Een
dagje op
de Academie van Arendonk
Joep Eijkens
De Academie van Arendonk heb ik altijd geassocieerd met
vrouwen in de overgang die gaan schilderen en beeldhouwen als de
kinderen uit huis zijn. Sinds ik er zelf een doordeweeks dag heb
mogen rondkijken, ben ik er anders over gaan denken. En echt
niet alleen omdat ik ook jongere vrouwen tegenkwam. Want er is
natuurlijk niets tegen vrouwen die na hun veertigste of
vijftigste graag mooie dingen maken. Zeker niet, als ze dat al
eerder wilden maar er geen kans toe zagen. Meer nog dan bij
mannen zie ik de schilderijen, beelden en andere kreaties van
hun hand als scheppingen, zoals ze eerder kinderen hebben
gebaard.
(Vervolg van de tekst onder de fotoserie).
(vervolg
tekst)
Arendonk ligt niet ver van Reusel, net over de grens. In de
wereld van de Brabantse amateurkunst is zijn academie al sinds
jaar en dag een begrip. Je hoort de naam vaak noemen bij
exposities. Zo in de trant van: "Zij zit ook op Arendonk"
of "Had jij grafiek gedaan op Arendonk?" Ik had al
vaker plannen gehad er eens een kijkje te gaan nemen. En nu was
er een mooie aanleiding: de Academie van Arendonk bestaat
vijftig jaar.
In het kader van dat jubileum werd een fraai, kloek boek
gepubliceerd dat een goed beeld geeft van heden en verleden van
deze bijzondere instelling, niet op de laatste plaats dankzij
mooi fotowerk van Kristel Van Ballaer. De docente 1e jaars
schilderen speelde ook een hoofdrol bij de samenstelling van het
boek.
Kousenweverij
Zoals zo vaak het geval is bij dit soort instellingen, dankt
de Academie van Arendonk zijn ontstaan aan de grote inzet van
een paar mensen. In dit geval de schilders Petrus van Mechelen -
een haast middeleeuws klinkende naam - en Louis van Gorp. Zij
kregen in 1963 toestemming van de gemeente Arendonk om tijdens
het weekend teken- en schilderlessen te geven in dan leegstaande
leslokalen van de jongensschool.Waren de lessen aanvankelijk
bedoeld voor mensen van 16 en ouder, al snel kwam er een
'kinderafdeling' bij. Bovendien werd het programma uitgebreid
met lessen modeltekenen en bouwkundig tekenen. In 1964 volgde
officiële erkenning door de gemeente en in 1965 door het
Vlaamse Ministerie van Cultuur: de Gemeentelijke Academie voor
Schone Kunsten was een feit. Datzelfde jaar nog verhuisde men
naar een oude kousenweverij. Meer dan veertig jaar heeft de
academie daar gezeten. Sinds 2008 is zij aan de dorpsrand
gevestigd in een mooi verbouwd, helder fris ogend complex waar
vroeger sigaren werden gefabriceerd. Er is ook een filiaal in
Kasterlee, waar het kunstonderwijs gericht is op kinderen en
jongeren.
Ruimtegebrek
Dat de academie ook na een halve eeuw een bloeiende
instelling is - men heeft momenteel 1700 leerlingen - is mede te
danken aan het grote aantal Nederlanders die er sinds jaar en
dag gebruik van hebben gemaakt. Die toestroom werd overigens in
de jaren tachtig als minder positief ervaren, ondermeer vanwege
parkeerproblemen en toenemend gebrek aan lesruimte. De Vlaamse
autoriteiten hadden begrijpelijkerwijs geen zin om Belgisch
belastinggeld te gebruiken voor uitbreiding van de faciliteiten
die vooral de Noorderburen ten goede kwamen. Er werd iets moois
op gevonden: de Nederlandse cursisten moesten voortaan meer gaan
betalen dan de Belgische en dat extra geld kwam in een apart
potje van de VZW Cultureel Centrum Arendonk Noord-Zuid,
opgericht in 1989. Daarmee kreeg de academie 'de nodige
financiële ademruimte', zo heet het in een historische
terugblik die opgenomen is in het boek.
Nederlandse meerderheid
"Momenteel komt ongeveer 75 procent van onze cursisten
uit Nederland", zegt directeur Marc Hermans desgevraagd.
"De verhouding is 50-50 als je ook de Belgische kinderen en
jongeren erbij rekent die bij ons cursussen volgen." Die
Nederlanders gaan beslist niet alleen naar Arendonk omdat het
daar stukken goedkoper is dan in Nederland, geeft de directeur
aan. Ten eerste zijn er volgens hem geen vergelijkbare
opleidingen. Ook het meer gestructureerde, minder vrijblijvend
karakter van het onderwijs spreekt aan, alsook de grote aandacht
voor de ambachtelijke kanten. Zo moet men niet verbaasd zijn dat
hier nog gipsmodellen uit de klassieke oudheid gebruikt worden
in de tekenles.
Wat de leeftijd van de cursisten betreft bevestigt Hermans
dat er door de week vooral Nederlandse vrouwen van 'boven de
veertig, vijftig' naar Arendonk komen. "In het weekend is
dat echter anders, dan zijn er meer jonge mensen die dan vrij
zijn van hun werk, zowel uit Nederland als uit België."
Eindejaarstentoonstelling
Wie graag eens nader kennis wil maken met de Academie van
Arendonk en benieuwd is naar het werk wat daar gemaakt wordt,
kan van 20 tot en met 24 juni terecht op de
eindejaarstentoonstelling. Die vindt ditmaal op 6 locaties
plaats. In de aan de Wampenberg gelegen academie zelf gaat het
om architectuurtekenen, beeldhouwkunst, keramiek, monumentale
kunsten/mixed media, schilderkunst, tekenkunst en vrije grafiek.
Een van de vijf overige locaties is overigens in Nederland
gelegen, namelijk 'Rietveld & Ruys' in Bergeijk. Hier wordt
werk getoond van 5e jaars studenten die de afdeling Monumentale
Kunsten/Mixed Media volgen en van studenten die een
'specialisatiegraad' in die richting willen halen.
In het kader van het 50-jarig bestaan is er naast het
academiegebouw een feesttent geplaatst waar diverse gratis
toegankelijke concerten plaats vinden. Ook de fanfare van
Arendonk, luisterend naar de naam 'Wampengalm', geeft acte de
présence. En het jubeljaar wordt op 25 juni feestelijk
afgesloten met een 'Academiebal', maar dat is uiteraard alleen
bedoeld voor de cursisten en hun docenten.
* Het boek over de Academie van Arendonk is in eigen beheer
uitgegeven. Een klein deel van de oplage is nog te koop voor €
32,- per stuk. Voor nadere informatie: www.academiearendonk.be.
|