Aan Carnaval heb ik dit jaar niet veel gedaan. Fotografisch
bedoel ik. Sowieso ben ik geen carnavalsvierder. Afgelopen
weekend bracht familiebezoek me naar Assen. Ik bezocht er
ondermeer een schitterende tentoonstelling in het Drents Museum
over realistische kunst uit de voormalige Sowjet-Unie en
vergaapte me aan een tien meter hoog beeld van Lenin in de
openbare ruimte. (Er lag zelfs een bloemetje bij van de N.C.P.N.
Heiloo - maar die hadden het misschien niet begrepen).
Terug in Tilburg ben ik dinsdagmiddag nog wel even naar de
kinderoptocht gaan kijken, maar daar hield het wel mee op. De
volgende dag, Aswoensdag, begaf ik me 's avonds naar de Heuvelse
kerk. Hoe lang is het geleden dat ik voor de laatste keer een
Askruisje haalde? Minstens een jaar of veertig, vijfenveertig,
schat ik. Het was in de kerk drukker dan ik had verwacht. En het
waren beslist niet alleen maar 60-plussers. Inkeer en
ommekeer was het thema van de dienst. 'Wij erkennen dat wij
maar stof en as zijn en tot stof zullen terugkeren', las pastoor
Jan van Noorwegen voor. 'Help ons deze veertig dagen zo te
benutten dat wij vergiffenis van zonden verkrijgen en tot nieuw
leven komen naar het beeld van Hem die uit de doden is
opgestaan: Christus, uw Zoon, onze Heer. Amen.' En daarna zette
hij met zijn in roetzwarte as gedoopte duim een kruis op het
voorhoofd van de aanwezigen. De kleinste kinderen gaf hij in
plaats daarvan een aai over hun bol.''Die zondigen nog
niet", hoorde je hem als het ware denken.
Wat dat betreft ging het orthodoxer toe bij zijn collega Harm
Schilder, de zelfs landelijk bekende pastoor van de H. Margarita
Maria-kerk, waar ik later op de avond eenzelfde dienst
bijwoonde. Zo koud als het in de Heuvelse kerk was, zo goed deed
de verwarming het hier. Er waren minder mensen, zelfs het koor
meegerekend. Maar de viering was er niet minder intens om.
Anders dan pastoor Van Noorwegen droeg pastoor Schilder zelf ook
een askruis, nog wel een heel groot kruis. Net zoals diverse
parochianen was ook hij na afloop van de dienst bereid om even
te poseren voor een foto. (Als ik die portretten later terugzie
valt me op dat er vaak gelachen wordt. Het deed me denken aan
een andere tekst die pastoor Van Noorwegen uit het Evangelie van
Matteus voorlas: 'Wanneer gij vast, zet dan geen somber gezicht
zoals de schijnheiligen; zij verstrakken hun gezicht om de
mensen te tonen dat zij aan het vasten zijn'.)
De hekkensluitster was een 92-jarige dame die alle tijd van
de wereld leek te hebben. Ze vertelde hoe jammer ze het vond dat
haar kinderen niet meer in de kerk kwamen. En hoe ze in haar
jonge jaren eigenlijk in had willen treden in een klooster.
Enigszins onverwacht vroeg ze aandacht voor de merkwaardige ring
aan haar linker ringvinger. Na het overlijden van haar
echtgenoot, zo vertelde ze, hadden diverse mannen kenbaar
gemaakt met haar te willen trouwen. "Ja, die zochten
natuurlijk een verzorgster op hun oude dag", zei ze met een
glimlach.
Om de trouwlustigen te ontmoedigen had ze besloten 'Bruid van
Jezus' te worden. En met dat doel had ze deze bijzondere ring
laten vervaardigen. Op de voorkant zat een vis - het symbool van
Christus - en op de zijkant waren broodjes afgebeeld - een
verwijzing naar de wonderbare broodvermenigvuldiging, begreep
ik. Ene pastoor Sip had de inwijdingsplechtigheid verzorgd.
Vreemd, om anno 2013 opeens weer even in het Rijke Roomse
Leven te verkeren.