Het miezerige weer zat ook niet mee. Maar zo te zien kon dat de pret niet drukken gelukkig.

Teruglopend naar het station viel mijn oog nog op een opmerkelijk, tamelijk sjiek ogend monument. 'Monnement veur de konsels vaan Oeteldonk in den vreemde', stond er op een bordje. Tjonge, tjonge hier hadden ze zelfs consuls. Dan was het in Tilburg maar behelpen met z'n Kruikenzeiker. Misschien kwam die ene man met nepboezem op het station daar ook wel vandaan.

In Kruikenstad aangekomen kon ik nog een klein stukje van de optocht meemaken. Ook hier was het motto niet over naar huis te schrijven, al zat er nog een historisch element aan: Ongelooge waor, 55 Jaor!? Wat sloeg op 55 jaar openbaar carnaval in Tilburg. Smaken verschillen maar wat mij betreft waren de kleinere groepen zonder wagen wederom het leukste. Ook kwam er een stukje levende carnavalshistorie voorbij in de vorm van een stuk of tien ex-prinsen. Staande op het mobiele Paleis-Raadhuis sloten Prins Etienne en zijn gevolg traditiegetrouw 'd'n Opstoet' af. Waarna het tijd werd voor het gewone carnavalswerk: drinken, dansen, blèren en flirten. Het toeval dreef me bij wijze van spreken in de armen van CV De Gèèle Hesjes, heel wat vriendelijker dan hun Franse collega's. En vervolgens raakte ik verzeild in een meute achter een hekwerk vol gespietste bierblikjes. Het oranje-groene duo dat even verderop huiswaarts keerde had zo te zien al genoeg gedronken...